Vlaanderen maakt het nu ook juridisch mogelijk om op korte termijn tijdelijke nooddorpen te bouwen om te kunnen voldoen aan de dringende opvangbehoeften naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne.
Ook wordt de terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur mogelijk gemaakt, omdat de huidige vluchtelingencrisis eveneens uitdagingen met zich mee brengt op het vlak van onderwijs.
Hiertoe bekrachtigde de Vlaamse Regering op 29 april 2022 een decreet.
Het decreet van 29 april 2022 "over afwijkingen op de gewestelijke omgevingsvergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne” voorziet in 2 afwijkingsregelingen op de omgevingsvergunningsplicht en -meldingsplicht voor:
Decreetstekst en de toelichting
U vindt hier de decreetstekst en de toelichting.
De opvanginitiatieven die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, kunnen niet genieten van de afwijkingsregeling.
Zij kunnen gebruik maken van de reeds bestaande mogelijkheden om dit middels een melding of vrijstelling te realiseren.
Brochure
De mogelijkheden staan toegelicht in volgende brochure: Opvang vluchtelingen Oekraïne update 30 maart 2022 (221 kB) (220.85 KB) "pdf"
1. Tijdelijke afwijking voor grootschalige opvang
De voorziene afwijkingsregeling bestaat er in dat er geen omgevingsvergunning verkregen moet worden of melding gedaan moet worden voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, voor zover de handelingen of die exploitatie bedoeld zijn voor de tijdelijke, gegroepeerde opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
Tijdelijk ontheemden uit Oekraïne zijn deze personen die naar aanleiding van de oorlogssituatie in Oekraïne tijdelijk beschermd worden met toepassing van artikel 57/29 tot en met 57/36 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Deze afwijkingsregeling geldt voor tijdelijke gegroepeerde opvang
- door de realisatie van nooddorpen
- via verbouwingen en functiewijzigingen van bestaande gebouwencomplexen (bv. kloosters) door of in opdracht van de overheid
"Door of in opdracht van de overheid" is een gekende formulering binnen het omgevingsrecht (zie ook het Vrijstellingenbesluit of het Besluit Handelingen van algemeen belang).
Voor de realisatie van tijdelijke, gegroepeerde opvang is het belangrijk dat het beheer in handen van de overheid blijft, ook gelet op het feit dat een ruimere omkadering voorzien moet worden.
Tijdelijke gegroepeerde opvang
Deze opvang kan op 2 manieren gerealiseerd worden:
1) Realisatie van nooddorpen en bijbehorende nutsleidingen, verhardingen en beperkte reliëfwijzigingen
Een nooddorp wordt gedefinieerd als een door de Vlaamse Regering gesubsidieerde tijdelijke, collectieve voorziening door of in opdracht van de overheid, die bestaat uit tijdelijke, verplaatsbare constructies, met het oog op collectieve huisvesting van tijdelijk ontheemden die bestaat uit minimaal 200 wooneenheden, en bijbehorende voorzieningen bevat.
Met andere woorden, de regeling geldt voor grootschalige collectieve opvanginitiatieven met een tijdelijk karakter, die worden voorzien door of in opdracht van de overheid, en die conform de beslissing van de Vlaamse Regering van 30 maart 2022, in aanmerking komen voor subsidiëring als nooddorp.
Wat betreft stedenbouwkundige handelingen gaat het over
- de plaatsing van tijdelijke, verplaatsbare constructies en bijbehorende nutsleidingen,
- verhardingen
- beperkte reliëfwijzigingen.
De afwijkingsregeling kan aldus spelen voor het tijdelijk plaatsen van verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt (bv. wooncontainers, woonboten,…), maar ook voor het tijdelijk plaatsen van bijbehorende collectieve voorzieningen in het nooddorp (bv. speeltuin, klascontainer, sanitaire voorzieningen,…)
Wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, gaat het over ingedeelde inrichtingen of activiteiten van de eerste, tweede of derde klasse als vermeld in artikel 5.2.1 van het DABM. Zo kan gedacht worden aan grotere. stookinstallaties, of airco’s vanaf een bepaald vermogen.
2) Via verbouwing of functiewijziging van bestaande, hoofdzakelijk vergunde gebouwencomplexen
Waar mogelijk worden ook oplossingen gevonden in bestaande gebouwen en gebouwencomplexen die door een gecoördineerde, collectieve aanpak bijkomende huisvestingsplaatsen kunnen opleveren.
Hierbij wordt o.m. gedacht aan (deels) leegstaande internaten, kloosters, woonzorgcentra, jeugdzorginstellingen, vakantieparken e.d. Het betreft infrastructuur waarbij de werkzaamheden en/of inrichtingswerken naar omvang, kostprijs en tijdsbesteding nihil of beperkt zijn.
Wat betreft stedenbouwkundige handelingen gaat het dus over de verbouwing of functiewijziging van bestaande, hoofdzakelijk vergunde gebouwencomplexen.
