Algemeen

De ISK (Internationale Schakelklas) is een opleiding voor nieuwkomers tussen de 12 en 18 jaar. Leerlingen die uit het buitenland komen en de Nederlandse taal nog niet voldoende beheersen, leren in een verblijfsduur die varieert van 1 tot 3 jaar zoveel dat ze naar het voortgezet onderwijs kunnen. Het basisprogramma in de instroomfase bestaat voornamelijk uit Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, sport, kunst en cultuur en digitale vaardigheden. In de middenfase worden vakken toegevoegd zoals Mens en Maatschappij en NaSk. In de uitstroomfase worden per individuele leerling zoveel mogelijk de vakken aangeboden die op de vervolgschool worden gegeven. Bij voorkeur gaat de leerling gefaseerd naar de vervolgschool.

De ISK biedt een rustig en uitdagend pedagogisch klimaat waarin de nieuwkomer gestimuleerd wordt om zich- met al zijn capaciteiten en talenten- optimaal te ontwikkelen tot een kansrijke en waardevolle deelnemer aan onze samenleving.
In het ISK-onderwijs staat de Nederlandse taal centraal, naast het leren van kennis en vaardigheden, maar zeker ook van waarden en gedrag.
Het ISK-onderwijs brengt leerlingen in aanraking met kernwaarden van de Nederlandse samenleving. Het bereidt leerlingen voor op een plaats in die samenleving. Een plaats die vrijheid biedt en verantwoordelijkheid vraagt.
De ISK valt onder het bestuur van OVO en is een afdeling van het Saenredam.
De ISK is sinds schooljaar 2020-2021 gevestigd in een aparte vleugel (met eigen in- en uitgang) van het Trias in Krommenie, Saendelverlaan 1A.

Missie

De ISK bereidt 12 tot 18-jarige nieuwkomers in een rustige en uitdagende omgeving voor, met taal en tools, op passend regulier vervolgonderwijs en een goede toekomst in de Nederlandse samenleving.

Visie

De ISK legt voor iedere leerling de verbinding tussen eerdere scholing elders en het Nederlandse vervolgonderwijs. Daartoe kent het ISK-onderwijs:

  • een uitdagende leeromgeving
  • individuele doorstroomprofielen
  • communicatieve, interactieve en coöperatieve werkvormen
  • coherente programma’s op verschillende niveaus

Met elkaar omgaan

Bij de ISK Zaanstreek vinden we het belangrijk dat iedereen op een prettige manier met elkaar omgaat. Wij willen dat leerlingen het naar hun zin hebben, zich veilig voelen en vragen durven te stellen aan docenten, de conciërge of aan de directeur. Wij vinden echter ook, dat leerlingen moeten leren om op tijd op school en in de les te zijn, de schoolregels na te leven en dat de leerlingen rekening houden met hun klas – en schoolgenoten. Prettig met elkaar omgaan betekent op de ISK-Zaanstreek: samenwerken, goede afspraken maken en deze nakomen. We zijn een openbare school waar iedereen welkom is. Ongeacht afkomst en geloofsovertuiging. Er zijn in totaal 20 medewerkers voor 150 leerlingen.

Ondersteuning

De eerstelijnsondersteuning: mentoren
De mentor is de spil in het primaire proces en biedt de basisondersteuning. De mentor monitort de leervorderingen en het welbevinden van de leerling. Dit is de eerstelijnsondersteuning. In de structurele overleggen tussen mentor, afdelingsleider en COB (coördinator ondersteuning en begeleiding) wordt gekeken of deze begeleiding voldoet. Hier wordt besproken of er tweedelijns- ondersteuning nodig is.

De tweedelijnsondersteuning: specialist op school (COB)
De specialist op school is de COB (coördinator ondersteuning en begeleiding) die de ondersteuning coördineert. Wanneer eerstelijnsondersteuning door de mentor niet voldoende is, wordt door COB en mentor een plan van aanpak gemaakt, wat daarna wordt geëvalueerd. De COB heeft samen met de mentor gesprekken met leerling en ouders. De COB heeft afstemmingsgesprekken met de leidinggevende en de externe hulpverlening voor handelingsadviezen voor de leerling op school.

