Regeling vervallen per 31-12-2023

Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023

Geldend van 16-06-2023 t/m 30-12-2023

Intitulé

Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 en gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;

Overwegende dat het wenselijk is dat meer bos in Zuid-Holland wordt aangelegd om een bijdrage te leveren aan een biodivers, klimaatbestendig en recreatief aantrekkelijk Zuid-Holland;

Overwegende dat deze regeling is gebaseerd op de Catalogus Groenblauwe Diensten;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    agroforestry: een landbouwsysteem waarbij gestreefd wordt naar het introduceren van bomen en struiken op percelen met landbouwgewassen of grasland;

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • -

    autochtoon inheems plantmateriaal: bomen, struiken en planten die directe nakomelingen zijn van de planten die zich na de ijstijd spontaan hebben gevestigd in Nederland en zich via natuurlijke uitzaai of door kunstmatige vermeerdering uit lokaal plantmateriaal hebben vermeerderd;

  • -

    bos: vlakvormig en aaneengesloten element met een opgaande begroeiing van minimaal 80% inheemse bomen, struiken en kruiden;

  • -

    Bossenstrategie: uitwerking van ambities en doelen van de landelijke Bossenstrategie en beleidsagenda 2030 “Bos voor de toekomst”, waarin de 10% landelijke bosuitbreiding staat benoemd;

  • -

    Catalogus Groenblauwe Diensten: set van steunmaatregelen waaraan de Europese Commissie met het goedkeuringsbesluit SA.44848 goedkeuring heeft verleend;

  • -

    compensatie: herbeplanting als bedoeld in artikel 4.3 van de Wet natuurbescherming;

  • -

    functiewijziging: wijzigen van de functie van grond van landbouwgrond naar bestemming natuur of bos;

  • -

    Groeimodel Bos en Bomen: Groeimodel Bos en Bomen Zuid-Holland, vastgesteld door gedeputeerde staten op 25 mei 2021 met kenmerk PZH-2021-773861781;

  • -

    grote onderneming: onderneming waar meer dan 250 mensen voltijds werkzaam zijn, met een jaaromzet van meer dan €50 miljoen of een jaarbalans van meer dan €43 miljoen als bedoeld in artikel 2, onder 26, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • -

    inheemse soorten: alle planten- of boomsoorten die van oorsprong in het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort voorkomen;

  • -

    Landbouwsteunkader: Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PbEU 2014, C204);

  • -

    Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet natuurbescherming;

  • -

    Nederlandse Rassenlijst Bomen: hulpmiddel bij de aanleg van bos, landschappelijke beplantingen en openbaar groen;

  • -

    recreatiegebied: gebied waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 14 in bijlage II van de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

  • -

    Srg: Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;

  • -

    verstedelijkingsopgave: realisatie van woningen die bestaat uit minimaal 11 woningen, of meer dan 500 m2 horeca, detailhandel, kantoorontwikkeling of bedrijventerreinontwikkeling;

  • -

    voedselbos: vitaal ecosysteem dat door mensen is ontworpen naar het voorbeeld van een natuurlijk bos met het doel voedsel te produceren.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      de realisatie van bos;

    • b.

      functiewijziging van landbouwgrond naar natuur of bos in combinatie met de realisatie van bos door aanplant of spontane bosontwikkeling.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan de landelijke ambitie voor 10% meer bos, bedoeld in de Bossenstrategie en de uitvoering hiervan in het Groeimodel bos en bomen Zuid-Holland.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar of erfpachter van de grond waar het bos wordt gerealiseerd.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt geen subsidie versterkt aan:

    • a.

      een onderneming uit de houtsector, die als doel commercieel levensvatbare houtwinning, het vervoer van hout of de verwerking van hout of andere bosrijkdommen tot producten of energiebronnen heeft;

    • b.

      een grote onderneming;

    • c.

      een onderneming die op basis van de geldende Unienormen of nationale wet- en regelgeving de productie van landbouwproducten hoe dan ook moet stopzetten.

Artikel 4 Aanvraagperiode

  • 1. In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 worden ingediend van 1 september 2023 tot en met 1 november 2023.

