Voetbalklassiekers laten zich niet voorspellen

Onderwerp:
Voetbalklassiekers laten zich niet voorspellen image
Via 'Pixnio'

Data blijkt een slechte voorspeller voor de uitkomst van voetbalklassiekers, volgens Jan van Ours en Martijn Quist. De psychologie van de klassieker(s) is niet toe te schrijven aan een bepaalde samenstelling van een team of kwaliteiten van een trainer.

Inleiding

Voetbal is een eenvoudig en overzichtelijk spel. Elf tegen elf – twee keer 45 minuten. Wie de meeste doelpunten scoort heeft de wedstrijd gewonnen en schrijft drie punten bij; bij een gelijkspel krijgt elk team één punt. Ieder team speelt één keer uit en één keer thuis tegen hetzelfde team Wie aan het eind van het seizoen de meeste punten heeft is kampioen. Welk team kampioen wordt, wordt voor een belangrijk deel bepaald door wie de hoogste salarissen kan betalen. De kwaliteit van een team is echter niet alleen afhankelijk van de spelerssalarissen, maar ook van de kwaliteit van de eigen opleiding, de kwaliteit van de coach en van toeval of de vorm van de dag. Dat laatste maakt voetbal een mooie sport. Zonder toeval zouden wedstrijden lang niet zo interessant zijn om naar te kijken.

De grote drie

Zoals in de meeste landen is in Nederland voetbal een mannensport. De KNVB was tot 50 jaar geleden eigenlijk de KNMVB, de Koninklijke Nederlandse Mannen Voetbal Bond. Voetbal voor vrouwen werd niet getolereerd; voetbalverenigingen mochten van de KNVB hun velden niet beschikbaar stellen voor vrouwenvoetbal. Vrouwen hadden hun eigen bond, de niet-koninklijke NDVB, de Nederlandse Dames Voetbal Bond. In 1971 ging die op in de KNVB. De Eredivisie Vrouwen bestaat sinds 2007, die van de mannen is zo’n vijftig jaar eerder ontstaan, in 1956. In de 66 seizoenen betaald (mannen)voetbal hebben er drie clubs altijd meegespeeld: Ajax, Feyenoord en PSV. Eén keer werd er geen enkele club kampioen – in seizoen 2019/20 werd de competitie door corona vroegtijdig beëindigd. Van de resterende 65 kampioenschappen gingen er 28 naar Ajax, 21 naar PSV, 10 naar Feyenoord en 6 keer naar een andere club (waarvan twee keer naar AZ). Met recht wordt er van de grote drie gesproken. Over alle seizoenen heen won Ajax 67% van alle wedstrijden, PSV 61% en Feyenoord 57%. Geen enkele andere club komt hierbij in de buurt. Ook qua toeschouwersaantallen is er sprake van de grote drie. Het gemiddeld aantal toeschouwers van de andere 15 clubs bij een eredivisiewedstrijd in het (laatste pre-Covid) seizoen 2019/20 bedroeg 13000. Bij Feyenoord kwamen gemiddeld per wedstrijd ruim 45000 mensen kijken, bij Ajax 53000 en bij PSV bijna 34000. In figuur 1 worden de ontwikkelingen van de toeschouwersaantallen bij de grote drie weergegeven (zie Van Ours (2021) voor een analyse van de ontwikkelingen van de toeschouwersaantallen).

Figuur 1. Toeschouwersaantallen per wedstrijd; Feyenoord, Ajax en PSV.

Bron: European Football Statistics

Panel a van Tabel 1 geeft een samenvattend overzicht van de toeschouwersaantallen onderscheiden naar twee perioden: 1956/57-1995/96 en 1996/97-2019/2020. Het seizoen 1995/96 was het eerste seizoen van Ajax in hun nieuwe stadion, (tegenwoordig) de Johan Cruyff Arena. Het seizoen 2019/2020 was het laatste seizoen vóór de Covid-epidemie die de aanwezigheid van toeschouwers bij wedstrijden onmogelijk maakte en waardoor een groot aantal wedstrijden werd afgelast. Het gemiddeld aantal toeschouwers was groter in de tweede periode. Waar in de eerste periode Feyenoord bijna twee keer zoveel toeschouwers trok dan Ajax en PSV ligt het aantal toeschouwers bij Ajax inmiddels ruimschoots voor op dat bij Feyenoord.

Tabel 1. Toeschouwersaantallen en ELO-rating.

