Terug naar de krant

Hoe keert ‘afvoerputje’ Feijenoord het geweld en de verloedering?

Leeslijst reportage

Kwetsbare wijk De dure nieuwbouw illustreert hoe de stad steeds verder oprukt op Rotterdam-Zuid. Op pad met twee wetenschappers en een wijkraadslid, na een zomer met schietpartijen. „Het is een freudiaans stukje stad.”

Leeslijst

De grond is bouwrijp gemaakt, deze maand moeten de werkzaamheden beginnen. Zeventien nieuwe herenhuizen worden gebouwd aan de Oranjeboomstraat, als onderdeel van de nieuwe buurt Hefkwartier, ten zuiden van de Nieuwe Maas, tussen de Hefbrug en de margarinefabriek van Unilever. Meer dan zes ton kostten de woningen, in een van de armere wijken van de stad, gedomineerd door sociale woningbouw.

Het illustreert hoe de stad steeds verder oprukt op Zuid. 25 jaar geleden werd dat ingezet met de Erasmusbrug, de oeververbinding waarmee de Kop van Zuid zich ontsloot en mede leidde tot de gedaanteverandering van Katendrecht. Een soortgelijke, minder omvangrijke transformatie moet verderop plaatsvinden in de van oorsprong geïsoleerde arbeiderswijk Feijenoord (7.500 inwoners) – niet te verwarren met het grotere stadsdeel Feijenoord waar deze onder valt.

De opwaardering is het zichtbaarst in de Nassauhaven waar vorig jaar achttien houten watervilla’s zijn geplaatst – een drijvend straatje, in brak water. En bij het project Hefkwartier, dat in totaal 300 woningen omvat, met ook luxe appartementen die uitkijken over de Maas. Bovendien zijn er plannen om op de kop van Feijenoord, aan de Piekstraat, 800 nieuwe woningen te bouwen, mede door herontwikkeling van bestaande industriegebouwen. Eveneens áán de Maas – levensader van de wijk.

Met de nieuwe bewoners doen bakfietsen en Tesla’s hun intrede, tegen het enigszins desolate decor van portiekwoningen van het ‘oude’ Feijenoord. Arm en rijk wonen hier letterlijk tegenover elkaar.

Het is dat scherpe contrast waar Rotterdam tegen de grenzen van gentrificatie aanloopt. De wijk probeert vooruit te komen, maar wordt tegelijkertijd geconfronteerd met de rauwe randen die dit deel van Rotterdam kent. Met armoede en criminaliteit, als repeterend stigma – ook deze zomer.

Feijenoord haalde het landelijke nieuws met zeker vijf schietpartijen in ruim drie weken. Op kruispunten werden in allerijl politiecamera’s geplaatst. Ongeruste bewoners konden terecht in een wijkpost, of bij een mobiele politiepost.

Na meerdere schietpartijen werden op diverse kruispunten politiecamera’s geplaatst in Feijenoord.
Foto Merlin Daleman

In de gemeenteraad werd deze maand met bezorgdheid gesproken over de incidenten in de stad – in totaal ging het deze zomer om zeker negentien geweldsincidenten met messen en vuurwapens. „Een aantal schietincidenten heeft bijvoorbeeld te maken met georganiseerde criminaliteit en ze lijken met elkaar samen te hangen”, zei politiechef Fred Westerbeke in NRC.

Een 18-jarige Rotterdammer, verdacht van betrokkenheid bij drie schietincidenten in Feijenoord, werd half augustus aangehouden in een woning in Spijkenisse. Het geweld in de wijk zou te maken hebben met een conflict tussen twee criminele groepen over een partij drugs, schreef het AD Rotterdams Dagblad. De politie deed invallen in zeven woningen, niemand werd aangehouden.

De wijk, ooit een eiland, heeft een problematische voorgeschiedenis. Na de bouw van Feijenoord, eind negentiende eeuw als eerste stadsuitbreiding op de zuidoever, werd de wijk het „afvoerputje van de stad”, schrijft de gemeente op de site. Het stadbestuur hield zich afzijdig bij die bouw, waardoor de kwaliteit van de woningen ondermaats was. Vanaf 1970 werd het grootste deel van deze panden gesloopt en vervangen door sociale woningbouw – en werden haventerreinen en spoorlijnen omgevormd tot woongebied.

Vijf schietpartijen in ruim drie weken in Feijenoord

Hoe staat de wijk er nu voor, kort na de schietincidenten? Hoe diep verankerd zijn de problemen? NRC trok Feijenoord in met twee deskundigen – criminoloog Robby Roks (38) en socioloog Gijs Custers (31), beiden verbonden aan de Erasmus Universiteit – en een betrokken bewoner: Ype Akkerman (65), lid van de wijkraad. Startpunt is station Zuid, aan de Oranjeboomstraat.

„Jullie treffen het”, zegt Akkerman, „Joany Muskiet zit daar, één van de helden van de wijk.” Hij wijst naar een ruimte op de hoek, waar de deur openstaat.