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

  • 1. Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, bevat de aanvraag in ieder geval:

    • a.

      de naam van de aanvrager;

    • b.

      de grootte van de onderneming;

    • c.

      een beschrijving van de activiteit, met vermelding van de locatie en de start- en einddatum;

    • d.

      het benodigde bedrag om de activiteit uit te voeren en de in aanmerking komende kosten;

    • e.

      een verklaring welke andere subsidies de aanvrager voor de activiteit ontvangt en door wie die subsidies worden verstrekt;

    • f.

      drie offertes, indien de kosten voor plantmateriaal, inboet en inplanten en het opstellen van een inrichtingsplan gezamenlijk meer bedragen dan € 15.000,00;

    • g.

      een plan van aanpak waarin in ieder geval is opgenomen:

      • I.

        de exacte locatie (inclusief kadastrale informatie van de in te planten percelen) en een beschrijving van de huidige situatie van de planlocatie;

      • II.

        een overzicht van de oppervlakte van het aan te leggen bos in hectares en te gebruiken soorten;

      • III.

        een beschrijving van de ecologische meerwaarde van bos op deze locatie, waarbij in beeld wordt gebracht welke flora en fauna in de huidige situatie aanwezig zijn;

      • IV.

        een beschrijving van hoe het plan past in het huidige landschap, rekening houdend met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie;

      • V.

        een beschrijving van de wijze waarop de instandhouding en het beheer wordt gewaarborgd nadat de inrichting van het natuurbos gerealiseerd is;

      • VI.

        een kos tenraming;

      • VII.

        in welke mate wordt voorzien in:

        • i.

          cofinanciering van de subsidiabele kosten;

        • ii.

          de verbondenheid van het bos met bestaand bos of andere natuur en een verbindende functie vervult;

        • iii.

          de beleefbaarheid van het bos voor inwoners van Zuid-Holland;

        • iv.

          het realiseren van een bostype met bijzondere natuurwaarden;

        • v.

          de grootte van het te realiseren bos;

        • vi.

          het gebruik van autochtoon inheems plantmateriaal en het gebruik van plantmateriaal gekweekt zonder chemische bestrijdingsmiddelen.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, bevat een aanvraag die ziet op functiewijziging:

    • a.

      een verklaring van het bestuur van de gemeente waarbinnen het project wordt uitgevoerd, waaruit blijkt dat vanuit landschappelijke inpassing geen bezwaren zijn en de intentie bestaat om het bos planologisch te borgen;

    • b.

      als op de grond een recht van hypotheek is gevestigd, een verklaring van geen bezwaar van degene aan wie het recht van hypotheek toekomt.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien:

  • a.

    het project plaatsvindt op gronden gelegen binnen een Natura 2000-gebied of Natuurnetwerk Nederland;

  • b.

    de projectlocatie onderdeel uitmaakt van een belangrijk weidevogelgebied waar meer dan 35 broedparen grutto's, tureluurs, slobeenden, kieviten of scholeksters per 100 hectare broeden;

  • c.

    het bos een compensatie betreft;

  • d.

    de locatie een recreatiegebied betreft, tenzij sprake is van functiewijziging van landbouwgrond naar natuur of bos en de locatie nog niet was ingericht als recreatiegebied;

  • e.

    het bosaanleg van agroforestry of voedselbos betreft;

  • f.

    de subsidieaanvrager een ondernemer is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01);

  • g.

    voor zover op de grond waarop het project betrekking heeft, nog verplichtingen rusten op grond van deze regeling of enige andere regeling op grond waarvan een subsidie is verstrekt met betrekking tot agrarisch natuurbeheer of natuurbeheer;

  • h.

    er sprake is van een ongenoegzame aanvraag als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    bestuurlijke afspraken zijn gemaakt tussen de provincie Zuid-Holland en de grondeigenaar of de gemeente over de realisatie van bos en de financiering daarvan, vastgelegd in een overeenkomst, convenant of intentieverklaring.

Artikel 7 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het aan te leggen bos bestaat uit minimaal 80% inheemse soorten, passend bij de groeiplaats en bij aanplant worden er minstens vier verschillende boomsoorten geplant;

    • b.

      het aan te leggen bos is:

      • I.

        minimaal 1 hectare als het wordt aangelegd op een locatie grenzend aan het Natuurnetwerk Nederland, bestaand recreatiegebied of bestaand bos; of

      • II.

        minimaal 1,5 hectare als het wordt gerealiseerd op een andere locatie; en

      • III.

        minimaal 25 meter breed;

    • c.

      indien sprake is van aanplant, worden minimaal twee bosranden gerealiseerd, bestaande uit een mantel- en een zoomvegetatie;

    • d.

      het bos wordt gerealiseerd in de provincie Zuid-Holland;

    • e.

      de huidige bestemming van de grond verandert naar de bestemming natuur of bos.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, gelden de volgende vereisten om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in aanmerking te komen:

    • a.

      de betreffende landbouwgrond is de afgelopen 5 jaar onafgebroken landbouwkundig gebruikt;

    • b.

      de realisatie van bos vindt plaats op de landbouwgrond die afgewaardeerd wordt.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor de realisatie van bos, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor het opstellen van een inrichtingsplan;

    • b.

      de personeelskosten, kosten van derden, gebruik van machines en aanschafkosten van materiaal.

