Direct naar artikelinhoud
Opinie

‘Geef alle zorgprofessionals dezelfde genereuze bonus’

Zorgprofessionals in de frontlinie krijgen als blijk van waardering een bonus. Igna Bonfrer en Stefan Lipman waarschuwen voor het averechtse effect.

en
In maart werd in het hele land, en ook hier bij het OLVG, geklapt voor mensen in de zorg.Beeld Jakob van Vliet

De reguliere zorg wordt opgestart en met de uitbraakfase achter de rug uitte premier Rutte meermaals zijn grote dank aan iedereen in de zorg. Daarmee is het tijd voor duidelijkheid over de financiële blijk van waardering voor deze zorgprofessionals ‘in de frontlinie’, waar de Tweede Kamer op 18 maart unaniem om heeft gevraagd. Een dergelijke bonus is overigens alleen een goed idee wanneer deze genereus en gelijk voor alle betrokken zorgprofessionals is.

Financiële beloningen kunnen een averechts effect hebben als ze te klein zijn in verhouding tot de geleverde dienst. Stel: uw oudere buurman vraagt u boodschappen te doen. Grote kans dat u in deze crisistijd direct bereid bent te helpen, u bent ‘intrinsiek gemotiveerd’ om te doen wat goed is voor een ander. Nadat u de tassen vol boodschappen op de drempel deponeert, overhandigt de, overigens welvarende, buurman u 1 euro voor de moeite. De introductie van deze financiële beloning leidt ertoe dat u een afweging maakt of uw inzet opwoog tegen de (schamele) opbrengsten. Uw herinnering aan deze goede daad verandert, en de intrinsieke motivatie om de buurman opnieuw te helpen neemt af.

Denk nu aan de zorgprofessionals van wie zowel tijdens als na de coronacrisis ongebruikelijk veel wordt gevraagd. Het is essentieel dat een financiële bonus voor hen geen schijntje is waarmee hun intrinsieke motivatie wordt aangetast. Aangezien een te bescheiden bonus meer kwaad dan goed kan doen, is een genereuze bonus nodig: een betekenisvolle aanvulling op het inkomen. Maar hoe genereus precies?

Extra maandsalaris

Grote inkomensverschillen tussen zorgprofessionals bemoeilijken het vaststellen van de omvang van een ‘genereuze’ bonus. Zo ontvangt een fulltime startend verpleegkundige bruto per maand ongeveer 2000 euro, een gespecialiseerd ic-verpleegkundige 3500 euro, en een ervaren intensivist 8000 euro. Voor de hand liggend zou een extra maandsalaris zijn, maar dit kan averechts uitpakken.

Uit onderzoek is gebleken dat mensen gevoelig zijn voor de omvang van hun beloning ten opzichte van die van anderen. De meeste mensen ontvangen bijvoorbeeld liever een lagere beloning (1000 euro) die hoger is dan die van anderen (800 euro), dan het dubbele van die beloning (2000 euro) als ze daarmee onder het gemiddelde uitkomen (2200 euro). Oftewel, als de ene zorgverlener aan de frontlinie een lagere bonus ontvangt dan de andere kan dit demotiveren. Een uniform bedrag is daarom wenselijk. Denk aan eenmalig 5000 euro bruto, ongeveer het gemiddelde van het laagste en hoogste maandsalaris op de ic.

40.000 bonussen

Om de impact hiervan op het overheidsbudget te schatten, is het van belang te weten wie de Tweede Kamer bedoelt met ‘zorgverleners in de frontlinie’. Van de ruim 1 miljoen mensen die werkzaam zijn in de zorg is een aanzienlijk deel door het stilvallen van de reguliere zorg niet betrokken geweest bij de coronacrisis.

Laten we uitgaan van 1500 ic-bedden waaraan ongeveer 8000 verpleegkundigen werkten met daarnaast 4000 bedden voor Covid-19-patiënten die niet op de ic liggen, zowel binnen als buiten ziekenhuizen, met in totaal 10.000 verpleegkundigen en verzorgenden. Daarnaast 10.000 operatiekamer- en anesthesiemedewerkers, 3000 artsen, 2500 ambulanceverpleegkundigen en 5000 ondersteunend mede­werkers zoals schoonmakers. Vanwege de schaarste van personeel wordt een deel hiervan ingevuld door zzp’ers.

Deze gehele ‘frontlinie’ zou daarmee bestaan uit een kleine 40.000 mensen en een gelijke en genereuze bonus van bruto 5000 euro zou ongeveer 200 miljoen euro kosten, een forse uitgave. Echter, in vergelijking tot het steunpakket van 4 miljard voor KLM lijkt dit niet onredelijk.

Deze crisis benadrukt het grote belang van publieke voorzieningen en de noodzaak tot het (her)waarderen van de cruciale beroepen. Burgers applaudisseerden massaal en hingen T-shirts met ‘een hart voor de zorg’ aan hun gevel: (niet-financiële) uitingen van waardering voor zorgprofessionals. Een duurzame herwaardering vereist echter structurele salarisverhogingen en arbeidszekerheid, niet alleen voor verpleging en verzorging, maar ook voor onderwijs, vervoer en hulpdiensten. Zonder die brede herwaardering kan een goed­bedoelde bonus als een onbenullige afkoop worden ervaren.

Igna Bonfrer, universitair docent ­gezondheidseconomie aan de Erasmus School of Health Policy & ­Management.Beeld Mariske Krijgsman
Stefan Lipman, promovendus aan de ­Erasmus School of Health Policy & Management.