60 nieuwe projecten van start binnen de SGW Open Competitie – M

Het bestuur van het NWO-domein Sociale en Geesteswetenschappen heeft aan 60 onderzoekers ruim 23 miljoen euro toegekend uit de SGW Open Competitie – M ronde 2022. Deze financiering geeft hen de kans onderzoek te verrichten naar een onderwerp van eigen keuze, zónder thematische randvoorwaarden.

Bedrijven implementeren steeds vaker diversiteits-, gelijkheids- en inclusiebeleid (DEI) om de diversiteit in leidinggevende posities te verbeteren. Maar hoe effectief is dit beleid eigenlijk? Hoe kunnen symptomen van ouderlijke vermoeidheid en symptomen van burn-out worden teruggedrongen? Welke factoren zijn eigenlijk van invloed op de kosten van verkiezingscampagnes? Wat zijn de lange- en korte termijn gevolgen van een dodelijk geweldsdelict voor diverse familieleden van het slachtoffer en de dader? Dit zijn enkele voorbeelden van de onderzoeken die worden uitgevoerd.

Onderzoekers konden een budget van maximaal 400.000 euro aanvragen. NWO heeft 180 aanmeldingen in behandeling genomen.

De kosten van democratie

dr. W.J. Berenschot (KITLV),

Dure verkiezingscampagnes vormen een wereldwijde bedreiging voor democratieën omdat ze corruptie en politieke ongelijkheid veroorzaken. Desondanks weten we, door methodologische obstakels en een westerse bias in bestaand onderzoek, nog niet goed waarom politici soms zoveel geld uitgeven aan hun verkiezingscampagnes. Dit project analyseert op basis van een nieuwe methodologie de campagne-uitgaven van duizend politici in India and Indonesië, om te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op de kosten van verkiezingscampagnes, en hoe deze deze kosten teruggebracht kunnen worden.

Een datagestuurd historisch-filosofisch onderzoek naar axiomatische en experimentele wetenschap

prof. dr. A. Betti (UvA),

Axiomatische wetenschap, zoals de logica of wiskunde, wordt door veel historici en filosofen gezien als compleet verschillend van experimenteel onderzoek. Op basis van filosofisch, datagestuurd en computationeel onderzoek naar concepties van wetenschap van vroegmoderne Britse denkers, laten de onderzoekers van dit project echter zien dat in deze cruciale periode experimentele wetenschap vaak ook als axiomatische wetenschap beschouwd werd. Dit toont aan dat de veelvuldig aangenomen incompatibiliteit tussen axiomatische en experimentele wetenschap onjuist is. Een team van filosofen en programmeurs zal nieuwe datagestuurde en computationele methoden en technieken toepassen in samenwerking met bibliotheken en partners uit het bedrijfsleven.

Vooroordelen in taal onthuld: Impliciete communicatie van stereotypen in natuurlijk taalgebruik

dr. C.J. Beukeboom (VU),

Dagelijks taalgebruik bevat veel (impliciete) uitingen over sociale categorieën, zoals minderheids-, leeftijds- en gendergroepen. Dergelijk taalgebruik draagt bij aan het vormen en versterken van stereotypen en voedt, vaak onbewust, stereotypering en discriminatie. In dit project creëren we een grondig begrip en bewustzijn van stereotype communicatie, door te bestuderen wanneer en hoe stereotypen worden weerspiegeld in, en afgeleid uit, spontaan geproduceerd natuurlijk taalgebruik. Daarnaast ontwikkelen we een software-toolset om automatisch stereotypen en vooroordelen in teksten te detecteren. Deze toolset kan impliciete stereotypering in allerlei reële contexten onthullen en maakt verder (toegepast) onderzoek, controle, correctie, preventie en educatie over stereotyperen mogelijk.

Het rimpeleffect van moord en doodslag: consequenties voor familieleden van slachtoffers en daders

prof. dr. mr. C.C.J.H. Bijleveld (NSCR),

Door combinatie van landelijke statistische en criminologische data worden de lange- en korte termijn gevolgen van een dodelijk geweldsdelict geanalyseerd voor diverse familieleden van het slachtoffer, en van de dader. Dit levert nieuwe wetenschappelijke inzichten op voor een zeer kwetsbare groep burgers, informatie die essentieel is voor bijstand en herstel.

Verhalen uit de Nederlandse drugskast

prof. dr. G. Blok (OU),

Wat laten gebruikersverhalen zien over de verbondenheid tussen de opkomst van drugsculturen en individualisering? We onderzoeken de betekenisgeving aan de roes door (voormalige) gebruikers. Via hun verhalen streeft dit project naar een beter begrip van de rol die drugsgebruik de afgelopen halve eeuw is gaan spelen in Nederland. Door de illegale status van middelen als cocaïne, heroïne en psychedelica zijn ervaringsverhalen omgeven door stigma en taboe. Dit bemoeilijkt zowel de historische analyse van, als het maatschappelijk debat over drugsgebruik en – beleid, in Nederland en daarbuiten: dit nationale project dient als startpunt voor internationalisering van digital storytelling rond intoxicatie.

Waarom gaat het lopen zo moeizaam bij mensen die leven met de ziekte van Parkinson?

dr. T.W. Boonstra (UM),

Mensen die leven met de ziekte van Parkinson hebben vaak problemen met het lopen. Het gebruik van externe cues, zoals een akoestisch ritme of strepen op de grond, helpt, maar waarom eigenlijk? In dit onderzoek wordt een bestaand theoretisch kader – dat van predictieve codering – als vertrekpunt genomen om enerzijds de loopproblematiek bij Parkinson beter te kunnen begrijpen en anderzijds cues te kunnen optimaliseren om zo nog effectiever het lopen bij mensen met de ziekte van Parkinson te ondersteunen.