  • 2. De kosten, bedoeld in het eerste lid, worden vergoed op basis van werkelijke kosten.

  • 3. Bij functiewijziging, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is de economische waardedaling van de grond subsidiabel, waarbij geldt dat:

    • a.

      de subsidie voor functiewijziging ten hoogste het verschil bedraagt in de marktwaarde van de landbouwgrond en de marktwaarde van de grond na functiewijziging;

    • b.

      de marktwaarde van de landbouwgrond en de marktwaarde van de grond na functiewijziging worden bepaald op basis van een taxatie, die in opdracht van de provincie wordt uitgevoerd door een onafhankelijk NRVT-taxateur;

    • c.

      bij de taxatie als peildatum wordt gehanteerd de eerste dag van de maand waarin de aanvraag volledig is.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor natuurbeheer;

    • b.

      directe kosten voor het wijzigen van het bestemmingsplan;

    • c.

      kosten voor grondaankoop;

    • d.

      kosten voor pachtafkoop;

    • e.

      kosten voor bodemsanering.

Artikel 10 Deelplafond

Gedeputeerde staten stellen het deelplafond voor de periode, genoemd in artikel 4, vast op €500.000,00.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie voor de activiteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, is 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500.000,00, waarbij de subsidie voor plantmateriaal, inboet en inplanten en het opstellen van een inrichtingsplan maximaal € 20.000,00 per hectare bedraagt;

  • 2. De subsidie voor de activiteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is 80% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 70.000,00 per hectare.

  • 3. Subsidie voor een project dat bestaat uit activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a en b, gezamenlijk, bedraagt maximaal € 500.000,00;

  • 4. In afwijking van het eerste lid, bedraagt de subsidie voor realisatie van bos die samenhangt met een verstedelijkingsopgave 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500.000,00 per project.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, en indien aantoonbaar 50% van de verstedelijkingsopgave bestaat uit woningen onder de huursubsidiegrens, bedraagt de subsidie 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500.000,00 per project.

  • 6. In het geval dat subsidie onder de Catalogus Groenblauwe Diensten met andere subsidie voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt gecumuleerd, worden de krachtens de onderhavige regeling toe te kennen bedragen zodanig beperkt dat het totale subsidiebedrag samen niet hoger is dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, het maximale subsidiebedrag uit deze regeling, de maximale steunintensiteiten of het maximale steunbedrag op grond van de toepasselijke Europese voorschriften.

Artikel 12 Rangschikking

  • 1. In afwijking van artikel 1.3 van de Srg worden volledige aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt.

  • 2. De rangschikking wordt gemaakt op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      de mate van cofinanciering van de subsidiabele kosten;

    • b.

      de mate waarop het bos verbonden is met bestaand bos of andere natuur en een verbindende functie vervult;

    • c.

      de mate waarop het bos beleefbaar is voor inwoners van Zuid-Holland;

    • d.

      de mate waarin een bostype met bijzondere natuurwaarden wordt gerealiseerd;

    • e.

      de grootte van het te realiseren bos;

    • f.

      de mate van gebruik van autochtoon inheems plantmateriaal of de mate van gebruik van plantmateriaal gekweekt zonder chemische bestrijdingsmiddelen.

  • 3. Voor ieder criterium als bedoeld in het tweede lid, kan nul tot maximaal vijf punten worden behaald.

  • 4. De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      het criterium, bedoeld in het tweede lid, onder a, heeft een wegingsfactor van 10;

    • b.

      de criteria bedoeld in het tweede lid, onder b, c, d, e en f hebben een wegingsfactor van 3;

  • 5. Gedeputeerde staten rangschikken de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger, naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

  • 6. Indien toepassing van het tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor het criterium, genoemd in het tweede lid, onder a.

