10.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 286/1


VERORDENING (EU) 2021/1317 VAN DE COMMISSIE

van 9 augustus 2021

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten voor lood in bepaalde levensmiddelen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) zijn maximumgehalten voor lood (Pb) in bepaalde levensmiddelen vastgesteld.

(2)

Op 18 maart 2010 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een advies over lood in levensmiddelen uitgebracht (3). De EFSA heeft vastgesteld dat lood ontwikkelingsneurotoxiciteit bij jonge kinderen en cardiovasculaire problemen en nefrotoxiciteit bij volwassenen kan veroorzaken. De risicobeoordeling voor lood was gebaseerd op deze potentieel kritieke schadelijke effecten. De EFSA heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was voor een drempelwaarde voor een aantal kritieke eindpunten, waaronder ontwikkelingsneurotoxiciteit en nefrotoxiciteit voor volwassenen. Daarom was het niet passend om een toelaatbare wekelijkse inname af te leiden. De EFSA heeft haar bezorgdheid geuit over het feit dat de huidige niveaus van blootstelling aan lood via de voeding de neurologische ontwikkeling bij foetussen, zuigelingen en kinderen zouden kunnen beïnvloeden.

(3)

De conclusies van de EFSA werden bevestigd door de conclusies van het verslag van het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven en contaminanten van de FAO/WHO in 2010 (4).

(4)

Rekening houdend met de meest recente gegevens over het vóórkomen heeft de Commissie van de Codex Alimentarius tijdens haar 41e zitting (“CAC41”) het in de Codex vastgestelde maximumgehalte voor lood in zout (met uitzondering van zout uit moerassen) van 2 mg/kg tot 1 mg/kg verlaagd.

(5)

Rekening houdend met de meest recente gegevens over het vóórkomen heeft de Commissie van de Codex Alimentarius tijdens haar 42e zitting (“CAC42”) de in de Codex vastgestelde maximumgehalten voor eetbare slachtafvallen verlaagd van 0,5 mg/kg tot 0,2 mg/kg voor eetbare slachtafvallen van runderen, tot 0,15 mg/kg voor eetbare slachtafvallen van varkens en tot 0,1 mg/kg voor eetbare slachtafvallen van pluimvee. Ook heeft zij de maximumgehalten voor “wijn van druiven” verlaagd van 0,2 mg/kg tot 0,1 mg/kg en werd een maximumgehalte voor “wijn van druiven” waaraan alcohol is toegevoegd en “likeurwijn van druiven” vastgesteld op 0,15 mg/kg. Beide maximumgehalten zijn van toepassing op wijn die is bereid uit druiven die zijn geoogst na de datum waarop de CAC42 de maximumgehalten heeft vastgesteld.

(6)

In het licht van deze ontwikkelingen en de meest recente gegevens over het vóórkomen moet de blootstelling via de voeding aan lood in levensmiddelen binnen de Unie worden verminderd door de bestaande maximumgehalten te verlagen of door aanvullende maximumgehalten vast te stellen voor levensmiddelen waarvoor lagere loodgehalten redelijkerwijs haalbaar zijn, namelijk voor slachtafvallen, bepaalde levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, zout en wilde paddenstoelen. Om dezelfde redenen moeten de maximumgehalten voor lood in wijn worden verlaagd en moet een maximumgehalte voor likeurwijn worden vastgesteld voor producten die uit toekomstige oogsten worden geproduceerd. Om dezelfde redenen tenslotte, maar ook om frauduleuze praktijken zoals de toevoeging van loodchromaat aan kurkuma te helpen bestrijden, moeten maximumgehalten voor specerijen worden vastgesteld.

(7)

Verordening (EG) nr. 1881/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Aangezien lood zwak indirect genotoxisch carcinogeen is en de aanwezigheid ervan bijgevolg een hoger risico voor de volksgezondheid vormt, mogen producten die niet aan de nieuwe maximumgehalten voor lood voldoen en die vóór de inwerkingtreding van deze verordening in de handel zijn gebracht, slechts gedurende korte tijd in de handel blijven.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

In de bijlage opgenomen levensmiddelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht, mogen tot en met 28 februari 2022 in de handel blijven.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 augustus 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

(3)  Contam-panel van de EFSA (EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen), 2010. Scientific Opinion on lead in food. EFSA Journal 2010;8(4):1570, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.2903/j.efsa.2010.1570

(4)  Evaluation of Certain Food Additives and Contaminants. Seventy-third report of the joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives. WHO Technical Report Series 960.


