Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 3216 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2020, 3216 | Verordeningen |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland houdende regels omtrent subsidie (Subsidieregeling energie-infrastructuur op industrieterreinen Zuid-Holland)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;
Overwegende dat niet gereguleerde energie-infrastructuur onvoldoende is ontwikkeld om de energietransitie te faciliteren.
Overwegende dat de industrie als sector voor de grootste emissie van broeikasgassen in Zuid-Holland zorgt.
Overwegende dat energietransitie bij de industrie een belangrijke bijdrage moet leveren aan het terugdringen van de CO2-emissie en de transitie pas echt op gang komt als de (nieuwe) energie in de vorm van warmte, stoom, moleculen of groene elektronen kan stromen.
Overwegende dat de te subsidiëren activiteiten in overeenstemming zijn met artikel 56 van Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
De Subsidieregeling energie-infrastructuur op industrieterreinen Zuid-Holland
In deze regeling wordt verstaan onder:
Industrieterrein: een terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, zoals aangewezen in onderdeel D, bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
indien een ondernemersvereniging of aannemer de aanvraag indient, zullen ten minste 2 van de op het industrieterrein gevestigde ondernemers ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd voorzieningen dan wel financiële middelen beschikbaar stellen die vereist zijn voor de uitvoering van de activiteit;
Indien ondernemers met meerdere ondernemingen op een industrieterrein zijn gevestigd of indien tussen meerdere op een industrieterrein gevestigde ondernemingen van verschillende ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, telt maximaal één al dan niet gezamenlijke commitmentbrief van deze ondernemers mee bij het bepalen of is voldaan aan het in het eerste lid onderdeel opgenomen vereiste.
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Onverminderd het eerste en tweede lid is de te verstrekken subsidie niet hoger dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst van de investering. De exploitatiewinst wordt in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, hetzij vooraf op basis van redelijke prognoses, hetzij via een terugvorderingsmechanisme.
Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling geplaatst wordt.
Den Haag, 19 mei 2020
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. H.M.M. Koek, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
De Provincie Zuid-Holland gaat in het programma “energietransitie industrie” uit van twee belangrijke lijnen. Lijn één is de “energie-efficiency en infrastructuur” en lijn twee betreft een nieuw grond- en brandstoffensysteem. De industrie zorgt als sector voor de grootste emissie van broeikasgassen in Zuid-Holland. Energietransitie bij de industrie zal daarom een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het terugdringen van de CO2-emissie. De provincie ziet dat de energie-infrastructuur op industrieterreinen niet is ingesteld op de energietransitie. De Provincie Zuid-Holland streeft naar een open acces energie-infrastructuur. De regeling energie-infrastructuur op industrieterreinen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van concrete resultaten voor dit beleid. De subsidieregeling is bedoeld voor relatief kleine infra- en energieopslagprojecten (voor warmte, stoom, groene waterstof) met een beperkte financiële vraag. Voor grote projecten, zoals bijvoorbeeld het Botlekstoomnetwerk, is deze regeling niet bedoeld.
Met de regeling energie-infrastructuur op industrieterreinen wil de Provincie Zuid-Holland een barrière wegnemen voor bedrijven om een begin te maken met het versterken van de energie-infrastructuur passend bij de energietransitie. Deze regeling is opgesteld overeenkomstig de voorwaarden opgenomen in hoofdstuk I en in artikel 56 ’Investeringssteun voor lokale infrastructuurvoorzieningen’ van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). In de AGVV heeft de Europese Commissie bepaalde categorieën steun onder voorwaarden verenigbaar verklaard met de interne markt. De subsidieregeling is niet van toepassing voor de aanleg van gereguleerde energie-infrastructuur, zoals bedoeld in artikel 48 AGVV.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie
De subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg van energie-infrastructuur van niet gereguleerde energie-infra. De regeling is gericht op het terugdringen van de CO2-emissie op industrieterreinen. Hier kan men denken aan infrastructuur voor warmte, stoom, waterstof, maar eventueel ook voor andere modaliteiten waar nog geen verplichting voor bestaat. Onder energie-infrastructuur voor het terugdringen van de CO2-emissie wordt verstaan de infrastructuur die nodig is voor niet gereguleerde energie-infrastructuur. Voor de gereguleerde infrastructuur (elektriciteit en aardgas) bestaat een wettelijke verplichting tot aanleg en aansluiting bij de netbeheerders.
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zoals ondernemingen en/of ondernemersverenigingen, stichtingen als bedoeld in artikel 285 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek juncto artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en samenwerkingsverbanden van minimaal twee ondernemingen. Het kan ook gaan om meer dan twee ondernemingen. Indien drie of meer ondernemingen in een consortium de aanvraag indienen kan het maximumbedrag van de subsidie met 125.000 euro worden verhoogd. Van belang is dat de ondernemingen van plan zijn om de energie-infra aan te leggen en ook zelf een substantiële investering (minimaal 50%) hierin willen doen.
Het is van belang om de ruimtelijk verantwoordelijke organisatie mee te nemen in het project. Voor het Haven en Industrieel Complex is dat het Havenbedrijf Rotterdam en eventueel de gemeente zelf de partij die de aanleg van de energie-infrastructuur moet ondersteunen. Dit ook in verband met de eis dat de infra als Open Acces geschikt moet zijn. Het havenbedrijf en/of de gemeente moet weten welke infra in het gebied wordt aangelegd.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, dient de activiteit te worden ondersteund door een haalbaarheidsonderzoek of business case waaruit blijkt dat de terugverdientijd van het project meer dan 5 jaar bedraagt. Indien de terugverdientijd langer dan vijf jaar betreft, is het mogelijk met behulp van deze subsidie de terugverdientijd terug te brengen. In de berekening dienen alle subsidies en andere overheidsbijdragen te worden meegenomen.
De bedrijven zelf dienen bij stapeling van subsidie ten minste 50% zelf te investeren in de maatregel.
De aanvragers verklaren in de subsidieaanvraag dat de energie-infrastructuur, wordt opengesteld voor mogelijke andere aanbieders en/of afnemers opdat er een open access structuur kan ontstaan.
De subsidie voldoet aan de volgende formule CO2-rendements-eis. Van een investering wordt verwacht dat deze een 10% betere CO2-prestatie haalt over de looptijd van het project vijf jaar als een vergelijkbare investering door de provincie in het opkopen van EU-ETS CO2-emmissierechten. Het betreft hier de CO2-emissiereductie voor de complete set van maatregelen die worden genomen waarvoor de energie-infrastructuur wordt aangelegd (zoals de verminderde inzet van aardgas voor een Hoge Temperatuurproces). De Provincie voert deze vergelijking aan de hand van de volgende formule uit:
R= CO2 winst (ton) en t is vijf jaar
P= EU-ETS-prijs (EUR/ton CO2), met een minimum van € 10,00 per ton CO2
Anders geformuleerd: I < Ʃt R x P / 1,1
Bijvoorbeeld indien de CO2-emissiereductie 10.000 ton per vijf jaar is en de CO2-ETS-prijs € 25, kunnen de aanvragers voor de energie-infra maximaal € 227.273,00 subsidie krijgen. Is de opbrengst 5.000 ton CO2 kan het project € 170.454,00 subsidie krijgen. Hierdoor is een koppeling gelegd met de CO2-reductie van het project.
Betreft hier de investeringen die gemoeid zijn voor de aanleg van de energie-infrastructuur. De benodigde materialen zijn die materialen die nodig zijn zoals buizen, koppelstukken, bouten, maar ook de kosten die aannemers in rekening brengen voor graafwerkzaamheden etc. zijn subsidiabel.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2020-3216.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.