  • 7. Indien toepassing van het zesde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor het criterium, genoemd in het tweede lid, onder b.

  • 8. Indien toepassing van het zesde en zevende lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor het criterium, genoemd in het tweede lid, onder e.

  • 9. Indien toepassing van het zesde, zevende en achtste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      de huidige bestemming van de grond verandert naar de bestemming natuur of bos;

    • b.

      de landbouwproductie op de betreffende landbouwgrond wordt onherroepelijk gestopt en de grond wordt niet meer opnieuw voor landbouwproductie gebruikt;

    • c.

      bij aanplant wordt gebruik gemaakt van soorten genoemd op de Nederlandse Rassenlijst Bomen of inheemse boomsoorten;

    • d.

      het bos wordt in de periode tussen 1 september en 1 april aangeplant;

    • e.

      alle noodzakelijke maatregelen worden genomen om te zorgen dat het plantmateriaal aanslaat en het bos optimaal kan groeien;

    • f.

      het bos wordt voor zover nodig beschermd tegen schade als gevolg van beweiding of bewerking op aangrenzende gronden;

    • g.

      de intentieverklaring of het definitieve besluit van de gemeente tot wijziging van het bestemmingsplan wordt binnen vier weken na besluit van de gemeente ingeleverd bij de provincie;

    • h.

      het inrichtingsplan, bedoeld in het tweede lid, wordt binnen 6 maanden na subsidieverlening ingediend bij de provincie;

    • i.

      in afwijking van artikel 1.4 van de Srg wordt de aanplant van bos:

      • I.

        binnen 1 jaar na subsidieverlening gestart; en

      • II.

        binnen 3 jaar na subsidieverlening, gerealiseerd;

    • j.

      de realisatie van het bos wordt binnen 4 weken gemeld bij de provincie;

    • k.

      indien het te realiseren bos groter is dan 2 hectare, wordt het bos gedurende minimaal 8 maanden per jaar van zonsopgang tot zonsondergang kosteloos opengesteld en toegankelijk gehouden voor publiek.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, wordt het bos gerealiseerd volgens een inrichtingsplan dat wordt opgesteld door een deskundig ecoloog, in samenwerking met een landschapsontwerper en dat minimaal de volgende informatie bevat:

    • a.

      aanleiding en onderbouwing;

    • b.

      de exacte locatie van de ontwikkeling;

    • c.

      een beschrijving van de huidige situatie van de planlocatie;

    • d.

      een overzicht van de oppervlakte van het aan te leggen bos in hectares;

    • e.

      een overzicht van de bij aanleg te gebruiken soorten, uitgedrukt als percentage van de totale aanleg;

    • f.

      een beschrijving van de wijze waarop dit plan een structurele bijdrage aan de biodiversiteit levert, inclusief toetsing welke biodiversiteit verdwijnt als gevolg van het plan;

    • g.

      een beschrijving van hoe het plan past in het huidige landschap, rekening houdend met het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie;

    • h.

      locatie, soortkeuze (indien aanplant) en ontwerp;

    • i.

      eisen aan plantmateriaal, inclusief keuring en controle (indien aanplant);

    • j.

      terreinvoorbereiding en aanplant (indien aanplant);

    • k.

      bij spontane bosontwikkeling wordt in plaats van aanplantkeuze een verwachting van spontane bosontwikkeling toegevoegd, op basis van de terreinomstandigheden. Inclusief de noodzaak om inrichtingsmaatregelen te treffen, zoals grondbewerking;

    • l.

      bescherming-, onderhoud- en beheerparagraaf, met een beschrijving van de wijze waarop de instandhouding en het beheer wordt gewaarborgd nadat de inrichting van het natuurbos gerealiseerd is;

    • m.

      tijdsplanning;

    • n.

      een sluitende begroting.

  • 3. Onverminderd het eerste lid, gelden voor functiewijziging naar natuur of bos in combinatie met spontane bosontwikkeling de volgende subsidieverplichtingen:

    • a.

      er vindt geen maaibeheer of overbegrazing plaats;

    • b.

      er wordt gemonitord of bosontwikkeling van de grond komt;

    • c.

      5 jaar na subsidieverlening wordt er op basis van de monitoringsresultaten een evaluatie opgesteld door een deskundig ecoloog en toegezonden aan gedeputeerde staten.

