Op 1 juli verbetert De Lijn haar netwerk in heel Vlaanderen

Op 1 juli verbetert De Lijn haar netwerk in heel Vlaanderen

Nieuwe fase basisbereikbaarheid

Op 1 juli zet De Lijn opnieuw een belangrijke stap in de gefaseerde uitrol van basisbereikbaarheid: het nieuwe openbaar vervoerssysteem wordt echt zichtbaar op het terrein. De afgelopen weken werden de maatregelen van fase 1 besproken met de betrokken lokale besturen en binnen de vervoerregioraden. Het gaat om een mix van kleine en grotere verbeteringen aan het vervoersaanbod over heel Vlaanderen. Nu de aanpassingen goedgekeurd zijn in alle regio’s, door alle lokale besturen, kunnen ze concreet vertaald worden in dienstregelingen, halteplannen en werkroosters voor de chauffeurs. Zo kan De Lijn vanaf begin juni alle concrete informatie delen: reizigers zullen vanaf dan via de website van De Lijn kunnen checken of er iets verandert aan hun reisweg.

Wat verandert er op 1 juli? De Lijn brengt de principes van basisbereikbaarheid in praktijk

Principe 1: Openbaar vervoer versterken op drukke assen
Basisbereikbaarheid zorgt voor vraaggericht en dus sterker openbaar vervoer op verbindingen waar er grote vraag is naar openbaar vervoer.

  • Concreet voorbeeld: Zo komt er in Antwerpen op vraag van het lokaal bestuur een nieuwe buslijn 66 die vertrekt aan P+R Luchtbal en via verschillende wijken in Ekeren en het Palfijnziekenhuis in Merksem naar Schoten rijdt. Zo krijgt Schoten een rechtstreekse verbinding naar het Palfijnziekenhuis en vult het nieuwe net een grote nood in.

Principe 2: Focus op verbindingen waar de vraag het grootste is
Met basisbereikbaarheid worden de bestaande middelen efficiënter ingezet: er wordt gefocust op die verbindingen waar de vraag het grootste is. Dat betekent dat het nieuwe net op verschillende plaatsen lijnen ‘recht trekt’: de bussen rijden niet meer via alle wijken waar maar een beperkt aantal reizigers opstappen, maar blijven op de hoofdbaan rijden zodat ze sneller & vlotter meer reizigers bedienen.

  • Concreet voorbeeld: Lijn 72 Kortrijk – Harelbeke – Deerlijk – Anzegem zal vanaf de zomer via de hoofdbaan Deerlijksesteenweg, Harelbekestraat rijden en niet langer via de wijken. Op het nieuwe traject tussen Harelbeke en Deerlijk zullen er ook enkele nieuwe haltes voorzien worden, voor de inwoners van de achterliggende wijken blijft er een halte op wandelafstand.

Principe 3: Basisbereikbaarheid is een gelaagd netwerk.
Het treinnetwerk is de eerste laag en zorgt voor de sterke, snelle verbindingen. Het kernnet en het aanvullend net brengen reizigers tot aan de stations. We willen de verbindingen tussen het treinnetwerk, het kernnet en het aanvullend net versterken.

  • Concreet voorbeeld: Zo zorgt het nieuwe net voor Limburg vanaf juli voor sterkere en meer frequente verbindingen naar de stations van o.a. Genk, Pelt en Leopoldsburg. We zorgen  voor snellere en meer frequente verbindingen en een betere afstemming op de treinen.

Principe 4: Duidelijk en herkenbaar net
Tot slot wil basisbereikbaarheid zorgen voor een duidelijker net, een net waar je makkelijk op basis van het lijnnummer weet hoe die lijn rijdt. Daarom grijpt De Lijn het moment aan om haar lijnen nieuwe lijnnummers te geven. Een stadslijn met een hoge frequentie krijgt een lijnnummer met één cijfer. Een streeklijn waar je de hele dag kan op rekenen, krijgt twee cijfers. Een functionele lijn of lijn die alleen tijdens de spits rijdt zoals bijvoorbeeld de schoollijnen krijgen drie cijfers. Tramlijnen krijgen het prefix ‘T’, of ‘M’, als ze ook ondergronds rijden. Een snellijn krijgt het prefix ‘X’ (van expresslijn) en nachtlijnen zul je herkennen aan het prefix ‘N’. De hernummering volgt het ritme van de fasering.

  • Concreet voorbeeld: de Leuvens nachtlijnen krijgen vanaf juli allemaal een lijnnummer met het prefix ‘N’.

Als bijlage vind je een overzicht per provincie van alle aanbodsverbeteringen vanaf 1 juli 2023:

Communicatie voor de reiziger

Nu de aanpassingen door alle lokale besturen goedgekeurd werden, start De Lijn met de concrete voorbereidingen om ze op het terrein uit te voeren. Zo worden in de komende weken de nodige aanpassingen gedaan aan o.a. de werkroosters voor de chauffeurs, halteplannen en -borden, routeplanner, brochures …

Reizigers kunnen vanaf begin juni via de routeplanner, de lijnpagina’s of de haltepagina’s van De Lijn nakijken of er voor hun rit iets verandert. De betrokken gemeenten kunnen vanaf dan ook informeren via hun eigen infokanalen zoals de gemeentelijke website of gemeentelijk infoblad. Daarnaast worden er aan de betrokken haltes affiches en nieuwe dienstregelingstabellen gehangen.

