‘Stiltekamer’ aan de UGent, voor studenten en medewerkers: “Veel positieve reacties”

Laptops zijn niet toegelaten, boeken wel. ©  fvv

Gent -

Een ruimte om te mediteren, tot rust te komen, een boek te lezen of te bidden. Dat is de bedoeling van de stiltekamer die studenten en medewerkers op een van de UGent-faculteiten uittesten. Op termijn wil de universiteit ook op andere campussen zo’n ruimte installeren.

Fien Lakiere

Laptops of gsm’s zijn er niet toegelaten, boeken wel. Op de vloer ligt tapijt en er is zachte sfeerverlichting. De muren zijn niet bedekt met posters of schreeuwerige kleuren, maar met zacht beige. “Studenten en medewerkers komen langs om tot rust te komen, te ontsnappen uit een drukke bureau, te mediteren of te bidden”, zegt Ann Buysse, decaan van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Gent.

De faculteit kreeg vorig jaar een primeur: de UGent installeerde er een prikkelarme ruimte op vraag van studenten en medewerkers. “De stilteruimte is er nu een jaar en wordt zeker gebruikt”, zegt Buysse. “Er ligt een gastenboek en daarin kregen we heel wat positieve reacties. Maar wie er komt en hoe vaak, weten we niet want discretie is net een belangrijk onderdeel.”

In het gastenboek staan heel wat positieve reacties. ©  fvv

Spreiding over de campussen

Binnenkort organiseert de UGent op de faculteit een bevraging over de stiltekamer, want het is een proefproject dat mogelijk uitgerold wordt op de andere campussen. Daar moet de raad van bestuur eerst over beslissen. “Tot nu toe heb ik zelf alleen maar positieve reacties gezien. Zonder op de feiten vooruit te willen lopen, verwacht ik dus wel dat die bevraging positief zal zijn”, zegt vicerector Mieke Van Herreweghe.

“Vanuit een aantal faculteiten kwamen in ieder geval signalen om ook daar in een stiltekamer te voorzien. Veelal zijn het buitenlandse doctoraatsstudenten en post-docs die erom vragen. We zouden in eerste instantie gestuurd willen werken, omdat we zo wellicht de meest dringende nood lenigen. Tegelijkertijd zullen we de spreiding over onze campussen heen in de gaten houden.”