Artikel 14 Kwalitatieve verplichting

  • 1. Ten laste van de gronden waarop het project plaatsvindt, wordt tussen de provincie Zuid-Holland en de subsidieontvanger een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd, waarin in elk geval wordt opgenomen dat degene die het terrein toebehoort, beheert of degene die het recht van erfpacht verwerft:

    • a.

      de desbetreffende grond na aanvang van de inrichting niet gebruikt of doet gebruiken als landbouwgrond;

    • b.

      op de desbetreffende grond voor onbepaalde tijd de ontwikkeling dan wel de instandhouding van het bos zoals opgenomen in het inrichtingsplan, gedoogd;

    • c.

      op de ingerichte grond geen kunstmest, drijfmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt;

    • d.

      datgene nalaat wat de ontwikkeling dan wel de instandhouding van het bos belemmerd, bemoeilijkt of verhinderd;

    • e.

      effecten op de grond duldt die ontstaan door hydrologische maatregelen in de omgeving van de betreffende grond ten behoeve van natuurdoelen, een Natura 2000-gebied, de Kaderrichtlijn Water of het behoud en herstel van natuur wijst.

  • 2. De kwalitatieve verplichting, bedoeld onder 1, wordt bij notariële akte opgemaakt en ingeschreven in de openbare registers.

  • 3. Een kopie van de kwalitatieve verplichting wordt binnen 4 weken na inschrijving in het openbare register van het kadaster ingeleverd bij de provincie.

Artikel 15 Transparantieverplichtingen verleende subsidies

  • 1. Indien een subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend, staatssteun bevat die door het landbouwsteunkader wordt gerechtvaardigd, maakt de subsidieverlener binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

    • a.

      de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder a en b, van het landbouwsteunkader; en

    • b.

      de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder c, van het landbouwsteunkader, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan:

      • I.

        € 60.000,00 voor begunstigden die die actief zijn in de primaire landbouwproductie; of

      • II.

        € 500.000,00 voor begunstigden in de sectoren van de verwerking van landbouwproducten, de afzet van landbouwproducten, de bosbouwsector of activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17 Werkingsduur en overgangsrecht

Dit besluit vervalt op 31 december 2023, met dien verstande dat dit besluit van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023.

Ondertekening

Den Haag, 6 juni 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

drs. J. SMIT, voorzitter

Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van 6 juni 2023, PZH-2023-830836357, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023

I. Algemeen

Inleiding

Bomen zijn goed voor de biodiversiteit, klimaat, recreatie en schone lucht. In 2020 heeft het Rijk samen met alle provincies in Nederland de Bossenstrategie vastgesteld. Het doel is het verbeteren van de kwaliteit in bestaande bossen en de realisatie van 37.000 hectare extra bos in Nederland. Dit is een stijging van 10% meer bos dan voorheen.

De provincie Zuid-Holland heeft een belangrijke rol in deze strategie. In 2020 bestond slechts 3% van het landschap in Zuid-Holland uit bos. In Zuid-Holland is het Groeimodel Bos- en Bomen vastgesteld, inclusief een werkplan voor 2021-2022. Met als doel de uitbreiding van bomen en bos om zo de natuur te versterken in onze drukbevolkte provincie. Het doel van het verstrekken van subsidie voor de realisatie van bos is om een bijdrage te leveren aan deze landelijke ambitie voor 10% meer bos.

Juridisch kader

Dit openstellingsbesluit is vastgesteld op grond van de Subsidieregeling Groen 2013 (Srg) en de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in het openstellingsbesluit zijn vastgelegd, maar in de Srg en de Asv. In de Asv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten. Daarnaast geldt er op grond van de Asv een meldingsplicht: als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit ingevolge artikel 18 van de Asv te melden bij Gedeputeerde Staten. Verder zijn de verplichtingen met betrekking tot de prestatieverantwoording en bevoorschotting en betaling uit de Srg van toepassing.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

Staatssteun

Op grond van het Openstellingsbesluit subsidie Meer Bos in Zuid-Holland 2023 wordt op onderdelen staatssteun verstrekt aan ondernemingen. Om die reden maakt dit besluit gebruik van de goedkeuring die de Europese Commissie heeft verleend aan de “Catalogus Groenblauwe Diensten” (SA.44848, te raadplegen op https://ec.europa.eu/competition/state_aid/cases/270158/270158_2028383_183_2.pdf).