Welbepaald doel
De handelingen of de exploitatie moeten bedoeld zijn voor de collectieve huisvesting van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne, eventueel bijbehorende voorzieningen.
De stedenbouwkundige handelingen of exploitatie vinden niet plaats in
- ruimtelijk kwetsbaar gebied als vermeld in artikel 1.1.2, 10°, van de VCRO,
- een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2,43° van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu,
- erosiegevoelig of effectief overstromingsgevoelig gebied.
De stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie mogen evenmin uitgevoerd worden
- in een monument
- binnen een stads- of dorpsgezicht of beschermd cultuurhistorisch landschap,
- in een archeologische site
die beschermd zijn bij onroerend-erfgoed regelgeving.
Het decreet zelf bevat verder geen ruimtelijke criteria. De toelichting geeft wel duidelijk mee dat de tijdelijke gegroepeerde opvang bij voorkeur georganiseerd wordt op goed gelegen locaties, met aandacht voor de functionele inpasbaarheid, mobiliteit, aanwezigheid van voorzieningen e.d.
De beste locaties voor de nooddorpen zijn gelegen binnen het bestaand ruimtebeslag zoals grootschalige parkings. Als er onvoldoende geschikte locaties gevonden worden binnen het bestaand ruimtebeslag, dan kan – gezien de maatschappelijke nood en het tijdelijk karakter – de bouw van nooddorpen buiten het ruimtebeslag worden overwogen.
De nooddorpen moeten gelegen zijn op locaties die goed ontsloten zijn in het duurzaam vervoersysteem (hoge knooppuntwaarde) en veel (basis)voorzieningen in de directe omgeving hebben (wandelafstand)
Daarnaast mogen de stedenbouwkundige handelingen of exploitatie niet gepaard gaan met ontbossingen.
Het gaat immers over tijdelijke nooddorpen en opvang, terwijl een ontbossing een permanente achteruitgang van het milieu zou kunnen betekenen. Voor ontbossingen geldt een afzonderlijke vergunningsplicht en er geldt een principieel ontbossingsverbod.
Bij de exploitatie zullen de algemene en sectorale milieuvoorwaarden en verplichtingen, en de toepassingsregels ervan die zijn bepaald bij of krachtens het DABM, moeten worden nageleefd.
Deze voorwaarde garandeert dat de minimale milieueisen voor de mens en het leefmilieu worden nageleefd.
1.2 Duur
De afwijkingsregeling houdt op uitwerking te hebben zes maanden na het einde van de tijdelijke bescherming die is ingevoerd bij het uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 van de Raad.
1.3 Verplichtingen na het einde van de tijdelijke bescherming
De constructies met inbegrip van eventuele funderingen, nutsleidingen, verhardingen en reliëfwijzigingen en de functiewijzigingen moeten worden verwijderd of ongedaan gemaakt binnen zes maanden nadat de termijn van de tijdelijke bescherming die aan de tijdelijke ontheemden uit Oekraïne wordt verleend, verstreken is.
De opvanginitiatieven die niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, kunnen niet genieten van de afwijkingsregeling.
Zij moeten gebruik maken van de reeds bestaande mogelijkheden om dit middels een melding of vrijstelling te realiseren. Deze mogelijkheden staan toegelicht in volgende brochure: Opvang vluchtelingen Oekraïne update 30 maart 2022 (221 kB) (220.85 KB) "pdf"
2. Tijdelijke afwijking voor tijdelijke schoolinfrastructuur
Er is ook een afwijkingsregeling voorzien voor de terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur.
Het kan daarbij zowel gaan om bijkomende capaciteit bij bestaande scholen als om het realiseren van tijdelijke nieuwe vestigingsplaatsen.
De handelingen of exploitatie die zouden willen genieten van de afwijkingsregeling, moeten bedoeld zijn voor de terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur in het kader van de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
Daar bij deze afwijkingsregeling niet gesproken wordt over schoolinfrastructuur “door of in opdracht van de overheid”, kunnen alle onderwijsnetten van deze mogelijkheid gebruik maken.
2.1 Toepassingsvoorwaarden
- Bepaalde stedenbouwkundige handelingen en exploitaties
- Welbepaald doel: terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur i.h.k.v. de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne
- Uitgesloten locaties
- Uitgesloten handeling
- Algemene en sectorale milieuvoorwaarden en verplichtingen en de toepassingsregels
Wat betreft stedenbouwkundige handelingen gaat het over
- functiewijzigingen
- verbouwingswerken
- de plaatsing van tijdelijke, verplaatsbare constructies en bijhorende nutsleidingen,
- verhardingen
- beperkte reliëfwijzigingen
- Verbouwingswerken of functiewijzigingen van bestaande, hoofdzakelijk vergunde gebouwen
Het meest sprekende voorbeeld is de tijdelijke plaatsing van klascontainers, maar ook het tijdelijk inrichten van bv. een sporthal als school kan hieronder vallen.
Wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, gaat het over ingedeelde inrichtingen of activiteiten van de eerste, tweede of derde klasse als vermeld in artikel 5.2.1 van het DABM. Zoals bij de oprichting van de nooddorpen kan gedacht worden aan stookinstallaties, airco’s vanaf een bepaald vermogen, …
Daarnaast mogen de stedenbouwkundige handelingen of exploitatie niet gepaard gaan met ontbossingen.
De handelingen of exploitatie moeten daarbij in functie staan van tijdelijke schoolinfrastructuur in het kader van de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
Welbepaald doel: terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur i.h.k.v. de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne
De stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie moet bedoeld zijn voor de terbeschikkingstelling van tijdelijke schoolinfrastructuur in het kader van de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne.
Hier wordt dezelfde invulling gegeven aan tijdelijk ontheemden uit Oekraïne als bij de afwijkingsregeling voor grootschalige opvang, nl. personen die naar aanleiding van de oorlogssituatie in Oekraïne tijdelijk beschermd worden met toepassing van artikel 57/29 tot en met 57/36 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Uitgesloten locaties
De stedenbouwkundige handelingen of exploitatie vinden niet plaats in
- ruimtelijk kwetsbaar gebied als vermeld in artikel 1.1.2, 10°, van de VCRO,
- een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2, 43° van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu,
- erosiegevoelig of effectief overstromingsgevoelig gebied.
De stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie mogen evenmin uitgevoerd worden
- in een monument
- binnen een stads- of dorpsgezicht of beschermd cultuurhistorisch landschap
- in een archeologische site
die beschermd zijn bij onroerend-erfgoed regelgeving.
Uitgesloten handeling
Daarnaast mogen de stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie niet gepaard gaan met ontbossingen.
Het gaat immers over een tijdelijke afwijkingsregeling terwijl een ontbossing een permanente achteruitgang van het milieu zou kunnen betekenen. Voor ontbossingen geldt een afzonderlijke vergunningsplicht en er geldt een principieel ontbossingsverbod.
Algemene en sectorale milieuvoorwaarden en verplichtingen, en de toepassingsregels
Bij de exploitatie zullen de algemene en sectorale milieuvoorwaarden en verplichtingen, en de toepassingsregels ervan die zijn bepaald bij of krachtens het DABM, moeten worden nageleefd.
Deze voorwaarde garandeert dat de minimale milieueisen voor de mens en het leefmilieu worden nageleefd.
2.2 Duur
De afwijkingsregeling houdt op uitwerking te hebben zes maanden na het einde van de tijdelijke bescherming die is ingevoerd bij het uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 van de Raad.
2.3 Verplichting na het einde van de tijdelijke bescherming
De constructies, met inbegrip van eventuele funderingen, nutsleidingen, verhardingen en reliëfwijzigingen en de functiewijzigingen moeten worden verwijderd of ongedaan gemaakt binnen zes maanden nadat de termijn van de tijdelijke bescherming die aan de tijdelijke ontheemden uit Oekraïne wordt verleend, verstreken is.
Procedure bij de afwijkingsregeling
Een instantie die zich beroept op de afwijkingsregeling, moet een aantal overheden verwittigen, uiterlijk de dag voor de start van de stedenbouwkundige handelingen of van de exploitatie.
Dit zijn
- de betrokken gemeente, voor zover het initiatief niet van de gemeente zelf uitgaat,
- de Vlaamse Regering, per adres van het departement Omgeving
via e-mail en per beveiligde zending (niet via het omgevingsloket, dat is daar niet op voorzien).
Deze kennisgeving vermeldt:
- een omschrijving van de stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie;
- de toepasselijke rubrieken van de indelingslijst, opgemaakt in toepassing van artikel 5.2.1 van het DABM;
- de perceelsgegevens;
Zowel het Departement Omgeving als de betrokken gemeente(n) publiceren de kennisgevingen op hun website, binnen een termijn van zeven dagen na de ontvangst ervan. Hierdoor wordt de brede bevolking geïnformeerd over de toepassing van de afwijkingsregeling.
Daarnaast moet de instantie die zich beroept op de afwijkingsregeling, ook uiterlijk de dag voor de start van de stedenbouwkundige handelingen of van exploitatie, een affiche aanplakken. Hierin staat dezelfde informatie als in de kennisgeving.
Voor de plaats en de wijze van aanplakking (in welke straten, het soort affiche, de grootte van de affiches enzovoort) wordt verwezen naar de regeling voor de aanplakking van vergunningen, meer bepaald artikel 59 van het Omgevingsvergunningenbesluit.
Decreetstekst en de toelichting
U vindt hier de decreetstekst en de toelichting.
Met vragen over concrete dossiers kan u terecht bij uw gemeente. Die is bevoegd voor de meeste vergunningsaanvragen en is het best geplaatst om uw dossier te beoordelen.