De onderlinge wedstrijden tussen Ajax, Feyenoord en PSV zijn bijzonder. Ze worden nagenoeg altijd voor uitverkochte stadions gespeeld. De wedstrijd tussen Ajax en Feyenoord wordt De Klassieker genoemd, (volgens Wikipedia) een strijd tussen hoofdstad Amsterdam en havenstad Rotterdam. De wedstrijd tussen Ajax en PSV wordt soms De Topper genoemd; (volgens Wikipedia) de strijd tussen de twee succesvolste clubs. Daarbij aangetekend dat De Klassieker een bekende naam is en De Topper vrijwel onbekend. De wedstrijd tussen Feyenoord en PSV heeft geen eigen naam maar is daarom niet minder interessant. Gezien de historie van de Eredivisie noemen we voor het gemak alle onderlinge wedstrijden tussen de top drie van Nederland klassiekers. Tabel 2 geeft een overzicht van de resultaten van alle onderlinge wedstrijden.

Tabel 2. Grote drie: uitslagen wedstrijden 1956/57-2021/22 (percentages) en cumulatieve surprise 2021/22.

Feyenoord wint vaker van PSV dan omgekeerd en PSV wint iets vaker van Ajax dan omgekeerd, Ajax wint vaker dan Feyenoord dan omgekeerd. Bij de wedstrijden tussen Feyenoord en PSV is er in beide wedstrijden sprake van een thuisvoordeel maar dat is voor Feyenoord groter dan voor PSV. PSV en Ajax zijn redelijk met elkaar in evenwicht voor wat betreft thuisvoordeel maar de wedstrijden PSV-Ajax eindigen veel vaker dan Ajax-PSV in een gelijkspel. Bij de wedstrijden tussen Feyenoord en Ajax is het opvallend dat Ajax die vaker wint, zelfs als Feyenoord thuis speelt.

ELO-Rating

Waar alle verschillen vandaan komen is niet goed te beoordelen zonder de relatieve sterktes van de teams in beschouwing te nemen. Een manier om de sterkte van een team te kwantificeren is via de ELO-rating. De ELO-rating is van oorsprong een manier om de sterkte van schakers aan te geven maar wordt tegenwoordig ook wel gebruikt om de uitslag van voetbalwedstrijden te voorspellen (zie bijvoorbeeld Hvattum en Arntzen (2010)). Op basis van resultaten uit het verleden hebben teams een bepaalde ELO-rating. Als twee teams een wedstrijd tegen elkaar spelen wordt de ELO-rating aangepast op basis van het onderlinge resultaat. Winst leidt tot een hogere rating, verlies tot een lagere. Op basis van resultaten uit het verleden kunnen de twee ELO-ratings worden gebruikt om voor de aanvang van de wedstrijd een inschatting te maken van de uitkomst in termen van winst, gelijkspel of verlies. Figuur 2 laat de ontwikkeling van de ELO-rating van de grote drie zien.

Figuur 2. ELO-rating Feyenoord, Ajax en PSV.

Bron: Elo Football

Duidelijk is dat Ajax het vaakst de hoogste ELO-rating en dus het sterkste team had. Zeker over de laatste decennia was PSV sterker dan Feyenoord. Panel b van Tabel 1 geeft een samenvattend overzicht onderscheiden naar twee perioden. Feyenoord is in de loop der tijd iets zwakker geworden, Ajax sterker en PSV veel sterker. Qua sterkte gemeten via de ELO-rating ontlopen Ajax en PSV elkaar niet zoveel. Dat Ajax vaker van Feyenoord wint dan omgekeerd is in het licht van de onderlinge sterkte niet heel verrassend. Dat Feyenoord vaker van PSV wint en PSV vaker van Ajax is dat wel. Blijft nog steeds de mogelijkheid over dat de verschillen in bovenstaande tabel een gevolg zijn van toeval. Om dit te bekijken maken we gebruik van het begrip surprisepunten. We gebruiken op de ELO-rating gebaseerde kansen op winst-gelijkspel-verlies om uit te rekenen hoeveel punten een club bij een onderlinge wedstrijd naar verwachting behaald zou hebben en vergelijken dat met de punten die ze hebben behaald. Het verschil is het aantal surprisepunten.

