Academia Meets Industry in de praktijk

Leestijd: 4 minuten

Academia Meets Industry in de praktijk

BioCo (UGent) | Endress+Hauser

28/01/2021

Academia Meets Industry’: het is dezer dagen geen loos begrip. Een structurele verankering van het werkveld stond dan ook voorop bij de hervorming van de opleiding bio-ingenieur: milieutechnologie aan de UGent, die dit academiejaar werd doorgevoerd. In een streven naar een geïntegreerde aanpak, een multidisciplinair karakter en een eigenheid die het werkveld weerspiegelt, werd het vak ‘Milieutechnische Installaties in de Praktijk’ in het leven geroepen. Dit vak wordt gedragen door professor Eveline Volcke, verantwoordelijke lesgever, en door een team van multidisciplinaire coaches, academische coaches en externe partners.

Centraal in dit vak staat de uitwerking van een groepswerk, in 6 groepjes van telkens 5 studenten, gericht op het ontwerp van een milieutechnische installatie. Elke groep werkte rond een eigen, specifieke casestudy, die werd aangedragen door het werkveld, i.e. de externe partners. Uit een lijst van aangeboden onderwerpen, kozen de studenten voor het ontwerp van installaties voor verregaande waterzuivering, de zuivering van specifieke afvalwaterstromen, drinkwaterproductie en bodemsanering. Bij het groepswerk dienen verschillende typische aspecten in het traject van procesontwerp, zoals gebruikelijk in de milieutechnologie, doorlopen te worden. Het doel van dit vak is om de overgang van de academische wereld naar de industrie voor studenten te vergemakkelijken.

Tijdens het eerste semester werden multidisciplinaire coaching sessies voorzien, rond de volgende onderwerpen: technische ontwerpaspecten, materiaalkeuze, instrumentatie en automatisering, duurzaamheid en maatschappelijke relevantie, (milieu)wetgeving, arbeidsveiligheid en procesveiligheid, economische aspecten, management. De lessen worden gegeven door experts ter zake, zowel uit academia als industrie, en omvatten vooral coaching sessies, waarbij de studenten nadenken over hoe bovenstaande multidisciplinaire aspecten op hun casestudy kunnen worden toegepast. In die zin is het eerste semester vooral verbredend. Bij de ontwikkeling van de opdracht wordt ook aandacht besteed aan andere vaardigheden zoals projectplanning en –management, teamwerk, discipline, leiderschap, resultaatgericht werken, wetenschappelijke communicatie enz.

Edward Vanhecke en Kristoff Vyt van de firma Endress+Hauser werden bereid gevonden om hun kennis rond instrumentatie en automatisering over te brengen aan de studenten én daarnaast ook de nodige tijd te besteden om met hen de specifieke noden voor elke casestudy te bespreken.

Eerst gaven zij een inleiding rond instrumentatie voor processturing en voor kwaliteitsmonitoring. Hierbij werd uitgebreid aandacht besteed aan technische aspecten bij de keuze van de geschikte instrumentatie, zoals de invloed van procescondities, reiniging en kalibratie, gewenste voedingsspanning en signaaloverdracht. Maar uiteraard kwamen daarnaast ook economische overwegingen aan bod, zowel CAPEX als OPEX, met inbegrip van cost of ownership, autocontrole, dienst na verkoop, levensduur en beschikbare informatie.

Vervolgens werden de studenten aan het werk gezet. Zij dienen een selectie te maken van een drietal kritische metingen in hun installatie. Vervolgens dienen ze een applicatie-datasheet op te stellen met de specificaties van procesparameters zoals het bemeten medium, procestemperatuur, procesdruk, compatibele materialen, beoogde meetnauwkeurigheid en geschat budget indien mogelijk. Ze dienden hun keuze zowel technisch als economisch te verantwoorden. Hierbij konden ze (optioneel) gebruik maken van de Endress+Hauser Engineering toolbox.

Bovendien waren de expert-coaches ook na de les nog beschikbaar voor bijkomende vragen.

De resultaten en bevindingen van de studenten m.b.t. alle multidisciplinaire coachingsessies werden samengevat in een eerste-semesterrapport, en voorgesteld op de eerste-semester-presentaties. Ook hier waren de experts van  Endress+Hauser present, wat erg werd gewaardeerd.

 

Edward Vanhecke licht toe:

“Op 19 oktober waren Kristoff en ik te gast aan de UGent, als expert-coaches, bij prof Eveline Volcke, om een korte opleiding instrumentatie te geven aan de zes verschillende teams, de toen geldende coronamaatregelen in acht genomen. Na een korte uitleg over monitoring tools hielpen we hen om de correcte instrumenten te vinden voor hun toepassingen.

Door de vragen en opmerkingen die wij kregen van de studenten werd ons niet alleen duidelijk dat onze website een upgrade kan gebruiken naar klantvriendelijkheid, ook ondersteuning via telefoon, video-conference, chatbox enz. zijn nog altijd zeer belangrijk en worden zeer geapprecieerd.

Tenslotte werden op 7 december de zes projecten online voorgesteld, waarna een discussie plaatsvond. Kristoff en ik waren onder de indruk van de kennis en kunde die de studenten op een toch korte termijn konden aantonen. Wij kijken dan ook uit naar het verdere vervolg van de projecten in het tweede semester. Wij van onze kant genoten van de interactie met de enthousiaste studenten.”

 

En het vervolg? Het vak ‘Milieutechnische installaties in de Praktijk’ is een jaarvak en loopt dus verder in het tweede semester, waarbij de aandacht wordt toegespitst op het uitdiepen van de specifieke casestudy. Bedoeling is op dat moment in diepere interactie te gaan met het werkveld, meer bepaald het bedrijf of de organisatie dat een casestudy heeft aangeboden. We hopen jullie daarover in een volgende watercircle.be-nieuwsbrief meer te vertellen.

Vlnr: Kristoff Vyt & Edward Vanhecke (Endress+Hauser) en professor Eveline Volcke (BioCo, UGent)

Contactgegevens

Social Share Buttons and Icons powered by Ultimatelysocial