Om te voldoen aan de vereisten die gesteld worden in het goedkeuringsbesluit, zijn er enkele (deels van de Asv en Srg afwijkende) specifieke weigeringsgronden, vereisten en verplichtingen opgenomen. Daarnaast geldt dat Gedeputeerde Staten verplicht zijn een aantal gegevens te publiceren die betrekking hebben op de subsidieontvanger, te weten: de identiteit van de ontvanger, het bedrag van de subsidie, de datum waarop de subsidie is toegekend, het soort onderneming (MKB of grote onderneming), de regio (op NUTS 2-niveau) waarin de subsidieontvanger is gevestigd, en de voornaamste economische sector waarin deze actief is.

Uit hoofde van de staatssteunregels mag de uitvoering van een project niet zijn begonnen voordat de aanvraag voor een subsidie is ingediend. Het ‘stimulerend effect’ van de subsidie zou dan ontbreken. Deze verplichting volgt uit artikel 11, eerste lid, onder a, van de Asv. Verder volgt uit artikel 11, eerste lid, onder i, van de Asv dat subsidie in elk geval wordt geweigerd indien er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

Vooroverleg

Voordat de subsidieaanvraag wordt ingediend, is er altijd eerst een overleg nodig met inhoudelijk adviseurs (ecologie en ruimtelijke kwaliteit) van de provincie. Dan wordt besproken of het subsidieverzoek voldoet aan de voorwaarden van de subsidieregeling. Belangrijke punten daarbij zijn of het bos in overeenstemming is met de vigerende Omgevingsverordening van Zuid-Holland is, het bos past binnen het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de provincie Zuid-Holland en of het bos buiten belangrijk weidevogelgebied valt.

Voor de landschappelijke inpassing van bos, is de ruimtelijke strategie voor bos en bomen Zuid-Holland een hulpmiddel;

II. Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

De Nederlandse Rassenlijst Bomen is te raadplegen op www.rassenlijstbomen.nl.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Dit openstellingsbesluit maakt twee activiteiten subsidiabel: ten eerste de inrichting van bossen en ten tweede de wijziging van de functie van de grond waarop de activiteit wordt uitgevoerd (van landbouw naar natuur). In het laatste geval kunnen kosten van afwaardering van de grond worden gesubsidieerd.

Artikel 5 Aanvraagvereisten

Eerste lid, onder e: onder subsidies worden ook bijdragen verstaan.

Tweede lid: het realiseren van bos op een bestemming, niet zijnde natuur of bos, is in de regel niet toegestaan. Ook vanuit landschappelijk oogpunt is bos niet overal mogelijk of wenselijk. Gedeputeerde staten verlenen daarom alleen subsidie als het college van burgemeester en wethouders de intentie uitspreekt op deze locatie een bos planologisch te willen borgen door het als zodanig te bestemmen of een omgevingsvergunning af te geven. De verklaring van de gemeente moet ingaan zowel op de bereidheid van de gemeente als op de juridische mogelijkheden.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Eerst lid, onder b: subsidie wordt geweigerd als op de desbetreffende locatie meer dan 35 broedparen grutto's, tureluurs, slobeenden, kieviten of scholeksters per 100 hectare broeden. De aanwezige weidevogels worden gecontroleerd aan de hand van de meest recente gegevens van de Sovon-atlas tellingen.

Eerste lid, onder d: de subsidie wordt geweigerd als de locatie een recreatiegebied betreft, tenzij sprake is van functiewijziging van landbouwgrond naar natuur of bos en de locatie nog niet was ingericht als recreatiegebied. Subsidie wordt niet geweigerd voor terreinen die binnen de grenzen van een recreatiegebied vallen, maar nog niet zijn ingericht als recreatiegebied en nog de bestemming/functie van landbouwgrond hebben. Voornamelijk betreft dit overgebleven agrarische gronden binnen de begrenzing van een recreatiegebied, welke alsnog als bos ingericht kunnen worden. Hierbij zal sprake zijn van functiewijziging van landbouwgrond naar natuur of bos.

Eerste lid, onder f: met het oog op staatssteun wordt subsidie geweigerd als de subsidieaanvrager een ondernemer is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01).