De derdelijnsondersteuning: externe specialisten
Soms is er meer ondersteuning nodig dan op de ISK geboden kan worden. De COB adviseert samen met de afdelingsleider, externe hulpverlening. De leerling en ouders zorgen voor een verwijzing en melden zich aan bij externe hulpverlening, dat is de derdelijnsondersteuning.

Preventieve interventies en interventies in de basisondersteuning

Door de mentoren wordt gewerkt met een doorstroomformulier, wat de ontwikkeling van de leerling volgt. Minimaal 3x per jaar wordt door de mentor het doorstroomformulier met leerling en ouders/verzorgers besproken. Hier worden signalen tijdig aangegeven en door mentor met leerling en ouders/verzorgers een plan opgesteld waarbij duidelijk is wie waarop actie onderneemt.
Er zijn docenten met een specialisatie in taalproblemen niet gerelateerd aan NT2 zoals onder andere TOS en dyslexie.

Plaatsing ISK-leerlingen en inhoudelijke en organisatorisch vervolgstappen

Bij aanmelding wordt een intakegesprek met de nieuwe leerling gevoerd door de leidinggevende. In dit gesprek wordt zoveel mogelijk relevante informatie over de nieuwe leerling verzameld. Daarna wordt een leerling, bij het beschikken over de vereiste wettelijke gegevens, geplaatst in de instroomklas. Wanneer testen zijn afgenomen, observaties hebben plaatsgevonden, de taalleerbaarheid is onderzocht en de taalbeheersing zich ontwikkeld, is de leerling klaar om door te gaan naar een volgende klas. De doorstroom naar een volgende groep kan elk moment in het schooljaar plaatsvinden. De mentor verzorgt de overdracht naar de ouders en de nieuwe mentor.

Het schakelen naar het regulier onderwijs

De leidinggevende van de ISK neemt contact op met de afdelingsleider van de ontvangende scholen en bespreekt het plaatsingsvoorstel. De mentor van de te schakelen leerling zorgt voor een goede overdracht naar de mentor van de vervolgschool. Ook vindt een warme overdracht plaats waarbij de mentor van de ISK en de nieuwe mentor samen vorm en invulling geven aan de nazorg. De COB wordt ingeschakeld wanneer er sprake is van derdelijnsondersteuning.

Nazorg

Als de leerlingen zijn geschakeld naar het regulier onderwijs, blijft de ISK betrokken. De leerling wordt minimaal 2 jaar gevolgd. De betreffende nazorgcoördinator onderhoudt de contacten met de ontvangende school om een “zachte landing“ mogelijk te maken. Dit om de overgang naar het regulier onderwijs soepel te laten verlopen. Hierover worden afspraken gemaakt met de scholen.

Non-verbale intelligentie test

Bij veel leerlingen van de ISK wordt in het eerste jaar in Nederland de WNV (Wechsler Non Verbal) of de Raven afgenomen door de psycholoog/orthopedagoog van het dienstencentrum Saenstroom. De uitkomst geeft een beeld van de cognitieve mogelijkheden en geeft een richting aan voor een plaatsing in de juiste ISK- groep.

TOA

De TOA (Toolkit Onderwijs en Arbeidsmarkt) is een leerlingvolgsysteem waarmee leerlingprestaties gevolgd kunnen worden. De taalleerbaarheidstoets van TOA voorspelt in welke tijd de leerling het gewenste taalniveau voor de vervolgopleiding kan behalen. In de loop van het jaar zullen ook andere TOA-toetsen worden ingezet als instrument om het taalleerproces te volgen zodat op maat en gedifferentieerd aan taalniveaus gewerkt kan worden.

Gezondheid

De leerlingen op de ISK worden gezien door een jeugdarts en een jeugdverpleegkundige van de GGD wanneer daar toestemming voor is gegeven door leerling en ouders/verzorgers. Informatie wordt gedeeld met de COB en de leidinggevende. De COB registreert die informatie volgens de AVG in Magister. Als het nodig is, volgt overleg over in te zetten hulp door externen.

Randvoorwaarden van het onderwijs

De ISK hanteert het medisch protocol van OVO-Zaanstad en handelt hiernaar als dit binnen de mogelijkheden van de school past. De ISK laat het personeel geen medische of verzorgende handelingen uitvoeren en verstrekt geen medicatie.

De ISK biedt geen onderwijs aan leerlingen die thuiszitten of langdurig ziek zijn. En niet aan leerlingen die in dagbehandeling zijn.