einde

Publicatie : 2020-05-18

Beeld van de publicatie
VLAAMSE OVERHEID

15 MEI 2020. - Decreet tot wijziging van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, wat betreft de COVID-19-waarborg (1)



Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :
Decreet tot wijziging van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, wat betreft de COVID-19-waarborg
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2. In artikel 2 van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, gewijzigd bij de decreten van 20 februari 2009 en 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 6° wordt vervangen door wat volgt :
"6° onderneming : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 1 van bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieėn steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt;";
2° punt 6° /1 wordt vervangen door wat volgt :
"6° /1 kleine onderneming en middelgrote onderneming : een kleine, middelgrote of micro-onderneming als vermeld in bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieėn steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt;";
3° er wordt een punt 6° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"6° /2 grote onderneming : ondernemingen die geen kleine of middelgrote onderneming zijn als vermeld in bijlage I bij verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieėn steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, de latere wijzigingen ervan en elke latere akte die de verordening vervangt;";
4° in punt 8° wordt de zinsnede "verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 28 december 2006 in L379/5, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun" vervangen door de zinsnede "verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun";
5° in punt 14° /1 wordt de zinsnede "opgesomd in punt 2.1 van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 1 oktober 2004 in C 244/2, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en elke latere akte die de richtsnoeren vervangt;" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 2, punt 18, van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieėn steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en elke latere akte die de richtsnoeren vervangt";
6° er wordt een punt 14° /6 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"14° /6 COVID-19-waarborg : de waarborg die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III/1, afdeling 4;";
7° er wordt een punt 14° /7 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"14° /7 COVID-19-premie : de premie, vermeld in artikel 22/4/2, 2° ;".
Art. 3. In artikel 22/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij het decreet van 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "tot en met 22/4" vervangen door de zinsnede "tot en met 22/4/2";
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
" § 2. De bepalingen, vermeld in paragraaf 1, gelden alleen op voorwaarde dat het maximale totale bedrag dat de Waarborgvennootschap met haar waarborgen dekt, niet meer bedraagt dan 3 miljard euro tenzij de Vlaamse Regering dit bedrag later naar beneden toe wijzigt. Het voormelde maximale totale bedrag bedraagt niet minder dan 1500 miljoen euro.".
Art. 4. In artikel 22/2 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 12 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin wordt de zinsnede "artikel 22/3 of artikel 22/4" vervangen door de zinsnede "artikel 22/3, 22/4 of 22/4/2";
2° punt 3° wordt opgeheven;
3° in punt 5° wordt tussen de woorden "met een safe harbour-premie" en de zinsnede "; deze" de zinsnede "of de COVID-19-premie, al naargelang" ingevoegd;
4° in punt 7° worden de woorden "de in het businessplan aangegeven" vervangen door de woorden "een vooraf bepaalde".
Art. 5. Aan hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 12 juli 2013, wordt een afdeling 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
"Afdeling 4. De COVID-19-waarborg".
Art. 6. In hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 12 juli 2013, wordt in afdeling 4, toegevoegd bij artikel 5, een artikel 22/4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 22/4/1. Deze afdeling is van toepassing op de waarborgen die de Waarborg-vennootschap toekent en die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22/2, en de volgende voorwaarden :
1° voor financieringen met een looptijd na 31 december 2020 overschrijdt de hoofdsom van de lening een van de volgende maxima niet :
a) het dubbele van de totale jaarlijkse bruto loonmassa van de onderneming voor 2019 of voor het laatste beschikbare jaar;
b) bij ondernemingen die op of na 1 januari 2019 opgericht zijn : de geraamde jaarlijkse bruto loonmassa voor de eerste twee exploitatiejaren;
c) 25 % van de totale omzet van de onderneming in 2019;
d) als er een gepaste rechtvaardiging is en op basis van een eigen certificering van haar liquiditeitsbehoeften door de onderneming : de volledige liquiditeits-behoefte van de onderneming te rekenen vanaf het moment van de toekenning van de COVID-19-waarborg voor de komende achttien maanden voor kleine en middelgrote ondernemingen en voor de komende twaalf maanden voor grote ondernemingen;
2° voor financieringen met een looptijd tot uiterlijk 31 december 2020 : het bedrag van de hoofdsom van de lening kan hoger zijn dan de maxima, vermeld in punt 1°, als daarvoor een gepaste rechtvaardiging is die de Waarborgvennootschap aanvaardt.
De bruto loonmassa, vermeld in het eerste lid, 1°, a) en b), omvat ook de sociale bijdragen en de kosten van het personeel dat op het terrein van de onderneming werkt, maar formeel in dienst is bij toeleveranciers.".
Art. 7. In hoofdstuk III/1 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 februari 2009 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2010 en 12 juli 2013, wordt in dezelfde afdeling 4 een artikel 22/4/2 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 22/4/2. De bepalingen, vermeld in artikel 22/1, § 1, gelden alleen op voorwaarde dat de waarborgen, vermeld in artikel 22/4/1, voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 22/2, en aan de volgende cumulatieve voorwaarden :
1° de waarborg houdt verband met een welbepaalde financiėle transactie;
2° ter vergoeding van de waarborg betaalt de onderneming vanaf het ogenblik van de toekenning van de waarborg minimaal een waarborgpremie die, volgens de grootte van de onderneming, progressief toeneemt naargelang de duur van de lening toeneemt en die als volgt per individuele financiering is vastgesteld :
type onderneming waarborgpremie voor het 1e jaar van de financiering waarborgpremie voor het 2e en 3e jaar van de financiering waarborgpremie voor het 4e, 5e en 6e jaar van de financiering
kleine en middelgrote onderneming 25 basispunten 50 basispunten 100 basispunten
grote onderneming 50 basispunten 100 basispunten 200 basispunten

3° de waarborg wordt uiterlijk op 31 december 2020 toegekend. De Vlaamse Regering kan de voormelde datum van 31 december 2020 verlengen als de Europese Commissie daarvoor een goedkeuring verleent;
4° de duur van de waarborg is beperkt tot maximaal zes jaar;
5° de waarborg dekt niet meer dan 80 % van de financiering;
6° de financieringsverstrekker en de Waarborgvennootschap dragen de verliezen proportioneel en onder dezelfde voorwaarden. De opbrengsten afkomstig van de uitwinning van de zekerheden die de onderneming heeft gesteld om de financiering te dekken, na aftrek van de door de financieringsverstrekker gedragen uitwinningskosten, doen de verliezen die de financieringsverstrekker en de Waarborgvennootschap dragen, evenredig dalen;
7° als de omvang van de financiering mettertijd afneemt, neemt het gegarandeerde bedrag in evenredigheid af, zodat de COVID-19-waarborg op ieder tijdstip niet meer dan 80 % van de uitstaande financiering dekt;
8° de waarborg wordt niet toegekend voor de financiering aan een onderneming die op 31 december 2019 een onderneming in moeilijkheden was;
9° de waarborgen voldoen aan de nadere voorwaarden en de procedurevoorschriften die de Vlaamse Regering kan vaststellen.".
Art. 8. Dit decreet treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 15 mei 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
H. CREVITS
_______
Nota
(1) Zitting 2019-2020
Documenten :
- Ontwerp van decreet : 299 - Nr. 1
- Amendement : 299 - Nr. 2
- Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 299 - Nr. 3
Handelingen - Bespreking en aanneming : Vergadering van 13 mei 2020.


begin

Publicatie : 2020-05-18