Huisartsen en spoedeisende hulp werken samen aan betere spreiding patiënten

Martini Ziekenhuis Groningen
© FPS/Jos Schuurman
Door huisartsen inzicht te geven in de drukte op de spoedeisende hulp, kan de acute zorg in onze regio beter verdeeld worden. Dat is de uitkomst van een pilot met de spoedeisende hulp van het Martini Ziekenhuis en zestien huisartsen.
Doordat huisartsen in het systeem kunnen zien waar patiënten nog terecht kunnen en waar niet, wordt ‘geleurd’ met patiënten voorkomen.

Pionieren

Robin Hagenauw is als adviseur van het Acute Zorgnetwerk Noord Nederland (AZNN) betrokken bij de pilot. Deze manier van samenwerken tussen huisartsen en de spoedzorg in het ziekenhuis is volgens hem uniek: ‘Met deze pilot zijn we echt een pionier, in de rest van Nederland wordt dit nog niet gedaan.’
Volgens Hagenauw moet de zorg toewerken naar gezamenlijke dashboards, om de zorgcapaciteit beter te benutten: ‘We hopen deze pilot verder uit te rollen in Noord-Nederland, hiervoor zijn de eerste stappen inmiddels gezet.’

Stoplicht

De spoedeisende hulpen in Noord-Nederland werken met een stoplichtsysteem. In dit systeem is te zien hoe het staat met de drukte en capaciteit van de verschillende ziekenhuizen in de regio. Staat het stoplicht op rood, dan is er op dat moment eigenlijk geen plek meer. (Bij een levensbedreigende situatie, waar direct gehandeld moet worden, kan een patiënt overigens altijd terecht). De meldkamer ambulancezorg heeft inzicht in dit platform, en kan zo zien waar een patiënt terecht kan.
Een meerderheid van de patiënten die op de spoedeisende hulp binnenkomt is doorverwezen door hun huisarts. Door huisartsen ook op te nemen in het platform, kan de spoedzorg beter gespreid worden.
Een huisarts kan er bijvoorbeeld voor kiezen om, als de situatie dat toelaat, een patiënt op een rustiger moment door te verwijzen. Of meteen te bellen naar een ander ziekenhuis waar het op dat moment minder druk is.
We kunnen de spoedzorg beter verdelen naar de juiste plek op het juiste moment
Mischa Hardieck - huisarts

De juiste plek op het juiste moment

Mischa Hardieck is huisarts in Stadskanaal en deed mee aan de pilot. Hij is enthousiast: ‘Een huisarts in Roden ziet in het systeem bijvoorbeeld dat het ziekenhuis in Assen op rood staat, en kan dan meteen het Martini bellen.’
Mischa Hardieck in zijn huisartsenpraktijk in Stadskanaal
© Eigen foto
Hardieck legt uit dat er verschillende gradaties van spoed zijn. Een hersenbloeding kan uiteraard geen seconde wachten, maar iemand die met een gebroken heup thuis in bed ligt zou je ook een paar uur later naar het ziekenhuis kunnen vervoeren, wanneer het minder druk is. ‘Doordat we als huisartsen meer informatie hebben, kunnen we de spoedzorg verdelen naar de juiste plek op het juiste moment.’
Spoedarts in het Martini ziekenhuis Kinge van der Heide deelt het enthousiasme. Door de samenwerking ontstaan volgens haar wederzijds begrip tussen huisartsen en medewerkers van de spoedeisende hulp: 'Er is minder frustratie wanneer we als spoed 'nee' moeten verkopen.'

Minister wil nationale coördinatie

De pilot past goed binnen de koers die minister van Volksgezondheid Ernst Kuiper wil varen. Deze week werd bekend dat hij vanaf 2025 de spreiding van patiënten die acute zorg nodig hebben nationaal wil gaan coördineren, zodat zij sneller terecht kunnen in een ziekenhuis waar plek is.
De aanpak van de minister is een voortzetting van inzichten die zijn opgedaan in de coronacrisis. Toen covid-patiënten via een landelijk coördinatiecentrum over ziekenhuizen in heel Nederland verspreid konden worden.

Verlichten werkdruk

Ook de Huisartsenkring Groningen is positief over de ontwikkelingen. Voorzitter Trudy Oldenhuis hoopt dat de werkdruk voor huisartsen zal verlagen, doordat er minder tijd verloren gaat aan het zoeken naar een bed.