Diversiteit in leiderschapsposities en diversiteits-, gelijkheids- en inclusiebeleid in Nederlandse bedrijven

dr. A.L. Boring (EUR),

Bedrijven implementeren steeds vaker diversiteits-, gelijkheids- en inclusiebeleid (DEI) om de diversiteit in leidinggevende posities te verbeteren. Ondanks een gebrek aan solide bewijs over effectiviteit hiervan. Dit onderzoeksproject is de eerste uitgebreide studie naar DEI-beleid in Nederland. Ten eerste documenteren we mogelijke verbanden tussen diversiteit in leiderschap en het bestaan (of niet) van DEI-beleid binnen bedrijven. Ten tweede onderzoeken we de houding van zowel werknemers als bedrijven ten aanzien van DEI-beleid met behulp van enquête-experimenten. Ten slotte gebruiken we deze bevindingen om het ontwerp van DEI-beleid te verbeteren en testen we de effectiviteit ervan door veldexperimenten binnen organisaties uit te voeren.

Moreel kompas: hoe de morele taal van Nederlandse politici en journalisten burgers gidst

dr. L. Bos (UvA),

Politieke elites gebruiken morele woorden om het publieke debat te beïnvloeden en kiezers te overtuigen en te mobiliseren. Ondanks de belangrijke gevolgen hiervan is er weinig bekend over het gebruik van morele taal door Nederlandse politici, hoe journalisten deze morele retoriek versterken, en hoe het morele oordeel van burgers wordt gevormd door het publieke morele discours. Dit project bestudeert (1) de dynamiek van moreel taalgebruik door Nederlandse politieke elites en journalisten, en onderzoekt (2) de invloed van deze morele boodschappen op burgers. Om de negatieve gevolgen in te dammen, worden (3) verschillende interventies getest.

Een onderbuikgevoel: hoe je hersenen en je onderbuik je risico- en tijdsvoorkeuren bepalen

prof. dr. E.C. Brüggen (UM),

Onlangs heeft onze groep aangetoond dat de darmmicrobiota ook van invloed is op hoe mensen economische keuzes maken. Toch is het nog onduidelijk hoe en in welke mate de darm en de hersenen communiceren. Dit multidisciplinaire onderzoek maakt gebruik van neurowetenschappelijke methoden zoals hersenstimulatie, neuroimaging en probiotica om de rol van de darm-hersen-as in risico- en intertemporele keuzes te onderzoeken.

Bosbeheer door lokale gemeenschappen in Ethiopië

prof. dr. ir. E.H. Bulte (WUR),

In veel ontwikkelingslanden gaat het slecht met de bossen. Dit onderzoekt leert ons wat het effect is van het betrekken van lokale gemeenschappen bij het beheer van bossen op zowel de inkomens van betrokken huishoudens als op de duurzaamheid van bosbeheer. Dit wordt onderzocht met behulp van een groot experiment in Ethiopië.

Wie is er aan de beurt? De rol van spraakmelodie bij beurtwisselingen in het Nederlands

dr. J. Caspers (LEI),

Als mensen met elkaar praten wisselen sprekers elkaar soepel af, met gemiddeld zeer korte tussenliggende pauzes. Gesprekspartners moeten daarom steeds vooruit plannen wat ze willen zeggen en wanneer ze de beurt kunnen overnemen. Spraakmelodie speelt hier hoogstwaarschijnlijk een rol bij, maar onduidelijk is welke precies. Vraagintonatie is bijvoorbeeld goed hoorbaar op de laatste lettergreep van een uiting, maar dat lijkt te laat voor de beurtplanning van de huidige luisteraar. In dit onderzoek wordt via corpusanalyse en gemanipuleerde dialoog onderzocht of en hoe uitingsfinale spraakmelodie gebruikt wordt in het beurtwisselingssysteem van het Nederlands.

Een plaats voor dieren in de sociolinguïstiek. De interacties tussen melkkoeien onderling en met mensen

prof. dr. L.M.E.A. Cornips (Meertens Inst),

Dit project neemt dieren serieus en stelt een animal turn voor in de sociolinguïstiek. Het onderzoekt de interactie tussen dieren en tussen mens en dier vanuit dit nieuwe perspectief, toegepast op de melkkoe. Melkkoeien zijn vanouds nauw met de mens verbonden maar vergeleken met gezelschapsdieren weten we veel minder over hun sociale gedrag. Hoe gebruiken koeien hun stem en lichaamsgedrag om elkaar en mensen te begrijpen en relaties aan te gaan? Om die vraag te beantwoorden analyseert dit project de geluiden, oogcontact, bewegingen, gezichtsuitdrukkingen, aanraking en zintuiglijke capaciteiten van melkkoeien.

China beter lezen

dr. R.J.E.H. Creemers (LEI),

Onderzoek naar hedendaags China wordt steeds moeilijker, door reisbeperkingen vanwege de Covid-pandemie, maar ook door groeiende politieke druk binnen China. Nu China-kennis meer relevant is dan ooit, ontwikkelt dit project nieuwe methodes om beter gebruik te maken van documentaire bronnen die niet voldoende aan bod komen in China-onderzoek en analyse. Het project zal onderzoeken hoe big data-werktuigen analisten toelaten officiële en semi-officiële bronnen op grote schaal te identificeren en analyseren, en om ontwikkelende trends te monitoren. Het project zal ook intellectuele raamwerken ontwikkelen om met deze werktuigen het functioneren van de Chinese Partijstaat beter te begrijpen.

Adolescentie als de wortel van ongelijke politieke participatie en ambitie tussen jongens en meisjes

prof. dr. G.T.M. ten Dam (UvA),

Vrouwen zijn systematisch ondervertegenwoordigd in politieke functies, in politiek activisme, en zelfs in het stemhokje. Dit onderzoeksproject gaat na in hoeverre de wortels van deze ongelijkheid liggen in de ontwikkeling van politieke ambities en participatiebereidheid gedurende de adolescentie. Centraal staat de wisselwerking tussen gender en gendernormen van adolescenten (12-18 jaar) en hun (school)omgeving. Het project gebruikt unieke kwantitatieve panelsurveydata (ADKS) om de ongelijke ontwikkeling in politieke ambitie en participatiegeneigdheid te verklaren; kwalitatieve interviews om de ongelijkheid in politieke ambitie en participatiegeneigdheid te begrijpen; en een experimentele opzet om te toetsen welke middelen kunnen helpen om de ongelijkheden te reduceren.

