Ongelijkheid in Nederland
Eens een dubbeltje, altijd een dubbeltje?
Waar in Nederland je wieg staat, kan beslissend zijn voor de hoogte van het inkomen dat je later gaat verdienen, blijkt uit nieuw onderzoek. Ontdek hier hoe ongelijk de kansen voor kinderen verdeeld zijn – en wat de vooruitzichten waren op jouw geboortegrond.
Louis Davids zong in 1935: wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. 85 jaar later leven we volgens premier Rutte in een ‘in de kern diep socialistisch’ Nederland, soms ook wel getypeerd als het zuidelijkste deel van Scandinavië, omdat onze volksaard net zo egalitair zou zijn als in de streek van smörgåsbord en smørrebrød.
Maar is dat zo? Hoe gelijk zijn de kansen voor kinderen in Nederland?
Het team van onderzoeker Bastian Ravesteijn van de Erasmus School of Economics verzamelde anonieme CBS-gegevens over de inkomens van meer dan een miljoen Nederlanders tussen 32 en 38 jaar oud. Ze registreerden de plaats waar zij opgroeiden, hun geslacht, het inkomen van hun ouders en of zij een migratieachtergrond hadden. Deze enorme hoeveelheid cijfers leverde een fijnmazig beeld op van de ongelijke levenskansen voor kinderen in Nederland.
In dit verhaal laten we zien welke factoren voorspellen dat je moet knokken om er iets van te maken, of juist het tegendeel: wie hebben er bij de geboorte alvast een 1-0, 2-0, 3-0 voorsprong?
Natuurlijk, dit is allemaal niet voorbestemd: het zijn gemiddelden. Er zijn best kinderen uit arme gezinnen die later zelf rijk worden en andersom.
Het zijn er alleen niet zo veel. Delen we alle Nederlanders naar inkomen in vijf groepen, zoals hieronder, dan wordt duidelijk hoe erfelijk armoede kan zijn.
Wie geboren wordt als vrouw in het armste deel van de bevolking, heeft een grote kans zelf ook weinig te gaan verdienen. Haar kans om het te schoppen tot de best verdienende groep is slechts 6 procent. Wie als man geboren wordt in de rijkste groep, heeft juist 44 procent kans om daar zelf ook te belanden.
Op onderstaande kaart kun je zelf het verschil in kansen opzoeken voor kinderen die opgroeiden in jouw geboorteplaats. Je kunt daarbij kiezen om alleen kinderen uit gezinnen met een laag, doorsnee of juist hoog inkomen met elkaar te vergelijken, of alleen mannen of vrouwen. Zo wordt duidelijk wat het effect is van opgroeien in een bepaalde regio op je latere inkomen. Kijk vooral eens naar het effect van geslacht of economische achtergrond op de verschillen in jouw buurt.
De kaart laat zien: wie opgroeit in het noorden van het land krijgt het economisch moeilijker. Opgroeien in een grote stad betekent een grotere kans om later arm te worden. En wie geboren wordt als vrouw, zeker in de Biblebelt, maar ook in andere regio’s, zal gemiddeld veel minder gaan verdienen dan een man.
Bovenal laat dit onderzoek zien dat je toekomst in Nederland niet alleen afhangt van je talenten. Waar je wieg staat, maakt een groot verschil in je levenskansen.