Terug naar de krant

Met een beetje hulp is de hitte de stad uit te jagen

Leeslijst rubriek

Het is steeds vaker steeds heter. Hoe kunnen mensen zich daartegen wapenen? Aflevering 3 uit een serie: hoe blijven dichtbebouwde steden koel?

Leeslijst

Op haar oude stadsfiets arriveert Sanda Lenzholzer bij station Arnhem Centraal. Het is bewolkt maar broeierig. „Ik kom net van een bezichtiging met de makelaar. Vorig jaar zomer lag ik weken voor pampus door de hitte in mijn huis in een zeer dichtbebouwde wijk, dus nu zoek ik een koeler huis met een grotere tuin hier in de buurt. Eigenlijk ben ik een lokale klimaatvluchteling.”

Hitte en bebouwing – voor Lenzholzer, hoogleraar landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit, is het een belangrijk thema. Omdat een stad veel meer verharde oppervlaktes heeft dan bijvoorbeeld het platteland, ontstaan er stedelijke hitte-eilanden – urban heat islands. De stenen houden overdag warmte vast en stralen die in de nacht weer uit. Vooral in nauwe straten kan deze warmte niet ontsnappen. „In zo’n street canyon – of die nou in de stad of in een dorp ligt – is het belangrijk om alsnog voor verkoeling met groen te zorgen, bijvoorbeeld door middel van geveltuinen of meer schaduw te creëren.”

Lenzholzer is onder meer betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe hittekaart voor Arnhem. Samen met meteorologen brengt ze in kaart waar in de stad de knelpunten zitten – zoals in de dichtbebouwde binnenstad – en waar zich de koele plekken bevinden. „Dat is tien jaar geleden ook al eens gedaan, maar inmiddels is er alweer allerlei bebouwing bijgekomen.”

Gure dagen en warme dagen

Ze laat een voorbeeld zien op haar telefoon, met allemaal donkerrode vlekken – de gebieden met ernstige oververhitting – en ook lichtrode vlekken, en diverse groentinten. „Absolute temperaturen zie je er niet op, maar de verschillen binnen een stad springen erop naar voren. Alleen al in Arnhem hebben we gemeten dat het in de buitenwijken ’s zomers zeven graden koeler kan zijn dan de stadskern. Zeven graden! Gewoon in ons eigen Arnhempje. Niet in een wereldstad. Daar kunnen de verschillen nóg groter zijn.”

Voor hittemaatregelen is het daarom belangrijk om locatiegericht te kijken, zegt Lenzholzer. „Het is niet zomaar een kwestie van: hoe meer groene aanplant, des te beter.” Zeker, planten zorgen voor schaduw, en zijn daarmee essentieel voor een koelere stad. „Maar bomen kunnen ook een hindernis vormen voor de wind, terwijl die wind bij hitte juist voor ventilatie kan zorgen. Meestal waait het op warme dagen uit een andere richting dan op gure dagen. Dus in je ontwerp kun je daar rekening mee houden, en de bomen zodanig neerzetten dat ze een gure zuidwesterwind wel tegenhouden, maar een zacht zomerbriesje niet.” Bovendien zorgen bomen overdag wel voor schaduw, maar houden ze ’s nachts langer warmte vast dan ‘open groen’. „Een weiland of een voetbalveld koelt sneller af dan een bos.”

hoogleraar landschapsarchitectuurSanda Lenzholzer In heuvelachtige landschappen heb je een soort dagritme van windstromen

We lopen heuvelafwaarts, naar Park Sonsbeek, waar ook het Nederlands Watermuseum is gevestigd. Bij verkoelende maatregelen in de stad denken mensen al gauw aan water, zegt Lenzholzer. „Maar dat is een misvatting. Natuurlijk, boven open water heeft de wind vrij spel en staan er geen bomen in de weg. Maar tegenover die ventilatiefunctie staat dat water langzaam opwarmt en vooral ook weer langzaam afkoelt. Daardoor blijft het tijdens een hittegolf veel langer warmte afgeven dan groen, of dan stenen.” Een fontein, een waterval of een waterrad – zoals er naast het museum te zien is – kan wel weer helpen voor verkoeling, doordat er allemaal kleine waterdruppeltjes in de lucht terechtkomen. Die onttrekken bij het verdampen energie aan de lucht en temperen zodanig de opwarming van lucht.

Heuvelachtige landschappen

Nog een factor van belang bij het ontwerpen van hittevriendelijke steden vormt het reliëf. Lenzholzer: „Dat laat zich natuurlijk minder makkelijk plannen, sommige plaatsen zijn nu eenmaal reliëfrijker dan andere. Maar áls het er is, zoals hier in Arnhem, dan kun je er gebruik van maken.” Ze wijst naar de witte Stadsvilla Sonsbeek, op de helling tegenover ons. „In heuvelachtige landschappen heb je een soort dagritme van windstromen. Heuvelflanken koelen ’s nachts sneller af dan lagere gebieden, en die temperatuurverschillen zorgen voor lokale windstromen. De koude lucht kruipt naar beneden, de dalen in.” Bij het ontwerpen van steden is het dan zaak om voldoende ‘koudecorridors’ tussen ruimtelijke obstakels zoals gebouwen te creëren, waardoor de koele lucht ook de stad in kan stromen. „Als de dalwind op een muur van huizen stuit, dan heb je er niet veel aan. Hier in Arnhem staan de herenhuizen tegenover Sonsbeek eigenlijk nog te dicht op elkaar en vormt ook de dijk van het treinemplacement een groot obstakel. In Duitse steden als Stuttgart en Freiburg zijn ze al een stuk verder. Daar staat ook in bestemmingsplannen dat de corridors open moeten blijven, om koude lucht vanuit de omringende heuvels binnen te laten.”

Niet dat het meteen nodig is om rondom vlakke steden kunstheuvels aan te leggen, voegt ze toe, terwijl we op een terras onder een parasol schuilen voor een korte maar hevige bui. „Ook met een stadspark kom je een heel eind, als je tussen de bebouwing eromheen maar genoeg ruimte laat om de lucht de wijken in te laten stromen. Daarmee is zo’n stadspark een park cool island – het tegenovergestelde van een urban heat island.”

De zon breekt door en her en der spreiden mensen picknickkleedjes uit. Maar Lenzholzer pakt haar fiets, en rijdt de heuvel af. En dat is nóg een voordeel van een stad met reliëf: het briesje dat heuvelafwaarts ontstaat, werkt op een warme zomerdag natuurlijk ook lekker verkoelend.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 28 juli 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in