De enscenering van de adel in de stedelijke ruimte. De Nassaudynastie in de Nederlanden (1400-1570)

dr. M.J.M. Damen (UvA),

In 1403 verwierf de Nassaudynastie de stad Breda en andere heerlijkheden in de Nederlanden. De opkomst van deze hoogadellijke familie had grote gevolgen voor dit zeer verstedelijkte gebied. Dit project laat zien hoe de dynastie de stedelijke ruimte inzette voor de legitimatie van haar vooraanstaande positie en de representatie van haar adellijke afkomst en levenswijze. Daarnaast toont het hoe de steden op hun beurt profiteerden van de vorstelijke, adellijke en religieuze netwerken van de Nassaus in de vijftiende en zestiende eeuw.

SEM 2.0: Op weg naar gepersonaliseerde multi-disciplinaire behandelingsplannen

dr. K. van Deun (UvT),

Latente variabele modellen zijn onmisbaar voor sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek. Ze zijn echter niet geschikt voor de complexiteit van de hedendaagse onderzoekspraktijk, waarbij gebruik wordt gemaakt van grote datasets (“big data”) om verschillende disciplinaire perspectieven in kaart te brengen (zoals psychologisch, klinisch en biologisch), en waarbij steeds meer vraag is naar een gepersonaliseerde benadering, bijvoorbeeld om gepersonaliseerde behandelingsplannen te ontwikkelen. Dit voorstel ontwikkelt de volgende generatie latente variabele modellen, om de uitdagingen van hedendaags multi-disciplinair onderzoek het hoofd te bieden.

De poëtica van geurwaarneming in de vroegmoderne tijd (ca. 1550–1700)

dr. J.F. van Dijkhuizen (LEI),

Wat betekent het om te ruiken? Vroegmoderne dichters en toneelschrijvers waren gefascineerd door deze vraag. Dit project onderzoekt hoe zij gebruik maakten van geurtaal. Centraal in ons project staat de gedachte dat vroegmoderne auteurs het ongrijpbare karakter van geur inzetten om het onzegbare aan te duiden (bijvoorbeeld de ervaring van het goddelijke), en om te onderzoeken hoe mensen interacteren met de wereld om hen heen (bijvoorbeeld hun natuurlijke omgeving). Ook onderzoeken we hoe geur kan helpen bij leesbevordering nu. Samen met docenten, auteurs en spoken word-artiesten maken we een neuswijze les¬methode voor het middelbaar onderwijs.

Afgeleid en onvoldaan. Hoe dagelijkse beslommeringen ons eet- en drinkgedrag en bloedsuikerschommelingen beïnvloeden

dr. L.F. van Dillen (LEI),

We hebben veel aan ons hoofd en eten en drinken dikwijls voor de televisie, in de auto, of achter de computer. Tegelijkertijd zijn we steeds ongezonder en meer gaan eten, en nemen overgewicht en diabetes in de bevolking toe. Dit project bekijkt het verband tussen deze bevindingen. In twee longitudinale veldexperimenten onderzoek ik door een combinatie van experience sampling en continue glucose monitoring hoe afleiding onze eetmotivatie, eet en drink gedrag, en glucosehuishouding beïnvloedt.

Mijn robotcollega komt zo bij u -- Dienstverlening door teams van robots en mensen

prof. dr. J. van Doorn (RUG),

Met een steeds ouder wordende bevolking en alarmerend weinig zorgpersoneel, is de stijgende vraag naar gezondheidszorg mogelijk een van de meest urgente problemen van onze tijd. Sociale robots kunnen deze personeelstekorten helpen oplossen, maar zijn (nog) niet in staat de menselijke dienstverlener volledig te vervangen. Ook stuiten ze op weerstand bij zowel de menselijke cliënt als de menselijke collega. Onderzoekers bekijken in dit interdisciplinaire project hoe robots en menselijke dienstverleners het beste kunnen samenwerken om de dienstverlening voor de cliënt te optimaliseren en werktevredenheid en werkprestaties van de menselijke dienstverlener te waarborgen.

Beschermt wetgeving voor aanleverketens mensenrechten en milieu?

dr. L.W. Fransen (UvA),

Regeringen van steeds meer landen ontwikkelen op dit moment wetgeving die bedrijven verantwoordelijk houdt voor arbeidsomstandigheden, milieu en mensenrechten in hun aanleverketen. Dit onderzoek analyseert met behulp van grootschalige datasets de relaties tussen bedrijven in aanleverketens om te evalueren in hoeverre bedrijven die zich aan zulke wetten moeten houden, in staat zijn om de verwachte verbetering in hun aanleverketens te bewerkstelligen. Daarnaast onderzoekt het project het effect van bestaande wetgeving op aanleverketens: engageren bedrijven zich om misstanden bij aanleverende producenten op gebied van arbeid, milieu  of mensenrechten ongedaan te maken, of distantiëren ze zich van zulke producenten?

En de winnaar is… !? De strijd om de meest impactvolle framing van verkiezingsuitslagen tussen media en politiek in meerpartijenstelsels

dr. K. Gattermann (UvA),

Verkiezingsavonden zijn spannende momenten voor politici, journalisten en kiezers, maar onderzoekers weten nog weinig over wat er werkelijk gebeurt op de verkiezingsavond. Winnen en verliezen in landen met meerdere partijen is zelden eenduidig. Wie wordt eigenlijk als winnaar beschouwd en wie zijn de verliezers? Het doel van het voorgestelde onderzoeksproject is om inzicht te krijgen in hoe en voor welke redenen politici en journalisten verkiezingsresultaten proberen op een bepaalde manier te framen in de onmiddellijke nasleep van democratische verkiezingen. Verder wordt onderzocht in hoeverre framing effecten heeft op de perceptie van winnaars en verliezers bij kiezers, naast politiek- en mediacynisme.

Servus. De receptie van het Romeinse recht buiten Europa

dr. J. Giltaij (UvA),

Het recht in de Romeinse Oudheid bevat een veelvoud van bepalingen over slaven. Dit recht heeft een belangrijke latere geschiedenis. Vanaf de Middeleeuwen was slavernij op het Europese continent verboden. Maar de Romeinse juridische teksten over slaven en slavernij werden nog lang toegepast buiten Europa, ditmaal op de slachtoffers van de Transatlantische slavenhandel. Sterker nog, de teksten werden ook ver daarbuiten gebruikt, voor allerlei categorieën van mensen. Dit project onderzoekt hoe dit precies gebeurde.