Sociaal Café

„Schietpartijen gebeuren toch niet alleen in Rotterdam-Zuid? Er wordt altijd weer de nadruk op gelegd dat het een achterstandswijk is, waar al die allochtonen wonen, met zwarte scholen.” Muskiet, geboren in Suriname, zit in het Sociaal Café, een particulier initiatief waarachter zij een van de drijvende krachten is. Bewoners zijn welkom voor een babbel, een bakkie, taallessen en hulp. Ze is gospelzangeres, maar steekt veel tijd in het welzijn van jongeren.

Ze vertelt over haar zoon, Breyten, die op zijn achttiende besloot rapper te worden. Wordt een rapper met een boodschap, zonder gevloek en vrouwonvriendelijke teksten, prentte ze hem in.

Roks onderbreekt haar: „Mevrouw, uw zoon is ‘Helderheid’ toch?”

Muskiet: „Ja. Kende u hem?”

Roks: „Hij is een iconische rapper voor Rotterdam.”

Muskiet: „Dit soort dingen maak ik elke keer mee als ik over Breyten vertel.”

Hij overleed in 2004, op 25-jarige leeftijd, in zijn slaap. Het hofje bij hun huis stond vol met verdrietige jongeren, vertelt Muskiet. Hoewel hij een periode in de gevangenis zat, werd haar zoon gezien als een rolmodel die opkwam voor de zwakkeren in de wijk – zijn bijnaam was ‘Help’. Ga naar school en begeef je niet in het criminele circuit, zei hij tegen jongeren, zegt ze. Na zijn dood bleef de jeugd bij Muskiet thuiskomen. „Ik dacht: als Breyten er voor ze was, moet ik dat ook zijn. Ik heb mijn huis voor ze geopend, jarenlang. Ik was als een moeder voor ze.”

In de wijk is een voetbalpleintje naar hem vernoemd, waar eind augustus een monument is onthuld ter nagedachtenis aan de rapper. Zijn met graffiti getekende beeltenis siert de muur bij het veldje. Ook is er jaarlijks het Helderheidfestival.

Muskiet leerde veel over de straatcultuur. Ze wijst naar het plein buiten, daar hing tot voor kort een tekst waarin de politie vraagt om tips over vuurwapenbezit, met een beloning van 750 euro als iets wordt gevonden. Onverstandig, vertelde ze de agenten. „Hiermee ga je niemand bereiken. Dat doen ze niet voor 750 euro, ook al weten ze wat er is gebeurd. Ze haalden het weg. Je moet ze op een andere manier bereiken.”

Lees ook Lees ook dit interview met politiechef Fred Westerbeke:
‘Achter criminaliteit onder jongeren gaan grote maatschappelijke problemen schuil’

Oranjeboomstraat

Lopend door de Oranjeboomstraat, de hoofdstraat van Feijenoord, vertelt criminoloog Roks over onderzoek dat hij recent deed naar geweldsincidenten onder Rotterdamse jongeren, en de samenhang met de drillrapcultuur en social media. „Daar zie je problemen in onder anderen deze straat, maar ook breed op Zuid. We gaan nu vervolgonderzoek doen op scholen, in heel Rotterdam, naar mesbezit en mesgebruik, in opdracht van de gemeente.”

Ziet hij een toename van mesgeweld? „Er lijkt een voorzichtige opwaartse trend, maar we weten het eigenlijk niet omdat er niet goed kan worden vergeleken met eerdere jaren. Als je alle steekincidenten achter elkaar plakt, denk je snel: er is een enorme toename. Dat kan een mediaframe zijn. Er is in elk geval meer aandacht voor, ook bij de politie en gemeente.”

Als Akkerman, die een pedagogisch collectief begon in de wijk, langs een kinderdagverblijf loopt merkt hij op dat dit de derde organisatie is in de vijftien jaar dat hij hier woont. „Bij die bedrijven zit veel turn-over. De opvang kent veel discontinuïteit en zo ontstaan hechtingsproblemen bij kinderen.”

Winkels aan de Oranjeboomstraat, de belangrijkste straat, die recht door de wijk loopt.
Foto Merlin Daleman

Een paar panden verderop zitten de Blind Date Sex Bios en een coffeeshop. „Alle primaire levensbehoeften worden hier vervuld”, zegt Akkerman. „Het is een freudiaans stukje stad.”

Verkoopster Anouschka van de tabakszaak herinnert zich nog drie schietpartijen in deze Oranjeboomstraat in 2019, één met dodelijke afloop. Kogels doorboorden haar winkeletalage. Ze voelt zich veilig, al ziet ze van alles voorbijkomen. „Ze lopen met een wapen in de broek, bij de kassa. Ik weet dat, maar laat het gaan.”

Persoonsdam

Bij de Persoonsdam, een centraal punt in de wijk, heeft de politie recentelijk camera’s geplaatst. „Ik weet niet of je daarmee de oorlog wint”, zegt Roks. „Bij veel zorgen die er zijn, wordt teruggegrepen op dit soort technologieën.”

„Eigenlijk is het een brevet van onvermogen”, zegt Akkerman. „Het is institutionele logica: er gebeurt iets, en ze willen laten zien dat ze daadkrachtig zijn.”