Wat is basisbereikbaarheid?

Met basisbereikbaarheid zet Vlaanderen in op een vraaggericht, efficiënt en duurzaam openbaar vervoer waarbij het aanbod beter wordt afgestemd op de vervoersvraag van de reizigers en op de reële vervoerstromen.

Doel is om het openbaar vervoer  te versterken op drukke assen en herkenbare vervoersknooppunten te creëren die de overstap van het ene naar het andere vervoersmiddel vergemakkelijken. Via de Hoppinpunten kan de reiziger verschillende vormen van mobiliteit combineren om zijn volledige reistraject op een efficiënte manier af te leggen. Een trein-,tram- of busrit kan op die manier bijvoorbeeld gecombineerd worden met een voor- of natraject met (deel)fiets, (deel)auto, taxi of flexbus.

Basisbereikbaarheid is een netwerk met vier vervoerslagen

Het netwerk openbaar vervoer bestaat uit vier vervoerslagen: het treinnet, het kernnet, het aanvullend net en het vervoer op maat. Door deze vervoerslagen beter met elkaar te verbinden en geïntegreerde informatie aan te bieden, zullen reizigers vlot van de ene modi op de andere kunnen overstappen.

  • Het treinnet vormt de ruggengraat van het openbaar vervoer in Vlaanderen.
  • De bussen en trams van het kernnet zorgen voor de verbinding tussen grote woonkernen en centraal gelegen attractiepolen zoals bijvoorbeeld scholen, sport- en recreatiecentra, ziekenhuizen en handelscentra. Het kernnet wordt afgestemd op het treinnet.
  • Het aanvullend net bestaat uit de bussen tussen kleinere steden en gemeenten. Het zorgt voor de aanvoer naar het kernnet en het treinnet. Ook het woon-werkverkeer en het woon-schoolvervoer dat alleen tijdens de spitsuren bestaat, kan deel uitmaken van dit net.
  • Op bepaalde locaties of tijdstippen of voor bepaalde doelgroepen zijn treinen, het kernnet of het aanvullend net niet toegankelijk. Het vervoer op maat (‘flexvervoer’) kan hier een oplossing bieden. Het complementair vervoer op maat aanbod varieert van een buurtbus of een collectieve taxi die reizigers vervoert op afroep tot allerlei deelsystemen zoals deelauto’s en deelfietsen. Ook het aanbod voor personen met een ernstige fysieke beperking (doelgroepenvervoer) valt hieronder. Het vervoer op maat zal gereserveerd kunnen worden via de mobiliteitscentrale (Hoppincentrale).

Wat is een vervoerregioraad?

Elke vervoerregio heeft een vervoerregioraad die de invulling van basisbereikbaarheid bewaakt, stuurt en evalueert binnen de vervoerregio. De vervoerregioraad is de cockpit voor het mobiliteitsbeleid in de vervoerregio. Niet alleen het regulier openbaar vervoer met bus of tram, maar ook de voor- en natrajecten met (deel)fiets, (deel)auto en alle andere vervoersmodi worden gefaciliteerd. In de vervoerregioraad komen de belangrijkste belanghebbenden uit alle bestuursniveaus samen. Alle steden en gemeenten uit de regio zijn rechtstreeks vertegenwoordigd, door de burgemeester of de schepen van mobiliteit. Daarnaast zit ook het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Lijn, Het Agentschap Wegen en Verkeer in de vervoerregioraad. De leden van de vervoerregioraad hebben het nieuw vervoerplan opgesteld en goedgekeurd voor hun regio.

Over De Lijn

Over De Lijn

De Lijn is het Vlaamse overheidsbedrijf dat zorgt voor openbaar vervoer met bus en tram in Vlaanderen. Ongeveer 3,5 miljoen mensen maken jaarlijks één of meerdere keren gebruik van de diensten van De Lijn.

Voor haar werking krijgt de vervoermaatschappij een dotatie van het Vlaams Gewest, de belangrijkste aandeelhouder. De verkoop van vervoerbewijzen is de tweede inkomstenbron.

Het net van De Lijn telt ongeveer 1 000 lijnen en 16 000 haltes. Alles samen rijden de bussen en trams per jaar meer dan 200 miljoen kilometer. De eigen vloot telt 2 250 bussen en 400 trams. De privéfirma's die rijden in opdracht van De Lijn hebben zelf ook bussen. Zij nemen ongeveer de helft van de buskilometers voor hun rekening.

Met bijna 8 000 werknemers is De Lijn een van de grote werkgevers van het land. Bij de privé-exploitanten werken nog eens meer dan 2 000 mensen.

Als hoofdaandeelhouder van deelfietsen Blue-bike promoot en ondersteunt De Lijn combimobiliteit. Hierbij kunnen reizigers voor het laatste stuk van hun verplaatsing een bus- of tramrit combineren met een deelfiets.