Het afstotelijke lichaam: Zelf-walging als de motor achter anorexia nervosa

dr. K.A. Glashouwer (RUG),

Hoe houden patiënten met anorexia nervosa het vol om zo weinig te eten? Walging voor het eigen lichaam zou extreme voedselrestrictie kunnen helpen verklaren. In dit onderzoek wordt daarom zelf-walging bestudeerd met een nieuwe virtual reality toepassing en onderzocht of de behandeling van zelf-walging mensen met anorexia helpt om meer te eten.

Filmische schoonheid: Het verkennen van de ervaring van een belangrijk esthetisch fenomeen

dr. J.H. Hanich (RUG),

Filmische schoonheid is het plezierige gevoel dat toeschouwers ervaren als een affectieve reactie wanneer zij een film mooi vinden. Sinds het begin van de filmgeschiedenis hebben kijkers dit door alle genres heen ervaren, van speelfilms en documentaires tot animatiefilms en avant-gardistische experimenten. Verbazingwekkend genoeg hebben wetenschappers het nooit systematisch onderzocht – een verzuim dat des te opvallender is omdat filmische schoonheid maatschappelijke, politieke, existentiële en welzijnsvoordelen met zich mee kan brengen. Dit project wil weten hoe filmische schoonheid eigenlijk aanvoelt en wat de ervaring waardevol maakt, zowel persoonlijk als maatschappelijk.

Digitaal platformwerk: met welk beleid zijn microworkers geholpen?

prof. dr. C.L. ter Hoeven (EUR),

Voor het functioneren van kunstmatige intelligentie is vaak mensenwerk nodig, microwork genoemd. In Europa zijn er miljoenen mensen die dit werk via online platforms thuis uitvoeren. Het werk wordt aangeboden in kleine taken, zoals het coderen van data en het labelen van afbeeldingen. Op dit moment wordt microwork slecht betaald en is het niet gereguleerd. De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan om online platformwerk te reguleren. Om het voorgestelde beleid zo effectief mogelijk te laten zijn, wordt in dit onderzoek bestudeerd wat de zorgen en behoeften van microworkers zelf zijn en hoe dat kan worden omgezet in doelmatig beleid.

Alledaagse Geografieën van Gehandicapt Zijn en Worden

dr. B. van Hoven (RUG),

De stad heeft in potentie veel te bieden als een plek waar mensen zich thuis voelen en ervaring opdoen met diverse aspecten van burgerschap. Toegankelijkheid, ontmoeting, interactie en mobiliteit spelen hierbij een belangrijke rol. Echter worden gehandicapten vaak effectief buitengesloten en gemarginaliseerd van stedelijke en openbare ruimtes. Door participatief onderzoek en co-creatie met sociale partners behandelt het project zowel een maatschappelijke vraag en levert een bijdrage aan wetenschappelijke discussie die de complexiteit rond het dagelijks leven van gehandicapten in een normatieve samenleving in stedelijke ruimtes aanpakt.

Herstel van de dagelijkse werkeisen

prof. dr. U.R. Hülsheger (UM),

Tijdens het werk spannen mensen zich in en worden geconfronteerd met werkeisen die stress kunnen veroorzaken. Het loslaten van het werk na de werktijd is belangrijk om goed te herstellen en om te voorkomen dat stress zich opbouwt en vervolgens het welzijn en de gezondheid negatief beïnvloedt. Dit project onderzoekt welk type activiteiten na het werk het meest bijdragen aan een goed herstel na werk. Het project onderzoekt ook hoe persoonlijke voorkeuren en werkkenmerken bepalen wat de optimale herstelactiviteiten zijn. Daarom ontwikkelt het project een gepersonaliseerde en adaptieve aanpak.

Zijn baby's verleden tijd? Een mixed-methods studie naar narratieven over de toekomst, maatschappelijk pessimisme en bewuste kinderloosheid onder Nederlandse volwassenen

dr. K.O. Ivanova (UvT),

Het aantal bewust kinderloze volwassenen neemt onmiskenbaar toe. Om de beweegredenen achter kinderloosheid te begrijpen is het uitgangspunt in dit project dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen hoe volwassenen maatschappelijk pessimisme - het gevoel dat de wereld gewoon niet goed in elkaar zit – ervaren, los te zien van zorgen over hun eigen toekomst. Hierbij wordt gebruik gemaakt van data uit panelonderzoek en diepte-interviews met Nederlandse volwassenen.

Een analyse van het pluralisme van rechtsbronnen in de vroegmoderne rechtspraktijk van het Hof van Friesland

prof. dr. mr. H. de Jong (VU),

Overeenkomstig dit voorstel zullen de civiele procesdossiers van 1716-1730, overgeleverd uit het Hof van Friesland, worden onderzocht. Deze periode kenmerkte zich door pluralisme van rechtsbronnen. Het doel is inzicht te krijgen in het gebruik van deze rechtsbronnen in de rechtspraktijk. In het bijzonder wordt het effect bestudeerd van de herziening van de Landsordonnantie in 1723. Het gebruikte corpus van civiele procesdossiers is gedigitaliseerd en (onder)zoekbaar gemaakt door Handwritten Text Recognition, ontwikkeld door Transkribus. Text annotation platforms worden gebruikt om de verscheidenheid aan rechtsbronnen zichtbaar te maken (patronen). Analyse van deze patronen zal uitwijzen wat de status was van deze rechtsbronnen.

Geschiedenis in beleid: percepties, praktijken en interventies

dr. H.G.J. Kaal (RU),

Beleidsmakers hechten waarde aan geschiedenis. Van een systematische toepassing van historische inzichten en vaardigheden in de beleidspraktijk is echter geen sprake. Dit project onderzoekt waarom dit het geval is. Drie verschillende Nederlandse beleidscontexten worden onderzocht: de formulering van kabinetsbeleid, beleid in crisistijd en medewetgeving en beleidscontrole door de Tweede Kamer. Het project resulteert in de ontwikkeling van interventies voor de structurele verankering van geschiedenis in de beleidspraktijk.