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006, afdeling 3: Metalen, wordt punt 3.1 (Lood) vervangen door:

“Levensmiddelen (1)

Maximumgehalte

(mg/kg vers gewicht)

3.1

Lood

 

3.1.1

Rauwe melk (6), warmtebehandelde melk en melk voor producten op basis van melk

0,020

3.1.2

Volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en peutervoeding (57)

 

verkocht in poedervorm (3) (29)

0,020

verkocht in vloeibare vorm (3) (29)

0,010

3.1.3

Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (3) (29) andere dan die vermeld in punt 3.1.5

0,020

3.1.4

Voeding voor medisch gebruik bestemd voor zuigelingen en peuters

 

verkocht in poedervorm (3) (29)

0,020

verkocht in vloeibare vorm (3) (29)

0,010

3.1.5

Dranken voor zuigelingen en peuters die als zodanig zijn geëtiketteerd en worden verkocht, andere dan die vermeld in de punten 3.1.2 en 3.1.4

 

verkocht in vloeibare vorm of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant te reconstitueren, met inbegrip van vruchtensappen (4)

0,020

te bereiden door trekken of afkoken (29)

0,50

3.1.6

Vlees (met uitzondering van slachtafvallen) van runderen, schapen, varkens en pluimvee (6)

0,10

3.1.7

Slachtafvallen (6)

 

van runderen en schapen

0,20

van varkens

0,15

van pluimvee

0,10

3.1.8

Vlees van vis (24) (25)

0,30

3.1.9

Koppotigen (52)

0,30

3.1.10

Schaaldieren (26) (44)

0,50

3.1.11

Tweekleppige weekdieren (26)

1,50

3.1.12

Granen en peulvruchten

0,20

3.1.13

Wortel- en knolgewassen (met uitzondering van schorseneren, verse gember en verse kurkuma), bolgewassen, bloemkoolachtigen, sluitkoolachtigen, koolrabi’s, peulgroenten en stengelgroenten ( 27 ) (53)

0,10

3.1.14

Bladkoolachtigen, schorseneren, de volgende paddenstoelen: Agaricus bisporus (champignon), Pleurotus ostreatus (oesterzwam), Lentinula edodes (shiitake), en bladgroenten (met uitzondering van verse kruiden) (27)

0,30

3.1.15

Wilde paddenstoelen, verse kurkuma en verse gember

0,80

3.1.16

Vruchtgroenten

 

suikermaïs (27)

0,10

andere dan suikermaïs (27)

0,05

3.1.17

Fruit, met uitzondering van veenbessen, aalbessen, vlierbessen en aardbeiboomvruchten (27)

0,10

3.1.18

Veenbessen, aalbessen, vlierbessen en aardbeiboomvruchten (27)

0,20

3.1.19

Vetten en oliën, waaronder melkvet

0,10

3.1.20

Vruchtensappen, geconcentreerde vruchtensappen in gereconstitueerde vorm en vruchtennectars

 

uitsluitend van besvruchten en ander kleinfruit (14)

0,05

van andere vruchten dan besvruchten en ander kleinfruit (14)

0,03

3.1.21

Wijn (waaronder mousserende wijnen en met uitzondering van likeurwijnen), cider, perenwijn en vruchtenwijnen (11)

 

voor producten van de fruitoogst 2001 tot de fruitoogst 2015

0,20

voor producten van de fruitoogst 2016 tot de fruitoogst 2021

0,15

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,10

3.1.22

Gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn, gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (13)

 

voor producten van de fruitoogst 2001 tot de fruitoogst 2015

0,20

voor producten van de fruitoogst 2016 tot de fruitoogst 2021

0,15

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,10

3.1.23

Likeurwijn op basis van druiven  (*1)

 

voor producten van de fruitoogst 2022 en daarna

0,15

3.1.24

Voedingssupplementen (39)

3,0

3.1.25

Honing

0,10

3.1.26

Gedroogde specerijen (29)

 

Als specerij gebruikte vruchten

0,60

Als specerij gebruikte wortels en wortelstokken

1,50

Als specerij gebruikte bast

2,0

Als specerij gebruikte knoppen en als specerij gebruikte stampers

1,0

Als specerij gebruikte zaden

0,90

3.1.27

Zout, met uitzondering van de volgende niet-geraffineerde zouten: “fleur de sel” en “grijs zout”, die handmatig worden gewonnen uit zoutmoerassen met een kleibodem

1,0

De volgende niet-geraffineerde zouten: “fleur de sel” en “grijs zout”, die handmatig worden gewonnen uit zoutmoerassen met een kleibodem

2,0


(*1)  Zoals gedefinieerd in bijlage VII, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).”.