5.6.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/746 VAN DE COMMISSIE

van 4 juni 2020

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 wat betreft het uitstellen van de toepassingsdata van bepaalde maatregelen in het kader van de COVID‐19-pandemie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 57,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De maatregelen die zijn ingevoerd om de COVID‐19-epidemie in te dammen, vormen een ernstige belemmering voor het vermogen van de lidstaten en de luchtvaartsector om zich voor te bereiden op de toepassing van een aantal recent vastgestelde uitvoeringsverordeningen op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart.

(2)

Thuisblijven en wijzigingen in de arbeidsomstandigheden en beschikbaarheid van werknemers, in combinatie met de extra werklast voor alle belanghebbenden om de aanzienlijke negatieve gevolgen van de COVID‐19-pandemie te beheersen, doen de voorbereidingen op de toepassing van die uitvoeringsverordeningen geen goed.

(3)

Als gevolg van de COVID‐19-epidemie worden de nodige taken voor de correcte en tijdige uitvoering van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie (2) onvermijdelijk vertraagd, met name de invoering van digitale en interoperabele registratiesystemen en de aanpassing van vergunningen, verklaringen en certificeringen die zijn afgegeven op basis van het nationale recht.

(4)

Het normalisatieproces en andere verwante werkzaamheden onder leiding van het bedrijfsleven en de normalisatie-instanties, zoals de voorbereiding van testmethoden of het testen van technische kenmerken, zoals identificatie op afstand, hebben vertraging opgelopen. Dat zal op zijn beurt negatieve gevolgen hebben voor het vermogen van fabrikanten om onbemande luchtvaartuigsystemen (unmanned aircraft systems, UAS) op de markt te brengen die voldoen aan de nieuwe genormaliseerde vereisten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 van de Commissie (3).

(5)

Bijgevolg moet worden toegestaan dat nog eens zes maanden met alle types UAS mag worden gevlogen onder de bestaande voorwaarden. De toepassingsdata van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 moeten derhalve dienovereenkomstig worden uitgesteld, zodat UAS-exploitanten de mogelijkheid krijgen om UAS die niet aan Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 voldoen, nog eens zes maanden te gebruiken.

(6)

Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart heeft aan de Commissie bevestigd dat de toepassing van de in overweging 3 bedoelde bepalingen kan worden uitgesteld zonder dat dit nadelig is voor de veiligheid van de luchtvaart, omdat het om een zeer beperkte periode gaat, het luchtverkeer tijdens het herstel van de COVID‐19-pandemie waarschijnlijk slechts langzaam zal worden hervat, waardoor de blootstelling aan risico’s geringer is, en het nationale recht van toepassing blijft in de lidstaten waar UAS-vluchtuitvoeringen zijn toegestaan.

(7)

Om de nationale autoriteiten en alle belanghebbenden tijdens de COVID‐19-pandemie onmiddellijk te ontlasten en hen in staat te stellen hun planning voor de voorbereiding van de uitgestelde toepassing van de desbetreffende bepalingen aan te passen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 20 wordt “1 juli 2022” vervangen door “1 januari 2023”.

2)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt “1 juli 2021” vervangen door “1 januari 2022”;

b)

in lid 2 wordt “1 juli 2021” vervangen door “1 januari 2022”;

c)

in lid 3 wordt “1 juli 2022” vervangen door “1 januari 2023”.

3)

In artikel 22 wordt “twee jaar” vervangen door “dertig maanden”.

4)

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Ze is van toepassing met ingang van 31 december 2020.”;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Artikel 15, lid 3, is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juni 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen (PB L 152 van 11.6.2019, blz. 45).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PB L 152 van 11.6.2019, blz. 1).