Eerste lid, onder g: subsidie wordt geweigerd voor zover op de grond waarop het project betrekking heeft, nog verplichtingen rusten op grond van deze regeling of enige andere regeling op grond waarvan een subsidie is verstrekt met betrekking tot agrarisch natuurbeheer of natuurbeheer.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Bij het bepalen van de subsidiabele kosten voor de aanleg van bos is aangesloten bij paragraaf 4.3 van het hoofddocument van de Catalogus Groenblauwe Diensten. Deze kosten worden vergoed op basis van werkelijke kosten. Bij het bepalen van de subsidiabele kosten voor de functiewijziging is aangesloten bij paragraaf 4.5.3 van het hoofddocument van de Catalogus Groenblauwe Diensten en bijlage N van de catalogus. De bepaling van de daadwerkelijke grondwaardedaling geschiedt op basis van een taxatie door een door de provincie aangewezen onafhankelijk taxateur.

Artikel 11 Subsidiehoogte

Met het oog op staatssteun is in het zesde lid van dit artikel een anticumulatiebepaling opgenomen.

Artikel 12 Rangschikking

Voor de rangschikking op basis van beoordelingscriteria geldt dat ieder criterium nul tot maximaal vijf punten kan behalen. Hierbij geldt dat 0= niet toereikend, 1= slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende, 4 = goed, 5= ideaal.

Tweede lid, onder a: de mate van cofinanciering van de totale subsidiabele kosten;

Hierbij geldt dat projecten die voorzien in een sterke mate van cofinanciering, een hogere score behalen. Het te behalen aantal punten hangt af van het percentage van de totale subsidiabele kosten die door de aanvrager worden gefinancierd met eigen middelen of externe financiering waarbij geldt:

  • 0 punten: cofinanciering van 0 – 2 %

  • 1 punt: cofinanciering van >2 – 5 %

  • 2 punten: cofinanciering van >5 - 10 %

  • 3 punten: cofinanciering van >10, - 20 %

  • 4 punten: cofinanciering van >201 - 40 %

  • 5 punten: cofinanciering van > 40 %

Tweede lid, onder b: de mate waarop het bos verbonden is met bestaand bos of andere natuur en een verbindende functie vervult, waarbij geldt:

  • 0 punten: als het te ontwikkelen bos niet aansluit op bestaand bos of een ander natuurgebied

  • 3 punten: als het te ontwikkelen bos aansluit op bestaand op bos of andere natuur

  • 5 punten: als het te ontwikkelen bos twee bosgebieden met elkaar verbindt

Tweede lid, onder c: de mate waarop het bos beleefbaar is voor inwoners van Zuid-Holland, waarbij geldt:

  • 0 punten: als het te ontwikkelen bos verder dan 4 km van de *bebouwde kom verwijderd ligt en niet aansluit op het fietsroutenetwerk (https://www.fietsnetwerk.nl)

  • 3 punten: als het te ontwikkelen bos binnen een straal van 4 km van de *bebouwde kom ligt of direct aansluit op het fietsroutenetwerk (https://www.fietsnetwerk.nl)

*Bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994

Tweede lid, onder d; de mate waarin een bostype met bijzondere natuurwaarden wordt gerealiseerd, waarbij geldt:

Tweede lid, onder e: de grootte van het te realiseren van bos, waarbij geldt:

  • 0 punten: als het bosoppervlak kleiner dan 2 hectare is

  • 3 punten: als het bosoppervlak tussen 2 en 4 hectare is

  • 5 punten: als het bosoppervlak groter dan 4 hectare is

Tweede lid, onder f: de mate van gebruik van autochtoon inheems plantmateriaal of de mate van gebruik van plantmateriaal gekweekt zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Hierbij geldt dat projecten die in hoge mate gebruik maken van autochtoon inheems plantmateriaal of plantmateriaal gekweekt zonder chemische bestrijdingsmiddelen, een hogere score behalen. Het te behalen aantal punten wordt berekend door de hoeveelheid autochtoon inheems plantmateriaal of hoeveelheid plantmateriaal gekweekt zonder chemische bestrijdingsmiddelen, in %, waarbij geldt:

  • 0 punten: = < 5 %

  • 1 punt: = >5 - 20 %

  • 2 punten: = >20 - 40 %

  • 3 punten: = >40 - 60 %

  • 4 punten: = >60 - 80 %

  • 5 punten: = >80 - 100 %.

Artikel 14

In geval de subsidieaanvrager in aanmerking wenst te komen voor een subsidie voor functiewijziging van de grond (kosten van waardevermindering), is het vestigen van een kwalitatieve verplichting verplicht.

Artikel 15 Transparantieverplichtingen verleende subsidies

Met het oog op staatssteun zijn in dit artikel transparantieverplichtingen opgenomen.