Direct naar artikelinhoud
Ten Slotte

Petra Jorissen (1950-2023) was dol op het leven: ‘In haar hart was ze een punker’

Schrijfster en publicist Petra Jorissen werd geboren met een dwarslaesie, maar als gehandicapt heeft ze zichzelf nooit beschouwd. ‘Van jongs af aan wilde ze bewijzen: ik word honderd jaar!’

Petra Jorissen.Beeld Liesbeth Sluiter

Toen Petra Jorissen drie jaar oud was, zei meneer pastoor: ‘Laat haar maar dood gaan’. “Als ze dat vertelde, fonkelden haar ogen,” zegt haar oude vriendin Margriet Meeuwesen. “Van jongs af aan wilde ze bewijzen: ik word honderd jaar!”

De levenskracht van Jorissen is ongekend. Ze werd geboren in het katholieke Brabant, in een gezin met nog een zus en twee broers. Het was de tijd dat gehandicapten ‘ongelukkige kinderen’ werden genoemd, en ook zo behandeld. Toch kreeg Jorissen, gekluisterd aan een rolstoel vanwege een aangeboren dwarslaesie, het voor elkaar om in Eindhoven een reguliere middelbare school af te maken. Ze ging naar de Sociale Academie, studeerde Nederlands en verhuisde eind jaren tachtig naar Amsterdam. Daar werkte ze onder meer bij de Stichting Gehandicapten Overleg Amsterdam en werd schrijfster en publicist.

Punker

“Ze beschouwde zichzelf niet als gehandicapt,” zegt Meeuwesen. “Ze was dol op het leven. Op vakantie in Frankrijk wilde ze niet op een suf terrasje, maar naar het motorbendecafé aan de overkant. Ze was in haar hart een punker. Als ze had kunnen lopen, had ze in haar jeugd vast zwarte laarzen en een hanenkam gehad.”

“Ze was sterk, stoer en krachtig,” zegt oude vriend Peter Hendriks, “maar ook nuchter, en ze had vooral heel veel humor.”

Linus Hesselink, die twaalf jaar een relatie met haar had: “Na haar ervaringen met katholieke internaten, wilde ze niets meer met de katholieke kerk te maken hebben, maar: ze was de troosteres des bedroefden. Ze maakte iedereen blij en gelukkig die met haar in contact kwam. Na onze relatie kreeg ik een nieuwe vriendin en een kind, maar ze voedde mijn zoon mee op alsof hij haar eigen zoon was. Dat zegt alles over haar.”

Ondanks haar beperking ging Jorissen altijd maar weer naar het theater, de bioscoop, de kroeg, dansen in Paradiso. En heel, heel vaak op vakantie. Naar Afrika bijvoorbeeld. Hesselink: “Ik vond dat heel opmerkelijk, maar ze wilde het, ook al was het heel veel improvisatie. In Afrika gooide je een rolstoel achterin het vliegtuigje, in Parijs duurde zoiets uren.”

Erg, hè!

Haar gezondheid was een voortdurende zorg, met veel terugslagen, maar altijd kwam ze er bovenop en had ze weer nieuwe plannen. Ze schreef boeken over gehandicapte kunstenaars en Afrikanen met lichamelijke beperkingen. Drie jaar geleden kwam haar roman Erg hè! uit. Ondertitel: Uit het leven van een rolmodel. Het was een verslag vol humor van haar verblijf in een Amsterdams revalidatiecentrum. Ze noemde het autofictie, het promotiefilmpje dat ze erbij maakte is net zo gevat als het boek zelf.

Altijd was daar die humor en relativering. Meeuwesen: “Als we weer eens zaten te klagen, zei ze vaak: ‘Ach Meeuw, de ene augurk is de andere niet.’”

Ook schreef ze vele opiniestukken, onder meer over hoe een ‘leven op kruishoogte’ er anders uitzag en rook. Maar ze maakte zich ook kwaad. Over dat mensen in een rolstoel meer moeten betalen voor een kaartje in het theater, bijvoorbeeld. Hendriks: “Ze was in een voortdurende strijd met instanties over de drempels, letterlijk en figuurlijk, voor mensen in een rolstoel. Ze trotseerde al die drempels met humor, maar ook met boosheid.”

De laatste jaren schreef ze boekrecensies voor opinietijdschrift Argus. Naar het café en theater ging ze tot op het laatst. Uiteindelijk werd een longontsteking Petra Jorissen fataal. Ze overleed afgelopen maandag op 72-jarige leeftijd. Komende dinsdagmiddag wordt afscheid van haar genomen in de Kompaszaal op KNSM-eiland. Dat Let’s dance van David Bowie wordt gedraaid, staat vast.