Politiecamera’s op de Persoonsdam.
Foto Merlin Daleman

„Rotterdam is een heel grillige stad”, zegt socioloog Custers. „Nu heb je een VVD-wethouder die voor diversiteit en inclusie pleit, Bert Wijbenga [die inmiddels is vertrokken]. Terwijl, vijf jaar geleden was het met Leefbaar nog eigen boontjes doppen en niet zeiken.”

Roks: „En alleen maar repressie en harde aanpak.”

„Speelbal zijn van politieke grillen is juist in deze wijken funest”, zegt Akkerman.

Custers: „In die zin is het Nationaal Programma Rotterdam Zuid goedbedoeld: het loopt twintig jaar, waardoor je juist over dit soort politieke afwegingen heen kan stappen. Alleen zijn er in de uitvoering dan weer allerlei problemen.”

Feijenoord is een van de zeven ‘focuswijken’ van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ), wat betekent dat de sociale problemen hier het grootst zijn. Het miljoenenproject, dat inmiddels tien jaar loopt, moet ervoor zorgen dat het opleidingsniveau, de arbeidsparticipatie en de woonkwaliteit op Zuid aanzienlijk omhoog gaan.

Akkerman was in de beginjaren betrokken bij het programma en is kritisch over de effectiviteit, Custers doet momenteel onderzoek naar het onderwijsdeel van NPRZ. Ze discussiëren over het zogeheten Children’s Zone-programma, wat een totale verandering teweeg moet brengen in het leven van kinderen, zowel op school als daarbuiten (de community).

In de toenmalige achterstandswijk Harlem, New York, was dit experiment een succes: kinderen kregen daar vanaf hun geboorte sociale en medische voorzieningen en beter onderwijs op zogeheten contractscholen. „Ze hadden het idee van pijpleidingen: niemand mag eruit vallen, iedereen moet mee in de vaart der volkeren”, zegt Custers.

Rotterdam kreeg een afgeslankte versie, zegt hij: het schoolprogramma is volgens hem redelijk tot stand gekomen, maar het community-deel niet. „Er wordt wel ingezet op meer ouderbetrokkenheid, maar de interventies van het NPRZ komen toch hoofdzakelijk neer op meer leertijd op school en wat meer zorgondersteuning voor ‘probleemfamilies’.”

Lees ook Lees ook dit artikel:
Het gaat veel beter met Rotterdam-Zuid, onderzocht de Erasmus Universiteit. Beeld rond de Zuiderspoorstraat onder de Kop van Zuid.

Dat Rotterdam het volledige programma niet heeft omarmd is een gemiste kans, vindt Akkerman. „Dan had deze wijk er nu heel anders uitgezien.” Hij vindt dat de gemeente, waaronder het college, de raad en NPRZ, zich schuldig maakt aan „institutionele verwaarlozing van de Feijenoordse jeugd, grenzend aan kindermishandeling”.

Custers benadrukt dat de invloed van landelijke problemen op de wijk groot is, zoals het lerarentekort. Dit raakt met name arme wijken als Feyenoord. „Het is heel moeilijk leraren te vinden die hier voor langere tijd les willen geven.” In het NPRZ wordt nu besproken of er een premie moet komen voor leraren die op Zuid willen werken.

De Feijenoordkade, aan de Nieuwe Maas.
Foto Merlin Daleman

Nassauhaven

De lage flats verbleken bij de enorme watervilla’s in de Nassauhaven. „Los van het contrast, vind ik het goed dat dit geen ruimte inneemt van andere woningen”, zegt Custers. „Maar mensen die actief zijn in de buurt hebben vaak een sociaal-culturele achtergrond, zoals docenten. Die gaan niet hier wonen, kunnen dat niet betalen.” Daarom is het belangrijk wát je bouwt: „Als je echt een samenlevingsopbouw wil, helpt het niet om alleen maar rijke mensen aan te trekken.”

De komst van aantrekkelijke woningen moest ‘sociale stijgers’ die op Zuid willen blijven wonen hier houden, staat in de Rotterdamse woonvisie van 2016. Custers betwijfelt of dat gebeurt. Volgens hem zijn deze bewoners over het algemeen minder vermogend dan de mensen van buiten Zuid die hier ook een huis zoeken en ze maken daarmee dus minder kans op de oververhitte huizenmarkt.

Als Akkerman bij het voormalige hoofdkantoor van de cementsteenfabriek Van Waning vertelt over de transformatie van dit iconische gebouw tot een horecagelegenheid, luistert wijkbewoner Koen Huethorst mee. Hij woont om de hoek, maar hoopt hier begin 2023 in een van de 32 klushuizen aan de Nijverheidstraat te trekken – project Nijverhoek. „Herenhuis aan het parkie”, lacht hij. „Mooi man.”

Hij woont hier al drie jaar „heel prettig” met zijn vriendin. Ze hebben net een dochter gekregen en wandelden in de zwangerschapsperiode veel in de avonduren. „Ondanks dat er nu best veel geschoten wordt in de buurt, hebben we ons nooit onveilig gevoeld.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 11 september 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in