Wie denkt dat Nederland volstaat met windmolens heeft het mis. We wekken nog altijd nauwelijks hernieuwbare energie op. Slechts 6,6 procent van alle opgewekte energie kwam van wind, zon, water en biomassa. Alleen Luxemburg is 'viezer', als we kijken naar de hele Europese Unie.
Als Nederland zich aan de Europese doelen houdt, moet volgend jaar 14 procent van alle opgewekt energie hernieuwbaar zijn. Maar kijken we naar het percentage van 2017, het meest actuele cijfer dat het Eurostat dinsdag publiceerde, zijn we daar nog lang niet. Geen enkel ander Europees land staat zo ver van zijn doelen af als Nederland.
Scandinavië
We lopen ook ver achter op de rest van Europese Unie. Gemiddeld was in de hele EU 17,5 procent van de energie hernieuwbaar. Dat komt met name door de Scandinavische landen, die voorop lopen als het gaat om schone energie. Het doel in 2020 van de EU is 20 procent.
Zweden, Finland en Denemarken hebben hun doelen voor 2020 al bereikt. In Zweden is zelfs meer dan de helft van de opgewekte energie duurzaam.
Zegt niet alles
Overigens zegt de hoeveelheid opgewekte duurzame energie niet alles over de hoeveelheid broeikasgassen een land uitstoot. Frankrijk wekt bijvoorbeeld veel kernenergie op. Dat is geen groene energie, maar wel relatief schoon. Biomassa wordt daarentegen wel gezien als duurzaam, al vinden critici dat onterecht.