Direct naar artikelinhoud
AchtergrondGezondheid

Wanneer naar de dokter, wanneer blijf je beter thuis? Covid-19 leert dat we er niets van begrijpen

Wanneer naar de dokter, wanneer blijf je beter thuis? Covid-19 leert dat we er niets van begrijpen
Beeld Wouter Van Vooren

De ene vindt het doodnormaal om met covidklachten in een volle wachtzaal te zitten. De andere durft er ondanks allerlei ongemakken al maanden niet meer naartoe. Deze pandemie maakt pijnlijk duidelijk hoe slecht het met onze gezondheidsvaardigheden gesteld is.

Een man met diabetes merkt een wondje op aan zijn voet. Hij zou naar het ziekenhuis moeten, maar door corona is hij te bang om zijn ‘kot’ uit te komen. De wonde geneest niet. Integendeel, de ontsteking wordt zo erg dat een paar maanden later een amputatie van een paar tenen nog de enige oplossing blijkt.

Een vrouw met cholesterolproblemen gaat voor een controle naar haar huisarts. Terwijl die laatste haar bloeddruk meet, vermeldt de patiënte terloops dat ze zich al enkele dagen grieperig en koortsig voelt. Geen corona, beweert ze. Maar een test toont het tegendeel. Door niet in haar ‘kot’ te blijven met coronasymptomen, blijkt ze iets later ook een heleboel collega’s en familieleden besmet te hebben.

Het zijn twee verhalen uit dokterspraktijken. En ze zijn allesbehalve uitzonderlijk. Verschillende artsen halen ze aan om aan te tonen hoe beperkt de gezondheidsvaardigheden van Belgen zijn.

Spoedarts Kevin Vereecken (ZNA) riep afgelopen week op om zeker geen consultaties of behandeling zelf uit te stellen. Want hij ziet dat veel mensen met een hartprobleem of beroerte talmen, uit schrik om corona op te lopen of om het ziekenhuispersoneel nog meer te belasten. En dus blijven ze thuis, met alle gevolgen van dien. “Je kan onherroepelijke schade oplopen zo”, stelde hij. 

Hardleers

Het is niet de eerste keer dat zo’n waarschuwing klinkt. Ook tijdens de eerste coronagolf in maart stelden artsen precies hetzelfde. Ze deden pogingen om de angst bij mensen weg te nemen, door onder meer aan te geven dat er wel nog ruimte is om hen te verzorgen, en dat covidpatiënten bovendien netjes van niet-covidpatiënten gescheiden worden. Waarom nemen we die boodschap dan maar zo moeizaam ter harte? 

Stephan Van den Broucke, gezondheidspsycholoog aan de UCLouvain, vindt die ‘hardleersheid’ weinig verrassend. “Maar je kan mensen die zo’n waarschuwing links laten liggen, niet dom of onverantwoordelijk noemen. Het is eigenlijk heel normaal dat ze er niet meteen naar handelen. Want ook al denken we dat de boodschap duidelijk is, in de praktijk worden mensen geconfronteerd met vaak tegenstrijdige informatie.” 

In het maken van een keuze, speelt bijvoorbeeld ook wat familie, vrienden en collega’s zeggen een rol. Net als onze eerdere, persoonlijke ervaringen. “En vergeet niet dat mensen geen rationele wezens zijn. Ons gedrag wordt veel vaker door emoties gestuurd. We denken ook te gemakkelijk dat angst mensen zal aanzetten om zich te beschermen, maar iemand die te veel schrik heeft om ziek te worden, kan zich daardoor juist afzetten tegen de informatie en zich daardoor anders dan verwacht of gewenst gaan gedragen.”

Die logica gaat niet alleen op voor mensen die een wachtzaal niet in durven, ze geldt ook voor wie er te snel en ondoordacht plaatsneemt. 

Ook die laatste groep is aanzienlijk, ervaart huisarts Sophie Van Steenbergen.  Quasi elke dag wordt ze geconfronteerd met mensen die de basisregel - dat je met coronagerelateerde symptomen thuisblijft - niet respecteren. 

“De essentiële informatie over het virus en de maatregelen is nog onvoldoende doorgedrongen. Ik blijf maar uitspraken horen als ‘Maar dokter toch, ik ken mijn lichaam, dit is geen corona. Dit is de griep die ik elk jaar doormaak’. Er zijn nog altijd veel mensen die ten onrechte denken dat het hen wel niet zal overkomen of dat het allemaal zo erg niet is.”

Maar hoe komt het toch dat sommigen er zulke vreemde gedachten opna houden? Er is het afgelopen jaar immers nog geen dag voorbijgegaan zonder dat er geschreven of gesproken is over corona.