‘’Surprisepunten’’

Een voorbeeld: Op 17 januari 2019 speelde Feyenoord in De Kuip tegen Ajax. Volgens de ELO-rating had Feyenoord een kans van 24% om de wedstrijd te winnen, Ajax had 50% kans om te winnen en er was een 26% kans op een gelijkspel. Het verwachte aantal punten voor Feyenoord was 0.24*3+0.26*1 = 0.98. Het verwachte aantal punten voor Ajax was 0.26*1+0.50*3 = 1.76. De uitslag was 6-2, dus 3 punten voor Feyenoord en 0 voor Ajax. Surprisepunten voor Feyenoord: 3-0.98 = 2.02, voor Ajax 0-1.76 = -1.76. Dat telt niet op tot 0. Daarom trekken de helft van het verschil af bij beide clubs. Het aantal verrassingspunten voor Feyenoord wordt zo +1.89 en voor Ajax -1.89. Door op te tellen van wedstrijd naar wedstrijd berekenen we het aantal cumulatieve surprisepunten oftewel de cumulatieve surprise sinds het begin van de Eredivisie. Figuur 3 geeft de ontwikkeling van de cumulatieve surprises weer. Let wel, hierbij hebben we geteld met drie punten per gewonnen wedstrijd over de gehele periode (ondanks dat tot seizoen 1995/96 het aantal punten bij een gewonnen wedstrijd twee bedroeg).

Figuur 3. Cumulatieve surprise klassiekers.

Er is een duidelijk patroon zichtbaar. Tussen Feyenoord en PSV is een stijging van -5 begin jaren zestig naar +25 momenteel, tussen Ajax en Feyenoord gaat het eveneens om een stijging van ongeveer 30 punten van -12 begin jaren tachtig naar +18 momenteel. Ook tussen PSV en Ajax is een stijging waarneembaar van ongeveer 30 punten van -10 begin jaren zeventig naar +20 eind jaren tien. De meest rechtse kolom van Tabel 2 geeft de cumulatieve surprises weer van 1956/57 tot 2021/22. Feyenoord behaalde 26.8 surprisepunten tegen PSV waarvan alleen al 20 in De Kuip. PSV behaalde 18.1 surprisepunten tegen Ajax waarvan tweederde in thuiswedstrijden. Ajax behaalde 18.1 surprisepunten tegen Feyenoord waarvan verrassend genoeg de meeste in De Kuip. Hoe is dit te verklaren? Een goede maar moeilijk te beantwoorden vraag.

Het lijkt wat op het kinderspel steen – papier – schaar. Twee kinderen spelen het spel via gebaren en wie er wint hangt af van het gebaar dat (gelijktijdig) wordt gemaakt. De steen maakt de schaar bot dus de steen wint van de schaar. Het papier bedekt de steen dus papier wint van steen. De schaar verknipt het papier dus de schaar wint van het papier. Voetbal is een simpel maar ook ingewikkeld spel. Hoe goed een team speelt is een combinatie van fysiek, techniek en tactiek. Misschien is Feyenoord wat meer fysiek, PSV wat meer techniek en Ajax wat meer tactiek. Zo bezien is Feyenoord de steen, PSV de schaar en Ajax het papier. Het lijkt wat vergezocht omdat de steen – papier – schaar over een heel periode van toepassing is geweest bij de grote drie.

Slot

Voor de verklaring is geen economie of statistiek nodig is, maar psychologie. Psychologie is de wetenschap die de menselijke geest bestudeert met sportpsychologie als een van de specialisaties. De onderlinge resultaten tussen de top drie is voer voor psychologen. De psychologie van de klassieker(s) is niet toe te schrijven aan een bepaalde samenstelling van een team of kwaliteiten van een trainer. Het verschijnsel doet zich voor over een hele lange periode. Het blijft merkwaardig dat Feyenoord 30 punten meer behaalde tegen PSV dan verwacht mocht worden op basis van de onderlinge sterkte en dat dit ook geldt voor Ajax tegen Feyenoord en PSV tegen Ajax. Kwantitatief stelt het niet veel voor want het gaat over een periode van 60 jaar. Het maakt het niet minder intrigerend.

De auteurs bedanken Thomas Peeters en Martin van Tuijl voor commentaar op een eerdere versie van het verhaal.

Referenties

Hvattum, L.M. en H. Arntzen (2010) Using ELO ratings for match result prediction in association football, International Journal of Forecasting, 460-470.

Van Ours, J.C. en M.A. van Tuijl (2016) In-season head-coach dismissals and the performance of professional football teams, Economic Inquiry, 54 (1), 591-604.

Van Ours, J.C. (2021) Common international trends in football stadium attendance, PLoS ONE, 16(3): e0247761

Te citeren als

Jan van Ours, Martijn Quist, “Voetbalklassiekers laten zich niet voorspellen”, Me Judice, 2 september 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Via 'Pixnio'

Ontvang updates via e-mail