Integratieactiviteiten om de positie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt te verbeteren

dr. A.M. Kanas (EUR),

Om de uitdagingen van vluchtelingen op de arbeidsmarkt aan te pakken, hebben beleidsmakers verschillende integratieactiviteiten opgezet. Maar caseworkers hebben aanzienlijke beleidsvrijheid om te bepalen aan welke activiteiten vluchtelingen kunnen deelnemen. Evenzo, de deelname van vluchtelingen wordt mogelijk niet altijd gewaardeerd door werkgevers. Dit project bestudeert ongelijkheid in de toegang tot integratieactiviteiten en variatie in de reacties van werkgevers op de deelname van vluchtelingen aan deze activiteiten. Door onderscheid te maken tussen verschillende typen werknemers en werkgevers en te focussen op de toewijzingsbeslissingen van caseworkers, zal het duidelijk maken welke integratie-interventies werken, voor wie en waarom.

Migratie en onzichtbare grenzen in de Latijns-Amerikaanse stad

dr. ir. C.J. Klaufus (UvA),

Migratie tussen Latijns-Amerikaanse landen neemt alsmaar toe. Migranten verlaten hun moederland op de vlucht voor geweld, armoede en ecologische rampen. Vaak komen zij aan in zelfgebouwde wijken in de stad die functioneren als kleine dorpjes volgens specifieke, ongeschreven regels. Dit onderzoek stelt de ervaring van acceptatie en uitsluiting van migranten die zich op deze plekken proberen te vestigen centraal. Op deze manier worden alternatieve bestuurlijke organisaties in deze wijken in Latijns-Amerika in kaart gebracht, door te onderzoeken hoe sociale grenzen worden gelegd, bewaakt en doorbroken.

BES voor informatieve hypothesen: Aggregatie van bewijs uit conceptuele replicaties

prof. dr. I.G. Klugkist (UU),

‘Bayesian Evidence Synthesis’ (BES) is een methode om de hoeveelheid bewijs in verschillende studies samen te nemen. Omdat de aggregatie op het niveau van de hypothesen plaatsvindt en niet op het niveau van data of model parameters (zoals bijvoorbeeld bij meta-analyse) is BES zeer flexibel en kan resultaten van studies die erg verschillend zijn (bijv., verschillend design, statistisch model, en/of variabelen), zoals bijvoorbeeld uit conceptuele replicaties, toch samennemen. BES staat echter nog in de kinderschoenen. Dit (methodologische) onderzoek helpt BES te volgroeien tot een breed inzetbaar instrument, dat empirische kwantificatie van de generaliseerbaarheid van wetenschappelijke theorieën mogelijk maakt.

Wie bepalen onze handelsverdragen nou echt?

dr. T. Kohl (RUG),

Globalisering beïnvloedt ons dagelijks leven. Het beleid dat de uitkomsten van globalisering bepaalt, wordt geregeld in handelsverdragen. Deze verdragen komen door middel van een politiek besluitvormingsproces tot stand. Echter, dit proces is onderhevig aan onzichtbare lobby’s door onbekende partijen die de wetten en opbrengsten van globalisering beïnvloeden. Dit project onderzoekt wie de lobbyisten zijn, welke belangen zij vertegenwoordigen en hoeveel geld lobby’s aan politieke beïnvloeding besteden. Hiermee wordt duidelijk hoe en in welke mate commerciële en maatschappelijke partijen het publieke besluitvormingsproces ten aanzien van globalisering bepalen.

Veerkracht in wijken, veiligheidsbeleid, en stedelijke ontwikkeling in gewelddadige steden in Latijns Amerika

prof. dr. C.G. Koonings (UU),

Het doel van dit project is het begrijpen van strategieën, praktijken, ervaringen en uitkomsten voor veerkracht en weerbaarheid in stedelijke gemeenschappen in Latijns-Amerika die te maken hebben met langdurig geweld en onveiligheid. Het gaat daarbij vooral om arme en gestigmatiseerde wijken in de zogeheten stedelijke periferie. Het project brengt dit in verband met twee bredere aspecten van weerbaarheid: beleid voor openbare veiligheid van de overheid, en interventies in de materiële en ruimtelijke kwaliteit van de stedelijke omgeving.

Wat zie jij in dit plaatje? Individuele verschillen als de sleutel tot het begrijpen van visuele waarneming

dr. T.M. van Leeuwen (UvT),

Niemand ervaart de wereld precies hetzelfde: er zijn grote individuele verschillen in waarneming. In dit project gaan de onderzoekers uitzoeken welke rol mentaal inbeeldingsvermogen en prikkelgevoeligheid spelen in waarneming. Ze doen dit door mensen met heel sterk, of juist heel beperkt voorstellingsvermogen, en mensen met en zonder hoogsensitiviteit te vergelijken.

Perfecte ouders

prof. dr. P.C.M. Luijk (EUR),

Een kind opvoeden is mooi en zwaar tegelijk; veel ouders zijn erg moe. Vermoeidheid is een voorloper van burnout bij ouders. Maatschappelijke trends kunnen ouders het idee geven dat opvoeding iets is dat je perfect moet doen en iets dat je zonder hulp moet kunnen. Paradoxaal genoeg draagt bestaand opvoedadvies waarschijnlijk bij aan ouderlijke vermoeidheid en burnout door de impliciete boodschap dat perfect opvoeden bestaat. In dit onderzoek bestuderen pedagogen hoe maatschappelijke trends ouderlijke vermoeidheid en symptomen van burnout beïnvloeden en ontwikkelen zij samen met ouders toekomstbestendige oplossingen om vermoeidheid en burnout terug te dringen.

Vermijden of niet? Sociale steun als een uniek veiligheidssignaal in het (af)leren van pijngerelateerd vermijdingsgedrag

dr. A. Meulders (UM),

Personen met chronische pijn vermijden vaak in extreme mate bewegingen en activiteiten. Dit leidt tot ernstige beperkingen in het dagelijks leven. Blootstelling aan deze bewegingen en activiteiten (exposure) kan pijn-gerelateerde vrees doen afnemen en functioneren herstellen, maar herval komt vaak voor. (Subtiel) vermijdingsgedrag tijdens blootstelling of de aanwezigheid van andere veiligheidssignalen kan de behandeling belemmeren. We testen het idee dat sociale steun een uniek veiligheidssignaal is, dat het aanleren en verspreiden van pijn-gerelateerd vermijdingsgedrag net kan indijken, het uitdoven van pijn-gerelateerde vrees kan faciliteren en terugkeer van vermijding na behandeling kan voorkomen.