Geletterdheid

Volgens Leen Van Brussel, stafmedewerker algemene gezondheidsbevordering bij het Vlaams Instituut Gezond Leven, kan een en ander verklaard worden door onze soms beperkte gezondheidsvaardigheden, oftewel het vermogen van Belgen om informatie over hun gezondheid te vinden, begrijpen en toe te passen. Dat gaat dan over snappen wat een arts je tijdens een consultatie vertelt, weten wat je aandoening precies omvat maar ook beseffen welk gedrag je situatie kan verbeteren of verergeren. 

“We weten al lang dat we moeten inzetten op het verhogen van die geletterdheid”, zegt Van Brussel, verwijzend naar het rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) van eerder dit jaar. Dat toonde aan dat 30 tot 45 procent van de Belgen niet of maar heel beperkt snapt wat een bepaalde ziekte en behandeling vergt. “De pandemie waarin we nu zitten, legt dat gebrek aan kennis opnieuw pijnlijk bloot.” 

Ze verwijst naar patiënten die niet weten dat je tijdens een quarantaine geen mensen thuis ontvangt of naar een mondmasker dat je niet onder maar over je neus draagt. “Dat kan zeker met een gebrek aan vaardigheden te maken hebben. Al mogen we andere belemmerende factoren in deze niet over het hoofd zien. Mensen moeten ook gemotiveerd zijn om de maatregelen te volgen, het nut ervan inzien.” De gezondheidsprofessionals en overheid zijn in deze ook van groot belang. “Want zij moeten de aangereikte informatie ook aanpassen aan de verschillende gezondheidsvaardigheden van mensen.”

Bij het Instituut Gezond Leven merken ze op dat eerdere campagnes rond corona waarschijnlijk niet de meest kwetsbare groepen bereiken. Nochtans is de kans op weinig gezondheidsvaardigheden bij iemand die in armoede leeft, asiel zoekt of de taal niet machtig is, groot. Voor deze doelgroepen heb je volgens Van Brussel daarom ook een persoonlijke aanpak nodig. “Een arts of verpleegkundige is goed geplaatst om informatie op maat aan te leveren. Maar ook mensen die nog dichterbij bepaalde doelgroepen staan, kunnen van betekenis zijn. Een sleutelfiguur in een wijk bijvoorbeeld.”

Gents project

Van Brussel merkt op dat er al goede, lokale initiatieven bestaan. In Gent werken de stad en universiteit samen voor een proefproject met gezondheidsgidsen of community health workers. Dat zijn vrijwilligers die opgeleid worden om mensen met een heel beperkt sociaal netwerk de juiste informatie aan te reiken over het virus en de maatregelen.

Zij maken wel degelijk een verschil, zo stelt Dorien Vanden Bossche, onderzoekster van de vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg van de UGent, op basis van de eerste resultaten. “Onze vrijwilligers merkten dat sommige mensen de boodschap ‘blijf in uw kot’ wel heel letterlijk hadden geïnterpreteerd. Er waren er die al weken niet meer buiten waren gekomen. Zelfs niet om boodschappen te doen.” Dankzij de interventies van de gidsen is onder meer hun overdreven angst voor het virus afgenomen en weten ze nu dat ze wél naar een huisarts of ziekenhuis kunnen. “Ze voelen zich gesteund, minder alleen ook.”

Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) toonde alvast interesse in het Gentse project. Hij gelooft dat zogenaamde zorgzame buurten een belangrijke rol kunnen spelen tijdens de aanpak van deze gezondheidscrisis. De gezondheidsgidsen zouden daar deel van uit kunnen maken. “We zijn van plan om in de komende weken een en ander te concretiseren”, klinkt het. 

Nationale campagne 

Al mag er ook weer een grotere, nationale campagne volgen, vindt huisarts Van Steenbergen. “Het is zeker niet zo dat het alleen maar patiënten met een lagere sociaal-economische status zijn die niet mee zijn met de basisregels. Er zijn evengoed hoogopgeleiden die hier met coronasymptomen in een volle wachtzaal komen zitten.”

Volgens haar is dat onder meer een gevolg van wat er tegenwoordig in kranten en tv’s te zien is. “Het gaat daar vooral over coronagerelateerde zaken. Over het zorgpersoneel dat op zijn tandvlees zit, over de nauwe contacten die al dan niet uitgebreid mogen worden, over horecazaken die op fles gaan. Dat is ook relevant natuurlijk. Maar hoe vaak gaat het nog om de essentie? Over wat de symptomen zijn, wat je in zo’n geval wel en niet mag doen?”

Wat haar betreft mag er weer een straffe campagne komen. Ook virologe Erika Vlieghe (UZ Antwerpen) pleitte daar heel onlangs nog voor. “Veel mensen zien door het bos de bomen niet meer.”