Sommigen vinden in elk gemeente of stad met hun ogen toe de McDonalds. Intuïtief vinden ze hun weg naar de koekenvoorraad en zetel. Maar wie zijn zin in een portie friet aan de kant schuift voor een broodje gezond, moet in een chaotische jungle op zoek. Wat als je op dat moment alle gezonde opties al mooi in kaart had gebracht?

Wie doet het al?

In het Village Project van MFC Bethanië in de Kiezelstraat (Hasselt) werd de buurt in een tekening omgezet. Zo zie je makkelijk waar er winkels, bushaltes, fietspaden … zijn.

Tot wat leidt het?

  • Het loont om samen op avontuur te gaan, de kaart te maken en alle gezonde(re) opties te bespreken. Zo maak je die soms onbekende (en onbeminde) gezonde wereld, wat bekender (en meer bemind).
  • Kinderen en jongeren leren hun buurt, leefgroep en dagcentrum beter kennen.
  • Kinderen en jongeren kunnen hun kijk op de beweeg- en gezondevoedingskansen bespreken.
  • Je hebt inzicht in de beleving van kinderen en jongeren. Het geeft inkijk in hun alledaagse (ruimtelijke, sociale en culturele/symbolische) leefomgeving en de volgens hen nuttige veranderingen hierbinnen. Niemand moet komen tot de volledige kaart van hun buurt, maar wel de persoonlijk betekenisvolle, alledaagse leefomgeving. Dat kan deels een basis zijn om aanpassingen te doen in de omgeving.
  • Kinderen en jongeren weten gezondere opties zijn wanneer je hun ‘mental map’ vergelijkt met objectieve plattegronden, waardoor ze er mogelijk sneller gebruik van maken.

Samen ontdekken:

Enkele tips uit de praktijk over hoe je ervaringsgewijs leert hoe gezond de leefomgeving is:

  • Vertrek vanuit de beleving van de kinderen, jongeren en gezinnen. Noteer op een kaart hoe zij de omgeving ervaren. Je vertrekt vanuit de vraag: ‘Kan je samen met mij een plattegrond maken van hoe jij de buurt op het vlak van voeding ziet?’ Je zit samen aan een wit blad of blanco kaart en kijkt wat mensen tekenen. Of je vraagt hen om gedurende een week foto’s te nemen van plaatsen waar ze naartoe gaan die gelinkt zijn met voeding. Je kan er afstanden uit afleiden, welke winkels en restaurants ze kennen, waar ze naartoe gaan en op welke manier …
  • Waar laat je de jongeren, kinderen of gezinnen over nadenken?
    • Zijn er gezonde plaatsen? Wat maakt het tot een gezonde plaats? Hoe vaak kom je daar? Hoe ervaar je die plaatsen?
    • Waar kan je leuk bewegen? Zijn er plaatsen waar je liever zou bewegen?
    • Waar eet je lekker? Is dat ook gezond? Ken je gezonde eetplaatsen (winkels, keukens, afhaalplaatsen …)?
  • Je focust hierbij op de subjectieve perceptie. Je laat ze dus een ‘mental map’ maken die je nadien kan vergelijken met de effectieve geografische locaties. Je ziet welke zaken ze niet kennen door hun mental map naast jouw kennis van de buurt en een objectieve plattegrond te leggen.
  • Gebruik die papieren ‘mental maps’ om na te gaan of jullie willen dat de omgeving (bv. voorziening) op die manier wordt beleefd en wat jullie kunnen veranderen.
  • Je kan de papieren ‘mental maps’ individueel laten maken en bespreken. Maar het kan ook in groep. Je legt dan de kaarten naast elkaar. Bekijk wat iedereen heeft aangeduid en ga erover in gesprek.
  • Belevingsonderzoek geeft ruimte aan het eigen perspectief en de bekommernissen. In een contextbegeleiding kan je voorstellen om samen eens door de buurt te stappen, te winkelen of het huis te doorlopen. In een leefgroep of dagcentrum kan je eens het gebouw doorlopen (ooit al de keuken gezien?) en de buurt verkennen.
  • Kind en Samenleving is sterk in belevingsonderzoek voor alle leeftijden. Vraag je je af hoe je kleine kinderen of kinderen met een complexe problematiek ook kan laten uiten wat ze belangrijk vinden? Ga dan even bij hen te rade.
Samen de buurt in kaart brengen GM
Residentieel (verblijf)
Semi-residentieel (ambulant)
Thuiscontext (mobiel)
Voeding
Beweging en lang stilzitten
Kind/jongere
(leef)Groep
Jeugdhulporganisatie/voorziening
Context/netwerk
Educatie
0-3 jaar
3-6 jaar
6-13 jaar
13-18 jaar
18-25 jaar