Grensoverschrijdende interorganisationele samenwerking in misdaadbestrijding

prof. dr. J.M.P.H. Noortmann (UM),

Grensoverschrijdende criminaliteit is een structureel probleem voor veel Europese grensregio’s. De bestrijding van bijvoorbeeld drugscriminaliteit en mensensmokkel vereist vergaande Euregionale samenwerking tussen politie-eenheden, openbaar ministeries en gemeenten. Dit project richt zich op de integrale aanpak in de samenwerking tussen deze bestuursorganen in de Euregio Maas-Rijn (EMR). In het onderzoek werken wetenschappers uit recht, politicologie en organisatie studies en professionals uit de betrokken bestuurssectoren nauw samen. Het onderzoek levert een nieuwe bijdrage aan de ontwikkeling van kennis en beleid over bestuurlijke samenwerking in grensoverschrijdende misdaadbestrijding.

Morele waarheid: Een onderzoek naar ‘praktische kennis’ in Kants Ethiek

dr. T.R.V. Nys (UvA),

Morele uitspraken lijken aanspraak te maken op objectieve geldigheid. Wie denkt dat folteren geoorloofd is, maakt een fout. Het is echter onduidelijk hoe we die foutheid moeten begrijpen.

Binnen de Kantiaanse ethiek wordt deze objectiviteit momenteel gezien als het resultaat van een ‘constructie’: morele principes zijn handelingsvoorschriften die we als redelijke wezens onderschrijven. Morele kennis krijgt dan gestalte middels een rationeel proces.

Dit onderzoek stelt dat Kant een robuuster idee van morele kennis hanteerde middels een nauwe analogie tussen het praktische en theoretische. Niet alleen levert dit een meer getrouwe Kant-interpretatie op, maar tevens een sterker fundament voor morele kennis.

Cousin Kevin: Over Motivaties, Doelen, en Beloningen van Pesters—en Hoe we Moeten Ingrijpen

prof. dr. G.J. Overbeek (UvA),

De meeste kinderen pesten niet vanwege een gebrek aan sociale vaardigheden, maar omdat ze op instrumentele wijze dominantie en sociale status onder leeftijdgenoten proberen te verwerven. Anti-pest programma’s zullen dan ook vooral effectief zijn als zij in klassen een norm kunnen laten ontstaan waarbinnen pesten onacceptabel en ineffectief is. We onderzoeken dit in een wereldwijde, eerste Individual Participant Data (IPD) meta-analyse onder 39.000+ kinderen die deelnamen aan RCTs van anti-pest programma’s, en een microtrial waarin we prosociale peer normen en positieve peer rollen isoleren als mogelijk effectieve elementen van anti-pest programma’s.

The Great Game of Pandemics: Volksgezondheidsinternationalisme in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, 1792-1942

dr. H.O. Ozavci (UU),

De ontoereikende samenwerking op gezondheidsgebied tussen het mondiale Noorden en Zuiden heeft tijdens de COVID-19-pandemie ernstige en zelfs dodelijke gevolgen gehad voor de mensheid. Toch is onze kennis over het opzetten van effectieve en duurzame noord-zuid-samenwerkingssystemen, zonder daarbij te vervallen in buitenlandse overheersing of nationalistische ressentimenten, nog steeds beperkt.  Dit project zal zich richten op de ervaringen uit het verleden om dit dringende probleem aan te pakken. Het zal een nieuwe geschiedenis schrijven van de eerste en langst bestaande instellingen voor mondiale volksgezondheidssamenwerking: de internationale sanitaire raden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Exportbeperkingen voor industriële ruwe grondstoffen -- slecht nieuws voor de Wereld, maar goed nieuws voor thuis?

prof. dr. S. Poelhekke (VU),

Industriële grondstoffen, zoals koper, nikkel, kobalt en zeldzame aardmetalen zijn cruciale grondstoffen in vele productieprocessen, zoals die voor hernieuwbare energiebronnen, magneten, lithiumbatterijen, en andere onderdelen die de energietransitie mogelijk maken. Veel ontwikkelingslanden exporteren slechts deze ruwe grondstoffen terwijl veel meer toegevoegde waarde zit in de verwerking tot consumenten- en kapitaalgoederen. Dit gebeurt nu in ontwikkelde landen, wat consumentenprijzen wel verlaagt maar te weinig doet om armoede en ongelijkheid terug te dringen. Veel ontwikkelingslanden leggen nu exportbeperkingen op, om een eigen verwerkende industrie te stimuleren. Leidt dat tot economische groei? Wat zijn de wereldwijde implicaties voor handel, productieketens en de energietransitie?

Wereldwijde Slavenhandel – Patronen, Actoren en Winsten in Nederlandse en Iberisch Slavenhandel in Asia

dr. F.I. Ribeiro da Silva (Intern Inst voor Soc Geschiedenis),

Met dit project krijgen de (wereldwijde) debatten over slavernij een hele nieuwe invalshoek, omdat voor het eerst voor drie cruciale gebieden van ‘Aziatische’ de slavenhandel wordt gereconstrueerd, waarbij actoren, winsten en gevolgen van deze handel worden geanalyseerd. Het gaat daarbij om Zuid- en Oost-Afrika, de Zuid-Chinese Zee en de Indonesische Archipel en er wordt gebruik gemaakt van nieuwe onderzoeksmethoden voor gedigitaliseerde historische bronnen uit Nederlandse, Portugese, Spaanse en lokale Aziatische archieven. De onderzoeksdata van dit onderzoek worden duurzaam beschikbaar gesteld via de door het IISG opgezette en beheerde Indian Ocean and Maritime Asian Slave Trade Database.

Gestreste ooggetuigen: goed of slecht voor het geheugen?

dr. M.S. Sauerland (UM),

De politie beroept zich in haar onderzoek nogal eens op ooggetuigen. Omdat deze ooggetuigen veelal stress ervaren is het belangrijk het effect van stress op het geheugen in kaart te brengen. Terwijl ooggetuigenonderzoekers vaak vinden dat stress het geheugen nadelig beïnvloedt, rapporteren fundamentele geheugenonderzoekers juist het tegenovergestelde: stress verbetert het geheugen. Dit voorstel heeft tot doel de kloof tussen ooggetuigen- en fundamenteel geheugenonderzoek te overbruggen door gestandaardiseerde stressoren en naturalistische ooggetuigenparadigma's te combineren in een project dat de effecten van stress tijdens een misdrijf op getuigenverklaringen en het herkennen van de dader uit een selectie onderzoekt.

Zelfervaring bij mensen met een dementiesyndroom

prof. dr. J.B.A.M. Schilderman (RU),

Een gangbaar beeld is dat dementie het besef van een zelf vernietigt. Wij gaan na hoe een meer genuanceerd beeld van het zelf uit de filosofie terug te vinden is in verschillende typen dementie met als doel de eenzijdige beeldvorming te vernieuwen die hersenziekte identificeert met totaal zelfverlies. Aan de hand van een filosofisch onderzoek en diepte-interviews met mensen met dementie en hun mantelzorgers en verzorgenden, verwachten we aspecten van het zelf aan te tonen die tot nu toe niet of nauwelijks worden onderkend in dementiezorg en die kunnen bijdragen aan een innovatie van persoonsgeoriënteerde ‘zelfzorg’.

Het VORK project: Volledig Open-source en Real-time systematisch literatuur screenen met Kunstmatige intelligentie

prof. dr. A.G.J. van de Schoot (UU),

In de tsunami van nieuwe wetenschappelijke kennis, stel je voor dat je richtlijnen ontwikkelt voor interventies, behandelingen, of werkt aan een wetenschappelijk onderbouwde studie: er is niet genoeg tijd om alles te lezen. Oplossingen op het gebied van kunstmatige intelligentie zijn doorgaans closed source, wat problematisch is in het tijdperk van transparantie, vooral als de KI beslissingen neemt. Bovendien zijn de meeste literatuuronderzoeken gericht op westerse studies die in het Engels zijn gepubliceerd. Daarom stelt het huidige project voor om een volledig open-source en real-time AI-ondersteunde pijplijn te ontwikkelen met behulp van inclusieve databases.

Machine Learning en Marktresultaten

dr. C. Seel (UM),

Geautomatiseerde beslissingen spelen een grote en steeds grotere rol in de moderne samenleving. Datingapps suggereren bijvoorbeeld potentiële partners en bedrijven nemen werknemers aan en stellen verkoopprijzen vast op basis van computeraanbevelingen. De onderzoekers bestuderen risico's en kansen van het vervangen van menselijke beslissingen door computers in verschillende markten. Een voorbeeld van een risico is dat bedrijven op basis van computeraanbevelingen hogere gas- of olieprijzen kunnen coördineren, wat leidt tot meer armoede onder de bevolking. De onderzoekers ontwikkelen methoden om dergelijke problemen in een bepaalde dataset te detecteren.

“Zwak” antisemitisme? Spotprenten en het verval van democratie in Tsjechoslowakije in het interbellum

dr. E.M. Stanczyk (UvA),

We weten dat antisemitische spotprenten bestonden in autoritaire staten tijdens het interbellum. Minder is bekend over de invloed van zulke spotprenten op democratieën. Dit project richt zich op het Tsjechoslowaakse democratisch model. Wie produceerde en consumeerde antisemitische spotprenten, en hoe droegen ze bij tot het verval van de democratische orde?

Waarom kunnen KI-systemen analogieën minder goed oplossen dan kinderen?

dr. C.E. Stevenson (UvA),

Lichaam staat tot voeten zoals boom staat tot …? Rond de kleutertijd leren kinderen dergelijke analogieën goed op te lossen (antwoord: “wortels”). De modernste kunstmatige intelligentie (KI) geeft minder goede antwoorden zoals “bladeren”. Analogisch redeneren behoort tot de kern van menselijke intelligentie. Waarom kunnen KI-systemen niet zo goed analogisch redeneren als kinderen? Dit project onderzoekt hoe kinderen analogieën leren oplossen waar KI moeite mee heeft, om toekomstige KI-systemen slimmer en betrouwbaarder te maken en draagt tegelijk bij aan een beter begrip van menselijke intelligentie en zijn ontwikkeling.

Romeins nepnieuws? Documentaire ficties in het Romeinse Rijk

dr. L.E. Tacoma (LEI),

Hoe nieuw is nepnieuws? Dit project bestudeert gemanipuleerde en vervalste documenten uit de Romeinse keizertijd. Er zijn opvallend veel officiële teksten waarvan het niet zeker is of ze echt zijn: sommige waren misschien authentiek, sommige zijn vrijwel zeker vervalst en bij andere lijkt er te zijn geknoeid. Deze documentaire ficties lijken opvallend veel op modern nepnieuws, onder andere in de manier waarop ze circuleerden en werden ingezet. Hoe kunnen theorieën over moderne desinformatie helpen te begrijpen hoe de Romeinse documentaire ficties functioneerden? En wat betekent het als er in verleden ook nepnieuws voorkwam? Is modern nepnieuws dan minder bedreigend?

Één plus één is meer dan twee: Waarom hebben tweetalige kinderen een voorsprong bij het leren van vreemde talen op school?

dr. E. Tribushinina (UU),

Tweetalige leerlingen presteren vaak beter in het Engels en andere vreemde talen dan hun eentalige leeftijdsgenoten. Dit geldt voor kinderen met een normale taalontwikkeling én voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Maar de onderliggende oorzaken van deze voorsprong zijn bij kinderen met TOS mogelijk anders dan bij kinderen met een normale taalontwikkeling. In dit project proberen we te ontrafelen waarom tweetaligheid een voorsprong biedt bij het leren van vreemde talen. Daartoe wordt de ontwikkeling van Engelse taalvaardigheid van leerlingen bestudeerd in relatie tot hun cognitieve vaardigheden, motivatie en beheersing van de schooltaal (Nederlands) en de thuistaal (Turks of Pools).

Hoe Google en Instagram de stad veranderen

prof. dr. J.L. Uitermark (UvA),

We zien de stad steeds meer door de bril van digitale platforms. Op Instagram ziet de stad eruit als verzameling hippe plekken met mooie mensen, op Google Maps krijgen zelfs parkeerplaatsen en sportclubs ratings en recensies. Dit onderzoek stelt dat digitale platforms als Google en Instagram de stad niet alleen weergeven maar ook vormgeven. Met digitale data en etnografische methoden laten de onderzoekers zien hoe plekken worden veranderd voor de likes.

Vernieuwing van Microfinanciering

dr. R.B. Uras (UvT),

Microfinancieringsinstellingen (MFI's) hebben tot doel armoede terug te dringen en bij te dragen aan economische groei door betaalbare leningen te verstrekken aan arme individuen door middel van innovatieve instrumenten (bijvoorbeeld groepsleningen). Ondanks deze belofte zijn de MFI-rentetarieven recentelijk gestegen als gevolg van de hoge bedrijfskosten van bestaande lening-producten, wat de stress van arme kredietnemers nog vergroot. Het opnieuw benutten van de rol van sociaal kapitaal in groepsleningen, het concept dat de kern vormde van de microfinancieringsrevolutie in de jaren zeventig, zal het belangrijkste doel en de nieuwigheid zijn van mijn onderzoek naar het vernieuwen van microfinanciering.

Over de maakbaarheid van vertrouwen in voorkeuren

prof. dr. H.P. Veling (WUR),

Voorkeuren voor producten zoals snoep of appels worden aangeleerd door ervaringen met die producten. Wanneer deze ervaringen erg op elkaar lijken (snoep is bijna altijd lekker) dan krijgen we vertrouwen in onze voorkeuren, terwijl we minder vertrouwen in voorkeuren krijgen wanneer ervaringen van elkaar afwijken (appels zijn soms lekker en soms melig). Dit gevoel van vertrouwen in voorkeuren is handig omdat het eerdere ervaringen samenvat, maar het maakt het mogelijk moeilijk verleidingen te weerstaan. In dit project wordt de veranderbaarheid en maakbaarheid van dit vertrouwen in voorkeuren onderzocht en hoe dit vertrouwen het weerstaan van verleidingen kan belemmeren en bevorderen.

Causale relaties tussen roken en psychische gezondheid

prof. dr. C.J.H. Verweij (Amsterdam UMC),

Rokers hebben vaker last van psychische klachten (zoals depressie, angststoornis, of schizofrenie), maar het is niet goed duidelijk waarom. Onderzoekers gaan een vernieuwende, interdisciplinaire methode gebruiken om te onderzoeken of roken er toe kan leiden dat mensen een psychische stoornis ontwikkelen, of andersom, dat het hebben van een psychische stoornis ertoe leidt dat mensen gaan roken. Nadat deze verbanden duidelijk in kaart zijn gebracht, zal worden onderzocht hoe deze informatie de perceptie van roken, motivatie om te stoppen, en het gevoel van empowerment van (potentiele) rokers beïnvloedt. Bevindingen worden gebruikt om beleidsmakers te informeren over effectievere publieke voorlichting omtrent roken.

Hoe STREET-level normen het migratie REGIME vormen

dr. D.V. Vigneswaran (UvA),

Gewone ambtenaren, smokkelaars, werkgevers en migranten bepalen samen hoe migratiecontroles in de praktijk werken. STREETREGIME zal onderzoeken of deze 'street-level' actoren ook machtig genoeg zijn om de manier waarop nationale elites immigratiebeleid maken te veranderen. STREETREGIME werpt licht op deze vraag door middel van kwalitatief onderzoek in Zuid-Afrika en Mexico.

Robuuste Dynamiek: Een Bredere Bayesiaanse Blik op Verandering

prof. dr. E.M. Wagenmakers (UvA),

Dynamische modellen stellen onderzoekers in staat om uitspraken te doen over de effectiviteit van een interventie op het niveau van een enkel individu: In hoeverre is een nieuwe leermethode effectief voor de pupil Miruna? In hoeverre is een bepaalde therapievorm effectief voor de patiënt Richard? De standaard analyse steunt op een enkel geselecteerd dynamisch model dat bijzonder gevoelig is voor anomalieën in de data. Dit project beoogt de analyse robuust te maken door meerdere modellen en meerdere analisten tegelijkertijd in beschouwing te nemen, en het bewijs voor interventie-effectiviteit te kwantificeren op een continue schaal. De methodiek wordt geïmplementeerd in JASP.

Culture Wars en moderne wereldbeschouwingen: een transnationale conceptuele geschiedenis

prof. dr. T.H. Weir (RUG),

Hoe hebben de termen “wereldbeschouwing” en “levensbeschouwing” zich tot sleutelbegrippen ontwikkeld in wetenschap, beleid en het publieke debat van 21ste eeuws Duitsland, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Nederland en Latijns Amerika? Met als vertrekpunt het Duitsland van de 19e eeuw, plaatst dit project de begrippen in de context van “cultuuroorlogen”. We bekijken hoe deze noties van wereld- en levensbeschouwing ontstonden in moderne sociale bewegingen, leidden tot nieuwe wetenschappelijke theorieën, en hoe ze bepalend zijn voor de hervorming van godsdienstonderwijs. Dit biedt ons een krachtig instrument om het spanningsveld tussen het religieuze en het seculiere te begrijpen.

Emotioneel grenswerk: Een nieuwe blik op etnisch profileren

prof. dr. M.A.H. van der Woude (LEI),

Etnisch profileren door (grens)politieambtenaren is een probleem met grote maatschappelijke kosten, waaronder ervaren stigmatisering en verlies van vertrouwen in de overheid. Door een combinatie van wetenschappelijk en artistiek onderzoek zal dit project onderzoeken hoe verschillende gevoelens en (morele) waarden die een politieambtenaar ervaart met elkaar in conflict kunnen komen tijdens het grenspolitiewerk en hoe zich dit vertaalt naar concrete beslissingen over burgers. Hierbij speelt de tot dusver onderbelichte spanning en interactie tussen samenleving – organisatie – individu een centrale rol. De toepassing van deze innovatieve aanpak biedt het project nieuwe inzichten hoe deze problematische politiepraktijk succesvol kan worden bestreden.